Direct naar artikelinhoud
PostuumStijn De Paepe

Stijn De Paepe, de mensendichter die al lachend de waarheid zei, is overleden

Stijn De Paepe.Beeld Wouter Van Vooren

‘Zoek Het niet te ver, maar kijk waar Het ligt.’ Naar dat motto probeerde Stijn De Paepe (42), huisdichter van deze krant, te leven en te werken. Samen met zijn ‘meisjes’, vrouw Wendy en de twee kinderen. Aan dat leven is nu al te vroeg een einde gekomen.

‘Dat in de politiek Moral komt na das Fressen/ Is bekend. Je zou voor minder op de loop gaan/ Hoe kortstondiger de politieke loopbaan/ Des te langer zijn de lange messen.’

Met die verzen debuteert Stijn De Paepe op 7 september 2016, als schrijver van het ‘Dagvers’ in De Morgen. Joël De Ceulaer pikt de geestige, vaak scherpe en op de actualiteit toegespitste verzen van De Paepe op op Twitter. Hij tipt de hoofdredactie: een huisdichter - ‘modern rederijker’ in de woorden van De Ceulaer - dat heeft geen krant ter wereld. Eén telefoontje later is de zaak beklonken. Vijfeneenhalf jaar zal Stijn, 1.425 dagverzen lang om precies te zijn, zijn vaste hoekje op pagina 2 in De Morgen verzorgen. En zo de ochtendlijke routine en harten van vele lezers veroveren.

Veel te vroeg is nu een eind gekomen aan die vaste leesgewoonte. Begin 2021 wordt darmkanker vastgesteld bij Stijn. Na een eerste genezing volgt in juni de diagnose van ongeneeslijke uitzaaiingen. Met kenmerkende schuchter- en nuchterheid meldt hij dat aan de redactie. Stijn vraagt geen begrip, maar biedt zijn excuses aan omdat hij een tijdje zal moeten afhaken. Zodra het opnieuw kan, gaat hij toch weer aan het schrijven. Over de fataliteit van zijn ziekte blijft hij liever discreet, naar de woorden van Gerrit Komrij, een van zijn literaire helden: “Eer plant men bomen op de weg/ Eer zal men kakken in zijn hoed/ Dan dat ik u mijn ziel blootleg/ En zeg wat ik thans lijden moet.

Wanneer het niet anders meer kan, maakt hij zijn ziekte toch bekend. Dat doet hij, uiteraard, met een gedicht, ‘Ga Weg’, met de niet mis te verstane laatste regels: “Het leven gaat genadeloos voor anker/ gehoorzaam aan de grillen van de tijd/ Ga weg, gezwinde grijsaard. Met je kanker.”

Het gedicht, eerst gepubliceerd op Twitter, dan in de krant, veroorzaakt een golf van medeleven. De lezersrubriek stroomt over, grote interviews in De Morgen, De Standaard en op Touché bij Friedl’ Lesage op Radio 1 volgen. Het is van een wrange ironie. De man die zijn lot liefst in huiselijke stilte wil dragen, raakt juist met zijn treffend verwoorde, bescheiden menselijkheid een universele snaar. Wat hem overkomt, maakten al zovelen mee bij naasten en geliefden. Dat verdriet heeft Stijn, vanuit zijn eigen ervaring, een stem gegeven.

De gloedvolle aandacht werkt troostrijk. “Elk vuistje doet deugd: ik ben dan toch meliger dan ik dacht”, zegt hij lachend aan columnist Mark Coenen. Ze moet ook een blijvende herinnering bieden aan zijn vrouw Wendy, en de kinderen Rosalie en Marie-Lou: kijk, papa heeft een steen verlegd. “Dat ik er niet meer zal zijn, zo erg vind ik dat niet, maar voor hen vind ik dat wel heel erg”, vertelt hij in hetzelfde interview. “Daar heb ik veel last van: spijt dat mijn tijd zo snel is opgeraakt.”

De harten van Vlaanderen heeft hij al eerder veroverd. Midden in de pandemie, schrijft Stijn voor Gedichtendag 28 januari 2021 op verzoek van het radioprogramma De Wereld van Sofie het even prachtige als troostende ‘Wat Helpt’, met de beginregels:  “Als vloeken helpt, dan vloek je maar./ Maak herrie, stennis en misbaar./ Scheld schel en luid je goudvis uit/ en schreeuw je scherven bij elkaar.” En met als finale: “Je voelt je murw en overstelpt/ en snakt naar stranden, wit geschelpt.../ Hou vol. Vat moed. Want het komt goed./ Doe ondertussen maar/ wat helpt.”

Het gedicht is een instantklassieker van eigentijdse lyriek. Het wordt op posters afgedrukt, uit de krant gescheurd en op ramen en koelkastdeuren gekleefd, als baken voor een samenleving in ontreddering. Omwille van die impact maar ook het taalmeesterschap verdient het, samen met ‘Ga weg’, zonder meer een plek in elke bloemlezing van hedendaagse poëzie.

Als dichter staat Stijn De Paepe ver af van het autonome kunstenaarschap van veel moderne poëzie. Liever meet hij zich met cartoonisten als Zak, Lectrr of Zaza, die, net als hij, dagelijks de strijd aangaan met de actualiteit. Hij herstelt de traditie van het gelegenheidsgedicht, om mensen handvaten te geven bij de gang des levens. Zijn voorkeur gaat naar de “zeggingskracht van eenvoud”, zoals hij het in De Standaard formuleert. Zijn stem klinkt in de lijn van Annie M.G. Schmidt of Willem Wilmink, met wie hij een voorliefde voor kinderverzen deelt, zoals blijkt uit de prachtbundel Het lijkt wel een feestje (2021).

Artistieke helden komen veeleer uit kleinkunst en cabaret: Toon Hermans, Wim Sonneveld, Drs. P, Wannes Van de Velde maar ook André van Duin. Humor is nooit veraf, met boezemvrienden Saïd Bataray en Koen Vander Elst als Twitter-partners. Tot op het einde toe. Wanneer de ziekte hem al finaal op de hielen zit, deelt hij op het sociale medium een foto van het vuistdikke en voor velen onleesbare boek Ulysses van James Joyce, met bijschrift: “Bon, ’t is ’t moment.”

De soms verraderlijk lichte toon stelt hem in staat om zwaardere thema’s aan te pakken. Zoals Julie Andrews zingt in Mary Poppins, zijn favoriete film: “A Spoonful of sugar helps the medicine go down.” Politiek is een geliefkoosd mikpunt, want behalve een ‘modern rederijker’ is Stijn ook een moderne nar, die al lachend de waarheid spreekt. “Ik zal nooit naar beneden schoppen”, zegt hij daarover in Touché. “Er is nog te veel werk met het naar boven schoppen.”

Vraag je lezers naar hun favoriete ‘Dagvers’, dan borrelen als eerste de stukjes over het onderwijs op. Het is bij uitstek een thema waarin Stijn het standpunt inneemt van de kleine man - het onderwijspersoneel - dat machteloos staat tegenover de hoge heren in Brussel. Zoals in ‘Leerkracht’ (2017): “Alweer een schromelijk tekort/ Want niemand die nog leraar wordt/ Wanneer hervormen wieden is/ Cruciaal nochtans, de job van/ leerkracht/ In een wereld waar steeds meer macht/ Voor steeds minder lieden is/ En als je eens rondom je kijkt/ Dan is de nood het hoogst, zo blijkt/ Aan leraren geschiedenis.”

Stijn weet waarover hij spreekt. Als docent taal aan de Artevelde Hogeschool in Gent leidt hij aanstaande kleuteronderwijzers op. De verminderde aandacht voor correcte taalbeheersing gaat hem naar het hart. Niet vanuit taalfrikkigheid, maar vanuit een sociaal oogpunt. “De mondelinge taal moet een model zijn voor kleuters en de geschreven taal is belangrijk in de communicatie met ouders”, legt hij uit in de krant.

Stijn De Paepe, de mensendichter die al lachend de waarheid zei, is overleden
Beeld Wouter Van Vooren

Weinig maakt hem zo kwaad als de lankmoedigheid waarmee de Taalunie - ‘Dwaalunie’, dixit Stijn - de Nederlandse taal overziet. Tot in de Facebook-groep van VRT Taal achtervolgt hij met een schertsend gedicht taaladviseur Ruud Hendrickx, woordvoerder van de ‘rekkelijke’ taalfractie. “Tuut tuut tuut/ de groetjes van Ruud/ Het boek ‘dat’/ of het boek ‘die’?/ ‘Kies maar!’, zegt/ de Taalunie”

Hier toont zich de ‘oude ziel’ van de dichter. Gelijkaardige vergeefse, verbale gevechten gaat hij aan over pulp-tv voor kinderen of de vernieuwingsdrang van Klara. Liever Sesamstraat dan Piet Piraat, liever Bach dan een babbelbox op de radio. “Ik hou van dingen die voorbij zijn”, bekent hij bij Friedl’ Lesage.

Enig venijn wordt hem makkelijk vergeven. Want bovenal is Stijn een ‘mensendichter’, een ‘gewone’, geestige kerel die met zijn jeugdliefje is getrouwd, in het huis van zijn grootvader in geboortedorp Zele woont, een held is in de lokale toneelvereniging en niets of niemand liever ziet dan zijn twee nog jonge dochters, Rosalie en Marie-Lou.

Grootse plannen zijn nog gesmeed. Er zou een gezamenlijke expo komen met ‘Ons kent ons’-cartoonist Zaza, samen met dichter Benno Barnard zou hij een manifest schrijven over de Nederlandse taal, een reis naar Venetië zou er nog eens van moeten komen. Het mag niet zijn. Nu al is de gestolen tijd opgebruikt. Stijn De Paepe is overleden, thuis, in de nabijheid van zijn gezin.

Zijn afwezigheid laat een krater na in de krant, maar die valt in het niets bij het verlies voor zijn geliefden. Onze redactie wenst Wendy, Rosalie, Marie-Lou en iedereen die Stijn dierbaar is, alle warmte en troost toe op dit donkere moment.

Het laatste woord komt uit de ontroerende brief die Joël De Ceulaer enkele weken geleden aan onze huisdichter opdroeg: “Ik spreek namens velen als ik zeg dat jij, je vrouw en je dochters moeten weten wat je voor ons, voor de lezers van deze krant, en voor de rest van Vlaanderen betekent.”

Wil u graag vertellen wat Stijn De Paepe voor u betekende, dan kunt u hier reageren. We brengen alle boodschappen over aan de nabestaanden van Stijn en zullen een bloemlezing publiceren.