Planeet heeft weinig baat bij economische herstelplannen

Amper 6 procent van de herstelplannen die overheden hebben gelanceerd om de economische impact van de coronacrisis op te vangen, hebben ook ecologisch een duurzaam karakter. Dat blijkt uit een onderzoek van wetenschappers aan de Johns Hopkins University, gebaseerd op een analyse van het bedrag van 14 biljoen dollar dat de landen van de G20 in economische stimulansen hebben geïnvesteerd. 

Bovendien werd volgens de onderzoekers ongeveer 3 procent van de recordbudgetten die de regeringen over de hele wereld hebben uitgegeven om het economisch herstel te ondersteunen, besteed aan activiteiten – zoals subsidies voor steenkool – die de emissies van koolstofdioxide zullen verhogen.

Cruciale kans

Vele regeringen hadden beloofd bij hun herstelplannen ook met het leefmilieu en de klimaatverandering rekening te zullen houden, maar daarvan is volgens de onderzoekers slechts een klein gedeelte daadwerkelijk gerealiseerd. “De regeringen hebben een cruciale kans gemist”, benadrukt onderzoeksleider Jonas Nahm, professor milieuwetenschappen aan de Johns Hopkins University in de Verenigde Staten.

“De uitgaven voor het economisch herstel boden de wereld een instrument om de opwarming van de planeet beneden de grens van 1,5 graden Celsius te helpen houden, maar die kans is collectief gemist. Het is teleurstellend dat regeringen nog niet tenvolle begrijpen dat economische groei, welvaart en emissiereducties eigenlijk complementair zijn.”

Een groot deel van de herstelplannen moesten de gezondheidszorg ondersteunen, terwijl tevens op de arbeidsmarkt een aantal stimulansen werden geïmplementeerd, maar vele landen lieten volgens Nahm de kans onbenut om ook ecologische een belangrijke vooruitgang te boeken.

“Met zijn steun voor de luchtvaart verbood Frankrijk vliegtuigmaatschappijen nog langer te concurreren met binnenlandse treinverbindingen, maar geen enkel ander land heeft op het gebied van duurzaamheid aan zijn industrieën belangrijke voorwaarden gekoppeld”, beklemtoont de wetenschapper.

De onderzoekers wijzen erop dat vooral het Verenigd Koninkrijk bijzonder slecht presteerde. “Amper 10 procent van de stimulansen ging naar maatregelen die de uitstoot konden verminderen, ondanks de groene retoriek van de Britse premier Boris Johnson”, merkt Nahm op.

“De Europese Unie deed het veel beter. Daar hadden meer dan 30 procent van de maatregelen een duurzaam karakter. De Verenigde Staten toonden een gemengd beeld. Een aantal duurzame maatregelen werden goedgekeurd, maar andere initiatieven werden door het Amerikaanse Congres afgeremd.”

Tewerkstelling

De wetenschappers merken nog op dat sommige regeringen voor fossiele brandstoffen enorme budgetten hebben vrijgemaakt. “India investeerde 14 miljard dollar in de ondersteuning van zijn steenkoolindustrie”, verduidelijkte Nahm. “Zuid-Afrika heeft eveneens 11,4 miljard dollar aan garanties voor de aankoop van elektriciteit, grotendeels uit steenkoolcentrales, vrijgemaakt. Ook China verhoogde de productie van de steenkoolmijnen.”.

Economen hebben er al op gewezen dat investeringen in duurzame toepassingen ook economisch een gunstig effect zou hebben, waarbij zowel op korte als lange termijn een grotere tewerkstelling in het vooruitzicht werd gesteld.

“Onder meer de isolatie van huizen, de bouw van laadstations voor elektrische wagens, de introductie van duurzame energiebronnen, het planten van bomen en het bouwen van waterkeringen, vereisen geschoolde en ongeschoolde arbeidskrachten en genereren voordelen op het gebied van gezondheid en welzijn, terwijl ze tegelijkertijd de uitstoot van koolstofdioxide verminderen”, werd er daarbij benadrukt.

De cijfers tonen volgens de onderzoekers aan dat het economisch herstel na de coronapandemie minder op duurzame toepassingen is gericht dan gelijkaardige inspanningen die werden gedaan na de financiële crisis veertien jaar geleden. “Toen ging ongeveer 16 procent van de budgetten naar activiteiten die de uitstoot van broeikasgas verminderden of de omgeving verbeterden”, stippen de wetenschappers nog aan.

Meer