September 2005. André Flahaut woont een oefening bij  van Belgische troepen in het noorden van Duitsland.
Volledig scherm
PREMIUM
September 2005. André Flahaut woont een oefening bij van Belgische troepen in het noorden van Duitsland. © Photo News

Kan het Belgisch leger nog naar de oorlog? Vechten in een echte oorlog is voor ons land eigenlijk onmogelijk geworden

“Een klein leger, maar een dik leger”. Zo luidde het ludieke motto van Kamagurka in 1983. Op het moment dat Kama zijn liedje zong, telde ons leger net geen 90.000 actieve militairen, waarvan bijna driekwart beroeps. Ingeval van oorlog konden er ongeveer 150.000 reservisten — reserve-officieren en afgezwaaide dienstplichtigen — opgeroepen worden. 3,35% van het bbp ging naar defensie. Vandaag telt ons leger nog 25.000 beroepsmilitairen en liggen onze uitgaven voor defensie op 1,08% van het bbp. Vechten in een echte oorlog is voor ons land eigenlijk onmogelijk geworden. Hoe is het zo ver gekomen?