Direct naar artikelinhoud
InterviewTara Garnett

‘Allemaal veganist worden hoeft niet, veel minder vlees eten wel’: Tara Garnett (Oxford)

Een kippenslachterij. Tara Garnett: ‘Dat kweekvlees onnatuurlijk zou zijn? Maar er is nu al weinig natuurlijk aan de doorgefokte vleeskip en hoe die wordt gekweekt.’Beeld Bloomberg via Getty Images

Onze vleeshonger ligt de planeet zwaar op de maag. Hoeveel vlees kunnen we nog eten, en welk vlees dan? Of moeten we allemaal aan de linzen en de kweeksteak? Aan de Universiteit van Oxford onderzoekt Tara Garnett welke plaats er nog is voor vlees in een duurzaam dieet.

De populariteit van veggieburgers ten spijt blijven we veel vlees eten. “De vleesconsumptie in het Westen lijkt te plafonneren of licht te dalen, maar ze blijft hoog en zal in Afrika en Azië vermoedelijk fors stijgen”, zegt Tara Garnett, die aan de Universiteit van Oxford de positie van vlees op ons bord wikt en weegt.

Een stapeltje studies dat zelf stilaan een belangrijke oorzaak van ontbossing is, maakt duidelijk dat blijven schransen zoals we nu doen nefast is voor klimaat en biodiversiteit. Maar hoe moet het dan wel? Garnett maakte deel uit van de EAT-Lancet-commissie, die in 2019 onderzocht hoe we tien miljard mensen kunnen voeden zonder de planeet de vernieling in te eten.

Wat hebben jullie precies gedaan?

“Het doel was na te gaan hoe we gezond kunnen eten en er tegelijk voor kunnen zorgen dat onze voedselproductie een aantal zogenoemde planetaire grenzen niet overschrijdt, zoals limieten voor land- en watergebruik, stikstof- en broeikasgasuitstoot. Dan kom je uit op een dieet dat veel meer volle granen, peulvruchten, noten en groenten en fruit bevat, en waarbij we meer eiwitten uit planten halen dan uit dierlijke producten. Het bevat per dag gemiddeld 15 gram rood vlees – of ongeveer een stuk ter grootte van een kaartspel per week – en ongeveer het dubbele aan wit vlees.”

Dat betekent voor de gemiddelde westerling een serieuze afname van de vlees- en zuivelconsumptie.

“Ja. Maar tegelijk is het belangrijk om duidelijk te maken dat dit geen zwart-witverhaal is. Dat er problemen zijn met de impact van onze vleesconsumptie betekent niet dat iedereen veganist moet worden. Maar in rijke landen moeten we wel substantieel minder vlees en zuivel gaan eten. Ik had zelf graag wel wat meer nuance gezien over rood en wit vlees.”

Tara Garnett: ‘We zullen niet om een prijzenbeleid heen kunnen dat ons naar duurzamere keuzes stuurt.’Beeld RV

Hoezo?

“Het dieet beveelt vooral wit vlees aan. Kippen zetten voer namelijk efficiënt om in vlees, met een lagere milieu-impact tot gevolg. Maar ze eten wel granen die we ook zelf zouden kunnen eten. Runderen daarentegen kunnen vezelige kost verteren die voor ons en andere diersoorten oneetbaar is. Dat duurzaamheidsaspect, en het idee van een veestapel die leeft op overschotten, had van mij wat meer aandacht mogen krijgen.”

Wat houdt dat in, zo’n veestapel op overschotten?

“Het idee is dat je vee niet langer voor ons eetbare granen voedert, maar enkel nog gras, voedselresten en restproducten van de voedingsindustrie. Verschillende studies hebben de voorbije jaren onderzocht hoeveel vlees, zuivel en eieren we in dat geval nog zouden kunnen produceren. Daaruit blijkt dat we in het Westen onze consumptie van dierlijke producten met de helft tot twee derde zouden moeten verminderen.”

Dat lijkt al een stap in de goede richting?

“Er zitten zeker voordelen aan, maar ook nadelen. Runderen kunnen leven op gras, maar daar is veel ruimte voor nodig. Driekwart van de landbouwgrond staat in het teken van de veehouderij, en een groot stuk daarvan is grasland. Zo benutten runderen gronden die we nergens anders voor kunnen gebruiken, is vaak de redenering. Maar wat betekent dat? Soms gaat het om gronden die altijd grasland zijn geweest. In andere gevallen, zoals in Europa, stond op die gronden vaak bos. Er valt ook iets voor te zeggen dat we die gronden beter zouden teruggeven aan de natuur.”

Volgens sommigen zouden we met het juiste beheer meer koolstof in grasland kunnen opslaan dan de koeien die erop grazen uitstoten.

“De claims over het potentieel daarvan zijn vaak erg overdreven. Het lukt op sommige plaatsen om zo veel koolstof op te slaan, maar zeker niet overal. En door gronden terug te geven aan de natuur sla je doorgaans meer koolstof op. Bovendien is dat ook beter voor de biodiversiteit.”

‘We gaan de planeet niet redden door vlees van het menu te schrappen’, stellen Belgische landbouworganisaties en de vleessector. ‘Bovendien leidt het de aandacht af van grotere probleemsectoren.’

“Ik heb enig begrip voor de ergernis aan het feit dat het in bepaalde kringen hip is om vegan te zijn, en te doen alsof je zo de planeet redt. Zeker wanneer het om miljonairs gaat die in hun privévliegtuig de wereld rondvliegen.

“Maar het is natuurlijk een valse tegenstelling. Het is niet omdat je iets aan ons voedingspatroon doet, dat je niets zou doen aan de uitstoot door fossiele brandstoffen. We moeten beide aanpakken, en snel. We hebben niet de luxe om te kiezen.”

We zijn hier erg goed in de productie van vlees en zuivel met een lage impact per kilogram product, zeggen dezelfde organisaties. Hier minder produceren zal enkel het probleem verschuiven naar plaatsen waar ze het minder goed doen.

“Het heeft inderdaad weinig zin om hier minder te produceren als dat leidt tot import. Maar de oplossing is niet om hier zoveel mogelijk te produceren om de rest van de wereld van dierlijke producten te voorzien. Een beter antwoord is een beleid dat tegelijk inzet op een afname van productie én consumptie.”

Kunnen we met technologie en efficiëntere productie de problemen oplossen?

“De VN Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) heeft berekend dat we door overal op de meest optimale manier te produceren, ongeveer 30 procent van de broeikasgasuitstoot van de veeteeltsector kunnen schaven. Er is dus zeker winst mee te boeken, maar het volstaat niet.

“Er is wel een risico dat een hogere efficiëntie leidt tot lagere prijzen en zo tot een hogere consumptie. Dat kan tot een grotere impact leiden, in plaats van tot een kleinere. Bovendien brengt het andere problemen met zich mee. Het betekent doorgaans dieren net méér granen voederen, want dat is efficiënter, en dus meer competitie tussen voedsel en voeder.”

Wat goed is voor de efficiëntie, is vaak ook niet goed voor het dier.

“Ja, denk bijvoorbeeld aan kippen in kooisystemen of aan de snel groeiende vleeskippen. Je kan in elk systeem problemen met dierenwelzijn hebben. Maar als je te sterk inzet op efficiëntie, wordt het dier enkel nog een productie-eenheid. We moeten ons als samenleving afvragen wat we ethisch aanvaardbaar vinden.”

Welke toekomst ziet u voor kweekvlees?

“In zekere zin is dat de ultieme technologische en efficiënte oplossing. Er zijn momenteel veel beloften en claims, maar tegelijk nog grote technologische uitdagingen. Het is ook nog niet duidelijk welke impact dit zou kunnen hebben. Zal dit vooral mensen aanspreken die nu al geen vlees eten? Of zal het echt vleeseters kunnen bekoren? Als zo dierenleed kan worden vermeden, lijkt mij dat zeker vooruitgang.”

Critici schilderen kweekvlees en vleesvervangers graag af als onnatuurlijk en ultrabewerkt.

“Ja, de vleessector en sommige milieu-organisaties sluiten daarmee een merkwaardig verbond. ‘Natuurlijk’ is een beladen en weinig nuttig concept. We houden van ‘natuurlijk’, maar staan wel in de rij voor een covidvaccin. En er is nog weinig natuurlijk aan de doorgefokte vleeskip en hoe die wordt gekweekt.”

Bent u voorstander van een vleestaks?

“Ik denk niet dat we om een prijzenbeleid heen zullen kunnen dat ons in de richting van meer duurzame keuzes stuurt. Maar dat geldt niet alleen voor vlees. Uiteraard moet dat omzichtig gebeuren, zodat de sociaal zwakkeren niet worden getroffen.”

Welke rol hebben veehouders nog in een toekomst met veel minder vlees?

“Ze zouden een rol kunnen spelen in andere landbouwsectoren of bij het beheer van voormalige landbouwgronden die weer natuur worden. Ik verwacht dat er ook nog ruimte zal zijn voor een sector volgens het principe ‘minder en beter’ als er ook een beleid komt dat consumptie in die richting stuurt.”

Zullen we in de toekomst met afschuw terugkijken op de manier waarop we vandaag dieren kweken en slachten, zoals sommige veganisten verwachten?

“Ik denk niet dat we gaan stoppen met dieren te eten, maar dat het wel mogelijk is om ze op een verantwoorde manier te houden.  Maar dat kan enkel op een veel, veel kleinere schaal. Ik hoop op een wereld waarin we dieren minder als productiemiddelen zullen zien.

“Maar ik verwacht eerder dat we de weg van technologie en efficiëntie zullen inslaan in een poging om zo weinig mogelijk te moeten veranderen.”

Morgen deel 3: wetenschappers sleutelen aan het ultieme namaakvlees.