Direct naar artikelinhoud
ReportageOekraïense vluchtelingen

‘Soms valt iemand flauw of gaat iemand door het lint’: met duizenden vluchtelingen wachten in Brussel

Het voormalige ziekenhuis aan de Waterloolaan, dat omgebouwd is tot aanmeldcentrum, ontvangt elke dag Oekraïense vluchtelingen.Beeld Tim Dirven

Oorlog is ook: in ellenlange wachtrijen staan. Niet alleen op de vlucht aan grensovergangen maar ook aan het Brusselse voormalige ziekenhuis waar Oekraïners, die hier toekomen met 1.500 per dag, aanschuiven voor registratie. ‘Ik ben zo moe en bang dat ik het juiste papier niet krijg.’

en

“U hoeft niets te vrezen. Wij gaan u echt niet terugsturen naar Kiev omdat u nog niet geregistreerd bent.” De Brusselse politieagent kijkt de frêle Oekraïense bloedserieus aan. Ze heeft een deken rond zich gewikkeld en grote wallen onder haar ogen.

De uitleg lucht haar op. “Ik was zo bang dat we teruggestuurd zouden worden naar Poetins bommen”, zegt Nastya (27) uit Kiev. “We hoorden dat we ons binnen de week moesten registreren en wij zijn hier al een week. Blijkbaar is er toch meer tijd.”

Meteen toen Rusland Oekraïne binnenviel, is de jonge vrouw met haar familie gevlucht naar kennissen in Antwerpen. Haar man moest achterblijven. “Slapen is lastig omdat ik ongerust ben. Ik heb vrienden die plots geen contact meer krijgen met hun achtergebleven familie”, vertelt ze in tranen.

Samen met zo’n 1.500 landgenoten wacht Nastya hier vandaag aan de Waterloolaan tot ze binnen mag in het voormalige Jules Bordet-ziekenhuis. Daar registreert de Dienst Vreemdelingenzaken Oekraïners zodat ze een verblijfsvergunning kunnen krijgen.

De dienst is overrompeld. “We registreren met pen en papier en er is pas sinds gisteren elementaire informatica”, zegt woordvoerder Wouter Van Herbruggen. Velen wachten van ’s morgens erg vroeg vaak tevergeefs een hele dag. Van de zo’n 6.000 mensen die zich sinds vrijdag aanboden, zijn er 2.245 geregistreerd. Wie niet bij vrienden of vrijwilligers terechtkan, wordt opgevangen in een centrum van Fedasil.

Vandaag schijnt gelukkig de zon, zijn er mobiele toiletten en bieden het Rode Kruis en vrijwilligers water, eten en speelgoed voor de kinderen. Een man heeft cake, koffie en krijtjes bij waarmee de kinderen de straat versieren. Hij koos voor geel en blauw. Een Braziliaans restaurant uit de buurt deelt maaltijden uit en netwerkoperator Lycamobile gsm-kaarten.

Toch is de sfeer bedrukt. Velen zijn doodop en in de war. Sommigen brachten de nacht door in de auto, zes wc’s is weinig voor 1.500 mensen en de gedachten zijn bij wie achterbleef. Sommigen, ook kinderen, staren met lege blik voor zich uit.

“Soms valt iemand flauw of gaat iemand door het lint”, zegt Erik Van Wolvelaer van de vrijwilligersorganisatie Solidarity with Ukraine (Belgium), die spontaan ontstond op Facebook. “Dit is dan ook geen manier om vluchtelingen op te vangen.  Waarom is er geen bonnetjessysteem waarmee je je op afspraak kan registreren? Waarom moet wie elders al onderdak heeft voor registratie naar Brussel? Waarom zijn wij het die water, wc-papier en flyers met uitleg voorzien? En waarom kan dit niet in zo’n groot vaccinatiecentrum waar mensen ten minste binnen op een stoel kunnen wachten? Door oorlog gehavende mensen ontvang je toch niet in chaos en ontbering?”

Politieke aanpak

De chaos roept vragen op over de politieke aanpak. Want dat deze crisis er zat aan te komen was al een tijdje bekend. Meer dan 2 miljoen Oekraïners staken de grens over naar de Europese Unie. Volgens de Verenigde Naties kan dit oplopen tot 7 miljoen. In vergelijking hiermee was de grote vluchtelingencrisis in 2015 door de oorlog in Syrië een opwarmertje: toen vluchtten 1,3 miljoen mensen naar de EU. De Oekraïners stromen ook aan een veel hoger tempo toe.

Staatssecretaris Sammy Mahdi (CD&V) pleitte vorige week op EU-niveau om de Oekraïners automatische bescherming te geven zodat ze geen asielprocedure moeten doorlopen. Het is een van de redenen waarom de toestroom te verwachten viel en waarom Nederland bijvoorbeeld maandag al besliste om op korte termijn 50.000 vluchtelingen een plek te geven. De Italiaanse regering kondigde de noodtoestand af.

Waarom staan er dan bij ons zo’n lange rijen? En waarom kwam Mahdi pas woensdag met zijn voorstel om ‘nooddorpen’, grote collectieve opvangplaatsen, op te richten? Een concreet aantal plaatsen kon zijn kabinet daar nog niet op plakken. Wel zou er tegen maandag een nieuw centrum op de Heizel verschijnen dat 5.000 Oekraïners per dag kan registreren.

Een deel van het antwoord is de institutionele structuur van ons land. In principe is de federale overheid alleen de eerste dagen bevoegd voor de acute opvang. Daarna worden Vlaanderen, Brussel en Wallonië verantwoordelijk. Enkel in uitzonderlijke omstandigheden, zoals na de overstromingen in Wallonië, trekt de federale overheid het crisisbeheer volledig naar zich toe. Maar over die federale fase moet dan wel consensus bestaan.

Die is er nu niet. De voorbije dagen kreeg Mahdi van N-VA-voorzitter Bart De Wever het verwijt zijn verantwoordelijkheid te ontlopen. Daarop stelde Mahdi voor om de federale fase in te schakelen, maar dat zien de Vlaams-nationalisten niet zitten. Ook Bart Somers, viceminister-president voor Open Vld, merkte op dat “iedereen moet handelen binnen eigen bevoegdheden”. Versta: de liberalen zijn tegen.

Het besef dat samenwerking essentieel is, lijkt nu wel in te dalen. Volgens Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA) wordt dit “de grootste humanitaire catastrofe sinds de Tweede Wereldoorlog”. In een speech voor het parlement riep hij woensdag op om de grenzen van meerderheid en oppositie te overstijgen. “Er volgen nog heel zware tijden”, klonk het. “Alle overheden zullen inspanningen moeten leveren.” Donderdag volgt overleg tussen de federale overheid en de deelstaten met als doel deze uitdaging samen aan te pakken.