©  Jan Van der Perre

Een inkijk in het Forensisch Psychiatrisch Centrum Linkeroever: “Er moet dringend een oplossing komen voor patiënten die niet te behandelen zijn”

Linkeroever, Gent -

Sinds de opening van de Forensisch Psychiatrische Centra (FPC) op Linkeroever en in Gent in 2017 en 2014, werd de behandeling van 202 patiënten succesvol afgerond en is een veilige doorstroom naar de maatschappij gelukt. De werking van de FPC’s bewijzen dus hun nut, maar de instellingen staan ook voor uitdagingen. Zo schat het Antwerpse FPC 25% van haar patiënten klaar voor uitstroom maar werd 9% van alle aanmeldingen afgewezen. En dan is er nog de groep van onbehandelbare patiënten voor wie er op dit ogenblik geen alternatieve opvangmogelijkheden bestaan.

Elien Van Wynsberghe

Voor de duidelijkheid: FPC’s zijn zwaarbeveiligde, gesloten behandelcentra. Hier spreekt met niet over gedetineerden maar van patiënten. Personen die in een FPC terechtkomen, worden daartoe verplicht door de Kamer voor de Bescherming van de Maatschappij (KBM). Zo werd Kim De Gelder, die verantwoordelijk was voor de steekpartij in het kinderdagverblijf Fabeltjesland, begin dit jaar als geïnterneerde overgeplaatst van Merksplas naar het FPC op Linkeroever.

De afgelopen zes jaar verbleven (en verblijven) in de FPC’s in Antwerpen en Gent 654 unieke patiënten. 88% van deze personen pleegde ernstige geweldsdelicten, gaande van moord tot verkrachting.

Van alle patiënten in de FPC’s lijdt één op de drie aan een psychotische stoornis zoals schizofrenie. Nog eens één op de drie kreeg de diagnose van persoonlijkheidsstoornis. 14% heeft een parafiele stoornis. “Dat gaat over personen met een afwijkende seksuele voorkeur, veelal pedofilie”, zegt hoofdgeneesheer prof. dr. Ingeborg Jeandarme. “En één op drie heeft in hoge mate psychopathie.”

 ©  Jan Van der Perre

Honderd personen op wachtlijst

De patiënten komen zo goed als allemaal rechtstreeks uit de gevangenis. Vandaag staan er zo’n honderd personen op de wachtlijst voor een behandeling in een FPC. Gemiddeld duurt zo’n behandeling er 2,8 jaar.

“Bij 202 patiënten werd de behandeling intussen afgerond en is de veilige doorstroom naar de maatschappij gelukt. In de helft van die gevallen gaat het om personen die naar een minder beveiligde setting konden worden overgeplaatst. Maar evengoed gaat het om personen die vandaag zelfstandig wonen en werken.”

Daarnaast is er echter ook een groep die moeilijk resocialiseerbaar is. Het gaat dan om mensen die meerdere persoonlijkheidsstoornissen hebben, die in hoge mate aan psychopathie lijden en die een hoog risico hebben op recidive. “Die personen kunnen we nog eens opdelen in twee groepen. Een groep waar we wel degelijk vooruitgang kunnen vaststellen en voor wie we nog behandelmogelijkheden zien, maar dan op erg lange termijn. En een groep waar we geen daling kunnen vaststellen in het risico op recidive en waarvan we moeten vaststellen dat ze niet te behandelen zijn”, zegt Jeandarme.

 ©  Jan Van der Perre

Dichtslibbing voorkomen

Dat brengt ons bij de uitdagingen waarvoor men vandaag staat als het gaat over het realiseren van kwaliteitsvolle resocialisatietrajecten. “Want uitdagingen zijn er wel degelijk”, zo zeggen Jeandarme en collega-hoofdarts dr. Gökhan Goktas.

Zo kent de uitstroom van de patiënten die als uitstroombaar beschouwd worden in meer dan 80% van de gevallen een gunstig verloop. Maar het stropt nog te vaak voor die uitstroom van start kan gaan. Zo schatte het FPC Antwerpen eind vorig jaar 25% van zijn patiënten klaar voor uitstroom. Voor 9% werden alle aanmeldingen afgewezen door de vervolginstellingen. “Zij oordelen dat het veiligheidsrisico te hoog is, of ze stellen vast dat de pathologie te moeilijk is”, zegt Goktas. “Het aanbod in de vervolginstellingen moet eigenlijk nog beter worden afgestemd op de noden van de forensisch psychiatrische patiënt. Daarnaast hebben we ook nood aan een consensus over de criteria voor doorstroom.”

En dan is er dus de groep van patiënten die als onbehandelbaar worden beschouwd door de FPC’s. Voor hen is er op dit ogenblik geen alternatief. “En daar moeten we ons toch enkele ethische vragen bij stellen”, zegt Jeandarme. “Want ondertussen zitten er mensen in de gevangenis die op de wachtlijst staan voor een plaats in een FPC. De groep van mensen die niet behandelbaar is, zal ook toenemen. Daar moet iets aan gebeuren, willen we ‘dichtslibbing’ voorkomen.”

De inrichting van een high security longstay voor deze patiënten zou een antwoord kunnen bieden op dat probleem. Plannen liggen op tafel om zo’n instelling te realiseren in Aalst. “Maar het zal nog enkele jaren duren vooraleer die er komt”, zegt Goktas. “Ook al omdat er nog steeds discussie is over de precieze locatie ervan.”

Van houtbewerking tot keramiek

Een rondleiding door het FPC op Linkeroever toont dat de patiënten lang niet alleen therapie volgen. “Naast therapie bestaat de dagbesteding ook uit leerblokken en sport- en arbeidsateliers. Telkens op maat van de patiënt”, zegt zorgmanager Kim Goethals.

We passeren een keramiekatelier waar een man schaakstukken glazuurt voor een schaakset die nadien in het winkeltje van het FPC verkocht zal worden. “Dat winkeltje, dat MAGIS3 heet, is voorlopig enkel opengesteld voor onze patiënten en ons personeel, maar binnenkort komt er een webshop aan.”

 ©  Jan Van der Perre

Wat verder, in het crea-atelier, is een vrouw aan het knutselen met textiel. Een project in samenwerking met de Engelse kunstenares Cas Holmes. “Er is ons de vraag gesteld om iets te maken over wat wij hier in het FPC gemist hebben tijdens de lockdown”, zegt de vrouw. “Voor mij is dat mijn familie, blijheid en ook de natuur tijdens de uitstapjes die we soms maken.”

Zware deuren worden geopend met badges en vallen achter ons weer in het slot. In het houtatelier volgen enkele mannen een opleiding houtbewerking gegeven door onderwijsinstelling Encora. Een andere man werkt mee aan de opbouw van een plantenwinkeltje en buiten onderhouden nog andere patiënten de tuin van het FPC. “Hier heb ik een kruidenspiraal aangelegd”, toont één van hen. “Het doel is re-integratie”, concludeert directeur patiëntenzorg Ilse Libijn. “En daartoe dragen naast therapie ook schoolse- en arbeidsvaardigheden als deze bij.”

 ©  Jan Van der Perre

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners