Twee meisjes poseren met Oekraïense vlag tijdens een patriottische mars in Lviv. © reuters

Plus Artikelreportage taalstrijd

“Russisch of Oekraïens, vroeger maakte het niet uit. Nu moet je kiezen”

Onder aanzwellend nationalisme is Oekraïne verwikkeld in een taalstrijd die het Russisch verdrukt. Op leiderschapsacademies leren studenten dat zíj zich niet hoeven te voegen. "Oekraïens spreken wordt gezien als patriottische keuze."

Sinds Anna Tisjtsjenko (18) verhuisde van het zuidoosten van Oekraïne naar de ­westelijke stad Lviv, spreken zij en haar ­oude vrienden niet meer dezelfde taal – letterlijk. "We houden wel contact. Via groepchats lees ik, in het Russisch, hoe het met hen gaat. Af en toe reageer ik. Altijd in het Oekraïens", vertelt ze in de eetzaal van de Oekraïense Leiderschap Academie, waar zij dit schooljaar een van de uitverkorenen is.

Tisjtsjenko volgt een programma van tien maanden dat in vijf Oekraïense steden de nieuwe elite van het land klaarstoomt. Het is zo intensief dat de 16- tot 20-jarigen bijna geen weekend naar huis mogen. Hoewel zij en haar vrienden elkaars taal prima verstaan, heeft ze door haar nieuwe leven en haar keuze voor het Oekraïens "het gevoel dat we amper nog met elkaar kunnen communiceren", zucht ze. "Dat is taai. Terwijl ik hier op de academie in de hemel ben: eindelijk kan ik de hele tijd Oekraïens spreken."

Haar klasgenote Jana Goetiv (17) groeide twee uur ten zuiden van Lviv op, waar het Oekraïens diep geworteld is. Toch mengt ook zij zich fel in de taalstrijd sinds ze hier studeert. "Ik heb ruimdenkende vrienden thuis, maar sommigen schakelen meteen over op het Russisch als ze een Russisch sprekend ­iemand treffen. Vroeger liet ik dat gaan, nu maakt het me boos."

Nieuwe, Europese generatie

Als de 150.000 Russische militairen die langs de grens zouden klaarstaan Oekraïne inderdaad binnenvallen, is hun militaire overwicht fors. Maar ze zullen mentaal een ander land treffen dan bij de invasie van 2014, toen Rusland de Krim annexeerde en separatistische rebellen oppookte die de Donbasregio nog altijd in hun greep houden. Het zelfbewustzijn, de identiteit, het nationalisme en de vrijheidsdrang van de bevolking zijn de afgelopen acht jaar "opengebarsten", zegt vooraanstaand historicus Jaroslav Hrytsak (62). "Die gevoelens bestonden al bij de eerste generatie die ­opgroeide zonder herinneringen aan de Sovjet-Unie. Maar na 2014 zijn ze overal in het land verankerd, zeker in de steden. En er is een nieuwe generatie bij­gekomen die nog veel onafhankelijker en ­Europeser is."

Bij een kop thee schetst Hrytsak de oude Oekraïense identiteit als "ambi­valent". In 1991 koos de bevolking met een overweldigende meerderheid van 92 procent voor onafhankelijkheid van Rusland, maar accepteerde – behalve hier in Lviv – altijd de invloed van oost en west. "Welke taal je sprak, kon niemand iets schelen. Die tijd is voorbij. Nu moet je kiezen." Hij glimlacht. "Dankzij Vladimir Poetin. Niets brengt een land samen als een gezamen­lijke vijand."

In 2013 zei 39 procent van de bevolking thuis Oekraïens te praten. Vorig jaar was dat gestegen naar 51 procent. Russisch als gezinstaal nam af van 38 naar 28 procent. De groep tweetaligen daalde licht. Hrytsak: "Oekraïens spreken wordt gezien als patriottische keuze."

Amerikaans geld

Recent zijn taalwetten aangescherpt die het Oekraïens verplichten op scholen en in overheidscommunicatie. Winkels en restaurants moeten in het ­Oekraïens bedienen, op de radio gelden quota voor Oe­kraïenstalige liedjes en sinds kort moeten nieuwssites een Oekraïense versie hebben. De "discriminatie" van Russisch-sprekenden in Oekraïne, door Poetin zelfs "genocide" genoemd, is diens rechtvaardiging om zich met het land te bemoeien.

Intussen is ook de westerse invloed die hij vreest toegenomen. De Oekraïense Leiderschap Academie (ULA) werd zeven jaar geleden door particulieren opgericht met Amerikaans geld. Het instituut rekruteert op middelbare scholen door het hele land de beste leerlingen van de klas. Meestal zijn dat meisjes. De lichting nu in Lviv telt 26 jonge vrouwen en 10 jonge mannen.

De academie selecteert hen niet alleen op intelligentie, maar ook op fysieke conditie en vooral motivatie om zich in te zetten voor het land. In een pension wonen vooral tieners uit het oosten van het land die met het Russisch zijn opgevoed. Hier wordt van ze verwacht dat ze ook in hun vrije tijd ­Oekraïens spreken – of Engels.

Zes dagen per week begint het programma om 7 uur "s ochtends met sport. De dag eindigt rond tienen, na uren van projecten, colleges en documentaires. Het lichamelijke programma is het zwaarst, vinden Tisjtsjenko en Goetiv. "Maar het draagt bij aan doorzettingsvermogen en discipline", zegt Goetiv. "Ik besef dat als we onze persoonlijke doelen bereiken, we ook Oekraïne kunnen verbeteren op zoveel verschillende manieren." Ze wil later filmmaker worden. "Om de juiste waarheid te verspreiden."

Tisjtsjenko denkt erover om planologie te studeren. En daarna terug te gaan naar Zaporizja, de metaalstad in het oosten waar ze vandaan komt. "De lucht is er vuil en de politieke besluitvorming is er nog als in de Sovjet-Unie. Dat moet veranderen."

De vraag is of de academie geen nieuwe elite opleidt die dan naar het buitenland vertrekt, zoals al miljoenen Oekraïners voor hen. EU-lidmaatschap is ver weg, maar sinds vijf jaar is reizen mogelijk zonder visum en kunnen Oekraïners makkelijker in het westen werken en studeren. De nationale identiteit mag zich ontwikkelen, de economie – beknot door oligarchen en corruptie – doet dat nauwelijks, en krijgt nu nog een tik van de oorlogsretoriek.

Het straatbeeld van Lviv. ©  Pavlo Palamarchuk/reuters

Emotioneel gevaccineerd

Toch komen er ook mensen terug. Jevgenia Ficarra (33) en haar Italiaanse man en twee kinderen verhuisden vorig jaar vanuit het buitenland weer naar Kiev. "Ik ben weer verliefd geworden op mijn land: onze mentaliteit is zo veranderd. En ik had ontzettend veel heimwee." Nu zit ze in een hotel in het centrum van Lviv, ontheemd door de mogelijke invasie. "Nogal overdreven, vind ik, maar net als alle buitenlanders raakte mijn man in paniek." Ze klaagt niet. "Ik heb het voorrecht dicht bij de Poolse grens de situatie af te wachten en ik heb een Italiaans paspoort."

Als het echt oorlog wordt, zei ze tegen haar man, kan hij met hun zoontjes van zes en negen vluchten. Zij blijft. "Ik kan vast iets voor onze strijders betekenen: ­koken, hoofdwonden verbinden, wat dan ook." Ze gunt Poetin haar angst niet. "Mijn man zei: pak je juwelen in, misschien komen we niet terug. Maar ik heb ze daar gelaten. Wij Oekraïners zijn in 2014 emotioneel gevaccineerd tegen paniek. En we ­weten dat we niet op buitenlandse hulp hoeven te rekenen. Ik kom wél terug."

Ficarra groeide op niet ver van Tisjtsjenko, Russisch is haar moedertaal. Maar twee jaar geleden, toen ze voor het werk van haar man op Borneo woonde, besloot ze die taal niet meer aan haar kinderen te ­leren en over te stappen op ­Oekraïens. Uit hervonden trots voor haar "herboren" land.

De skyline van Lviv. ©  Pavlo Palamarchuk/reuters

Lviv, Lemberg, Lwów

Russisch en Oekraïens zijn beide Oost-Slavische talen met een variant van het cyrillisch alfabet. Maar qua woordenschat heeft het Oekraïens meer gemeen met Pools. De omschakeling kost Ficarra soms nog moeite: "Hier in Lviv zijn ze wel erg weinig tolerant en meedogenloos met de taal." Het ­Oekraïense nationalisme kan ook een ­"radicale, giftige kant" krijgen, zoals het dat hier in het verleden vaker deed.

Lviv was altijd al anders. Het zat niet permanent onder de knoet van grote broer Rusland, maar was een belangrijke Poolse stad, Lwów. Tot de Habsburgers haar zich toe-eigenden en omdoopten tot Lemberg. In de 19de eeuw werd het de bakermat van Oekraïens nationalisme, maar de meeste inwoners waren Pools en joods. Na de Tweede Wereldoorlog waren die twee groepen er niet meer: verdreven en vermoord. Een West-Oekraïner uit de vorige eeuw kon geboren zijn in Oostenrijk, opgeleid in ­Polen, gevochten hebben voor Oekraïne, gevlucht zijn naar Duitsland en vermoord in de Sovjet-Unie zonder ooit de stad te ­verlaten.

Als je bedenkt hoe de wereldgeschiedenis telkens over Lviv heen raasde, vraag je je af hoe het kan dat de charmante binnenstad met stadspaleizen, theaters en kerken bewaard is gebleven. Voor sommigen nog verbazingwekkender is dat de Oekraïense rebellenleider en kortstondig nazi-collaborateur Stepan Bandera iets buiten het centrum nog op zijn sokkel staat. Maar diens herwaardering als anti-Russische rebel is recent. Zijn standbeeld stamt uit 2007.

Het gevaar is dat de Oekraïense reactie op de Russische vijandigheid doorslaat. In de strijd van acht jaar geleden ontstonden fascistische milities als de Azov-beweging, die zich nadien zijn blijven profileren als verdedigers van de natie.

Historicus Hrytsak is niet zo bang voor radicalisering in Oekraïne. "Onze hervonden identiteit, taal en geschiedenis zijn niet etnisch of religieus bepaald. Het is een burgerlijk nationalisme van een nieuwe stedelijke middenklasse." De haat voor Rusland is niet gericht tegen zijn bevolking, maar "omdat Poetin een bedreiging vormt voor onze veiligheid". Hrytsak vindt president Volodimir Zelenski het toonbeeld van gezond chauvinisme: "Als wij een van oorsprong Russisch sprekende man met joodse achtergrond als president kiezen, kan het nationalisme niet heel erg xenofoob zijn." Hij aarzelt even. "Maar misschien ben ik te optimistisch."

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Lees meer