LEES OOK. Tamme zwijnen houden grote sier in woonbuurt

Al sinds vorige woensdag lopen in de buurt van Zelm in Mol-Achterbos, omgeven door dichte bossen een groep van zes varken vrij en vrank rond. De dieren – vier volwassen en twee biggen – houden zich op in de tuinen van de bewoners waar ze op zoek gaan naar voedsel. Terwijl er eerst vanuit werd gegaan dat het om wilde everzwijnen ging, constateerde een specialist dat het allicht om tamme duroc- of wolvarkens ging. De dieren waren ontsnapt of moedwillig losgelaten. Het gemeentebestuur liet weten de dieren niet te willen doden. “We gaan ze proberen te vangen en af te voeren naar een dierenopvangcentrum”, zo werd naar de bewoners gecommuniceerd.

Afgeschoten

Maar zaterdagavond moest de Molse schepen Loy een persbericht de wereld insturen dat jagers de twee biggen hadden afgeschoten. Noodgedwongen, zo werd gesteld, omdat “bij een poging om de varkens veilig in de bossen te drijven, twee varkens ongecontroleerd in de richting van een drukke weg liepen. Om een vrijwel zekere aanrijding te vermijden, beslisten de jagers om meteen in te grijpen”, zo luidde het. Maar al snel zag Loy zich verplicht een ‘update’ te versturen.

Het gemeentebestuur had bijkomende verklaringen van buurtbewoners ontvangen waaruit zou blijken dat de dieren op het moment dat ze werden afgeschoten, geen risico vormden voor een aanrijding. “We betreuren we dit ten zeerste en dit is tegen alle afspraken in”, zo liet Loy weten. Ondertussen was er op sociale media ook al een stortvloed aan verontwaardigde berichten gepost.

Kat bij de melk

Wanneer we zondagochtend Zelm intrekken, wordt al snel duidelijk dat de buurtbewoners – die allen anoniem wensten te blijven – erg verontwaardigd zijn over het afschieten van dieren. Een vrouw kon ons zelfs de wei aanduiden waar het voorval zich afspeelde. “De biggen stonden gewoon rustig met een volwassen dier in de wei”, zo beweert ze. “Er was geen sprake van dat ze de weg gingen oplopen. Ze zijn gewoon afgemaakt door de jagers. Het is naïef van het gemeentebestuur om ervan uit te gaan dat jagers die dieren niet zouden doden. Dat is gewoon de kat bij de melk zetten.”

“De dieren lopen hier al vijf dagen rond”, zo stelt een man. “De gemeente is onmiddellijk op de hoogte gesteld, maar tot op vandaag hebben ze er niets aangedaan om de dieren te vangen.” Een andere buurtbewoonster beweert zelfs dat een buurman de dieren in zijn tuin had weten te lokken. “Maar toen hij de gemeentediensten wilde verwittigen, was er niemand bereikbaar.”

Nog een buurtbewoonsters weet met stellige zekerheid dat niet het gemeentebestuur, maar de politie de jagers heeft opgevorderd. “De politie gaat ervan uit dat loslopende dieren hun verantwoordelijkheid zijn”, zegt ze. “Zij hebben een jagersvereniging gevraagd om op te treden mochten de dieren een risico vormen. De jagers hadden nultolerantie, dat wil zeggen dat de dieren afgeschoten mochten worden.”

Miscommunicatie

“Ook ik betreur het ten zeerste dat de twee biggen gesneuveld zijn”, zo reageert milieuschepen Frederik Loy. “Het is woord tegen woord: het verhaal van de jagers tegen dat van de bewoners. We gaan dit verder uitzoeken en als blijkt dat er iets gebeurd is dat niet door de beugel kan, bekijken we welke stappen er nog kunnen genomen worden.”

De schepen geeft toe dat er is iets misgelopen in de communicatie tussen de politie en zijn diensten. “Het moet duidelijk zijn dat we nooit opdracht gegeven hebben om de dieren af te schieten”, zegt hij. “Het is de politie geweest die de jagers gevraagd hebben. Van een nultolerantie voor de jagers, heb ik geen weet. Ook ik heb contact gehad met de jachteenheid ter plaatse. De afspraak was dat ze de dieren moesten proberen te vangen of weg te drijven van de wijken en wegen. We moeten er lessen uit trekken. Als zoiets zich in de toekomst nog eens voordoet, moet er een betere coördinatie zijn.”

Zondag stond er alvast een ploeg van de milieudienst en de politie klaar om uit te rukken wanneer de varkens opnieuw ergens gesignaleerd werden. “We doen er alles aan om ze zo diervriendelijk te vangen en naar een opvangcentrum te brengen”, besluit schepen Loy.