Direct naar artikelinhoud
InterviewAlexander D’Hooghe

Alexander D’Hooghe, de man die Oosterweel moet redden: ‘Mijn hart bloedt als ik zie hoe de PFOS-crisis wordt misbruikt om ons project zwart te maken’

Alexander D'hooghe.Beeld © Eric de Mildt

Vijf jaar geleden forceerde hij de doorbraak rond Oosterweel. Nu zit het grootste leefbaarheidsproject van Vlaanderen opnieuw in het slop. Kan ‘mirakelman’ Alexander D’Hooghe zijn magie nog eens bovenhalen? ‘We mogen onze oude demonen niet laten winnen.’

“Antwerpen is een vortex: het zuigt je helemaal op”, zegt Alexander D’Hooghe al lachend als we vragen of hij de stad nog niet beu is. Iets meer dan zes jaar geleden werd hij van het prestigieuze Massachussetts Institute of Technology (MIT) in Boston weggeplukt om de oorlog rond de Oosterweelverbinding te beëindigen. De architect-urbanoloog, die van New York tot Amsterdam zijn handelsmerk maakte van complexe projecten, slaagde hier wonderwel in.

Over de ring - vijf jaar Toekomstverbond is een ode aan de historische handdruk tussen de overheid en de actiegroepen, dag op dag vijf jaar geleden. Het boek bevat een aantal knappe impressies van de parken die – als alles goed gaat – tegen 2030 op de ondertunnelde Antwerpse ring zullen verschijnen. Maar veel tijd om te feesten heeft D’Hooghe niet. Door de PFOS-crisis staat zijn zorgvuldig gesmede compromis uit 2017 op springen.

Wat valt er vandaag te vieren?

D’Hooghe: “Het feit dat het Toekomstverbond nog bestaat. Veel mensen voorspelden dat de deal tussen de overheid en de actiegroepen na één of twee jaar zou kapseizen. Niet dus. We staan er na vijf jaar nog altijd. Dit is het enige leefbaarheidsproject in Vlaanderen waar een echte langetermijnvisie achter zit. Dat is een waardevolle prestatie, ook al moeten we nog een lange weg afleggen.”

Herinner ons nog even: waar gaat die weg nu weer naartoe?

“Er is natuurlijk de bouw van de autostrade rond Antwerpen, die voor het autoverkeer en de Antwerpse haven veel betekent. Maar de autostrade is slechts een vliegwiel waarmee veel grotere dingen in beweging zijn gebracht. Zo bouwen we het grootste naoorlogse stadspark van Vlaanderen, en dat midden door de armste wijken van Vlaanderen.

“De wijken in het noordoosten van Antwerpen, zoals Deurne en Merksem, krijgen al 150 jaar alle mogelijke vormen van ruimtelijke onrechtvaardigheid op hun dak: de slachthuizen, de spoorwegdomeinen, de autostrade, het Sportpaleis. De bourgeoisie van Berchem wilde die zaken liever niet in de buurt. Precies in die arme wijken realiseren we nu een groot stadsvernieuwingsproject dat zelfs in Nederland zijn gelijke niet kent. Een park van kilometers lang, een groene long voor de stad. Zo krijg je een unieke balans tussen stad en natuur.”

Niet iedereen is enthousiast. De ontdekking van PFOS in de Oosterweelgrond doet veel voorstanders twijfelen.

“Ik begrijp die ongerustheid volkomen. Het is nu belangrijk dat de omvang van het probleem helder in kaart wordt gebracht, dat de parlementaire onderzoekscommissie haar conclusies op tafel legt en dat de directie van de 3M-fabriek verantwoordelijkheid neemt. Waar ik het moeilijker mee heb, is wel dat de PFOS-crisis door sommigen wordt misbruikt om via een soort carambole het grootste leefbaarheidsproject van Vlaanderen onderuit te halen.”

U bedoelt de procedure van activist Thomas Goorden, Greenpeace en actiegroep Grondrecht bij de Raad van State? Hierdoor lagen de werken maanden stil.

“Kijk, er zullen altijd koele minnaars van de Oosterweelverbinding zijn. Dat is logisch. Maar mijn hart bloedt als ik zie hoe de PFOS-crisis wordt misbruikt om het hele leefbaarheidsproject errond zwart te maken. Volgens mijn bescheiden mening zullen de baten van dit project vele malen groter zijn dan de nadelen. Denk maar aan de kankerlucht die je straks niet meer gaat inademen in Antwerpen, de afname van de lawaaihinder en de boost voor het openbaar vervoer. We staan nu tegenover conservatieve krachten die de huidige situatie liever willen behouden, tegenover advocaten van de stilstand. Maar is de huidige situatie dan zo veel beter?”

In het boek vergelijkt u de tegenstand met de Spaanse inquisitie. Waarom zo fors?

“Ik heb de discussie bewust op scherp gesteld. Bij de inquisitie doken er stemmen op met een heilige overtuiging in het eigen gelijk, zonder interesse in dialoog. Andersdenkenden werden beschuldigd van doodzonde en uit de weg geruimd. Dat zie je nu ook gebeuren. In de discussie tussen de Antwerpse burgerbewegingen worden mensen beschuldigd van ‘collaboratie’ en samenwerking met de ‘vijand’. Ik vind dat totaal misplaatst.”

Die verwijten gaan over activist Manu Claeys, die een zitje aanvaardde in de raad van bestuur van Oosterweel-bouwheer Lantis.

“Manu is an upstanding guy. Het feit dat zo’n onafhankelijke figuur zich engageert is een goede zaak voor iedere raad van bestuur. Anders kan je net zo goed een bende groupies aanstellen.”

Wel pijnlijk: Lantis wist al in 2017 van de PFOS-vergiftiging en deed daar niets aan. Het lijkt er sterk op dat de overheid en Lantis het probleem onder de mat veegden.

“Ik heb daar nog altijd geen indicaties voor. Wat ik wel weet, is dat we in 2017 eindelijk een doorbraak hadden na jaren onderhandelen. Voor de eerste keer in lange tijd waren er good vibes rond de onderhandelingstafel. Een heleboel mensen hebben toen verantwoordelijkheid genomen en ervoor gezorgd dat de verstandhouding niet verwaterde. Ze wilden vooruitgaan. Dat sentiment wil ik niet veroordelen.”

De kritiek luidt dat alles en iedereen moet wijken voor Oosterweel. Zo werd vorige week nog een verbod om PFOS-grond op de werf te verplaatsen ongedaan gemaakt.

“Onafhankelijke experts zoals professor Jacob de Boer hebben verzekerd dat de manier waarop Lantis omgaat met die verontreinigde grond voldoet aan de hoogste standaarden. Ik heb er dus alle vertrouwen in.”

U wel.

“Anderen hopelijk ook, maar we moeten daaraan werken. Herman Van Goethem, de rector van de Universiteit Antwerpen, riep onlangs op om een Forum 2030 op te richten. Een platform waarmee we een nieuw maatschappelijk draagvlak kunnen creëren voor het Toekomstverbond. Dat lijkt me een wijze oproep. Een groot project zoals dit kan makkelijk derailleren. Het is fragieler dan velen denken. We hebben een sterke basis nodig om schokken te overleven.”

“Niet alleen PFOS, maar ook corona was een grote schok. Er is maar zoveel dat je via een Zoom-vergadering kan realiseren. Als je twee jaar lang ieder fysiek contact met je medemens verliest, dan nemen de afstandelijkheid en de paranoïa toe. Dat is levensgevaarlijk voor een project dat volledig gebaseerd is op vertrouwen en samenwerking.”

Het Toekomstverbond is niet meer geloofwaardig, stelt Imade Annouri (Groen). De ecologisten willen van Oosterweel een thema maken bij de volgende verkiezingen.

“De politiek moet haar spel spelen. Maar gooi dit mooie project niet overboord omwille van een verkiezingscyclus, zou ik zeggen. Als het niet meer geloofwaardig is, help dan mee om het weer geloofwaardig te maken.”

Goorden vatte de scepsis onlangs samen in deze krant: de nieuwe snelweg ligt er bijna, maar de files in Antwerpen staan er nog.

“Akkoord, we staan nog niet op alle vlakken even ver. Maar laat dat een aansporing zijn in plaats van een rem. We wisten vanaf dag één dat het Toekomstverbond niet in enkele jaren gerealiseerd zou zijn. Intussen zijn er al grote stappen gezet. Denk aan de werken op Linkeroever, die het verkeer en de lawaaioverlast uit de gemeente Zwijndrecht weghalen. Stukken natuur die daar in het verleden werden afgesneden door de autostrade lassen we nu weer aan elkaar via ecoducten. Denk ook aan de grote ringparken die op de ring komen en aan de grote park-and-rides die her en der in de Antwerpse rand verschijnen.”

Burgerbeweging Ringland is bezorgd. We gaan niet de overkapping krijgen die ons werd beloofd, vreest ze.

“In de huidige plannen is al meer dan de helft van het Oosterweeltraject ondertunneld of ingekapseld. Dat is al een serieuze overkapping. Niet zoals de ring van Parijs, waar hier en daar een dekseltje van een paar honderd meter op ligt. Uiteraard zijn er mensen die nog meer willen, en ik zal daar ook voor strijden. Als we aan tweederde overkapping geraken, dan zou dat fantastisch zijn. Nog meer is uiteraard nog beter, maar technische redenen maken dat niet makkelijk. De tunnels moeten veilig zijn voor wie erdoor rijdt.”

Klopt het dat uw werkgebied onlangs werd verlegd: van de overkapping naar de mobiliteitsknoop rond Antwerpen?

“Ja. De overheid wenst snelheid te maken met de zogenaamde modal shift, waarbij mensen minder de auto gaan gebruiken. Het komende jaar zal ik volop focussen op mobiliteit. Ik heb er speciaal mijn team voor uitgebreid.”

Kent u de Antwerpse spits? U kunt evengoed meespelen in Mission impossible.

“De omslag gaat traag, dat klopt. Deels omdat de bevoegdheid erg versnipperd is. Fietspaden kunnen de stad en de provincie aanleggen. De federale NMBS en de Vlaamse vervoersmaatschappij De Lijn moeten het rollend materieel voorzien. En dan zijn er nog allerlei nieuwe mobiliteitstoepassingen voor collectief vervoer, genre Uber Pool. Er vloeit op dit moment razend veel kapitaal vanuit Wall Street naar zulke toepassingen.”

Tegen 2030 moet de helft van alle verplaatsingen in de Antwerpse regio op een duurzame manier gebeuren, zo luidt de afspraak. Dat lijkt toch onmogelijk?

“Binnen de Singel halen we die doelstelling nu al, maar het zijn vooral de randinwoners die met hun auto de stad blijven binnenrijden. Het grootste deel van de omslag moet daar, in die landelijke gemeenten rond Antwerpen, worden gehaald. Er is geen enkele reden waarom de inwoners van pakweg Zoersel niet samen naar Antwerpen zouden kunnen rijden.”

Hoe gaat u dat aanpakken?

“Ik zie drie grote werven: de fietspaden, de overstapplaatsen en het openbaar vervoer. Vooral de elektrische revolutie op de fiets moeten we beter benutten. De gemiddelde afstand die iemand bereid is om dagelijks te fietsen is hierdoor gestegen van 3 naar 9 kilometer. Dat wil zeggen dat een groot deel van de randinwoners met de fiets naar het werk kan.

“We werken aan een fietsnetwerk in de vorm van een spaakwiel: vanuit alle richtingen komen er fietssnelwegen toe in Antwerpen, waar ze samenkomen op de ring. Dan kan je vlot vanuit het Waasland naar Klein-Brabant vlammen op je Stromer. We zorgen ervoor dat je onderweg geen conflicten of steile hellingen tegenkomt. Dat vergt wel wat ruimte: fietspaden van 6 meter breed. Mensen op een speedpedelec en ouders met kinderen moeten allebei veilig de baan op kunnen.”

Hoe staat het met de fietsbrug over de Schelde? Dat lijkt een saga zonder einde.

“De brug komt er sowieso, vlak bij de Kennedytunnel. We hebben enkel nog discussie over hoe we het scheepverkeer op de Schelde zo weinig mogelijk kunnen hinderen, terwijl we het voor fietsers zo aangenaam mogelijk maken. De fietsbrug zal deels een pronkstuk zijn, maar het is vooral een essentiële schakel in onze fietsvisie.”

Klopt het ook dat u op een plan broedt om Berchem-station te verplaatsen? Dat gerucht doet de ronde.

“Deels. Ik zie vier grote knooppunten in Antwerpen: Zuid, Berchem, Schijnpooort en Luchtbal. Maar Berchem-station is echt the mother of all multimodal hubs. Een monster. Er komen zeven transportmiddelen samen, terwijl de ruimte rond het Ryckaertsplein volledig is volgebouwd. We onderzoeken nu of we ter hoogte van het station geen overkapping kunnen leggen op de austostrade, met daarop een nieuwe ingang. Op die nieuwe plek kunnen we 5.000 extra fietsparkings aanleggen en is er voldoende ruimte voor trams, bussen, enzovoorts.

“De gesprekken met de NMBS en De Lijn lopen volop. Om zo’n knoop goed te laten werken, moeten alle vervoersmiddelen op maximaal twee minuten wandelafstand liggen. Het moet ook aangenaam zijn.”

Dat klinkt complex.

“Dat is het ook, toch als je het niet onnodig duur wil maken. Maar we moeten af van het idee dat onze stations onze kathedralen zijn. In de toekomst zijn de multimodale knopen de nieuwe kathedralen. In die zin proberen we iets te doen dat radicaler is dan waar ook ter wereld.”

Opvallend: net als in Antwerpen is er ook in Amsterdam discussie over de vraag of er nu een brug of een tunnel onder het IJ moet komen. Ook de Nederlanders klopten aan bij u. Hoe komt dat toch?

“Geen idee, ik vind het gewoon plezant om onmogelijke problemen te bekijken (lacht). In Amsterdam is er nu een akkoord rond twee bruggen en een fietserstunnel.”

‘Genereus verbonden’, heette uw compromis daar. Klinkt nogal dromerig, genre Toekomstverbond. Bent u niet bang dat uw sprookje in Antwerpen doorprikt is?

“Nee. Het woord doorprikken suggereert dat er een onheilige werkelijkheid verborgen is gebleven en nu werd blootgelegd, maar dat is niet zo. Het is heel normaal dat een groot infrastructuurproject vragen oproept. De vraag is nu of we onze oude demonen die we in 2017 hadden overwonnen - onze zelfhaat en onze zelfvernietigingsdrang - weer de bovenhand laten nemen. Laten we niet alles opgeven. Volwassen burgerschap vereist dat je zeer kritisch bent, maar ook dat je constructieve acties onderneemt om het beter te maken.”

Over de ring - vijf jaar Toekomstverbond, Alexander D’Hooghe, 348 p.