Direct naar artikelinhoud
AnalyseOorlog in Oekraïne

Deur naar onderhandelingen tussen Oekraïne en Rusland lijkt op een kier te staan, is dat wel echt zo?

De Turkse buitenlandminister Mevlut Cavusoglu was op bezoek bij zijn Russische collega Sergej Lavrov om te ­bemiddelen in het conflict met Oekraïne.Beeld AP

De Russische minister van Buitenlandse Zaken Lavrov heeft ‘enige hoop’ op een compromis en president Zelensky spreekt van ‘realistischere’ onderhandelingen. Volgens de Financial Times is er een vijftienpuntenplan dat voorziet in Oekraïense neutraliteit en Russische terugtrekking. 

De financiële beurzen veerden woensdag direct op, maar dat zou misschien wel een miskenning kunnen zijn van de weerbarstige realiteit. Een inschatting van de kansen op een staakt-het-vuren in Oekraïne – die vooraf moet gaan aan een diplomatieke oplossing – vereist wat de Russische eenheden op het slagveld missen: goede coördinatie. Want de dynamiek aan de onderhandelingstafel staat in direct verband met de dynamiek op het slagveld. De tijdelijke patstelling daar betekent allerminst dat het nu met het vechten gedaan is. Integendeel.

Militaire experts blijven zich verbazen over de vele factoren (gebrek aan coördinatie, motivatie, voorbereiding) die bijdragen aan de haperende Russische invasie en die de generaals dwingen tot het aanvoeren van nieuwe troepen en materieel, uit alle uithoeken van het land. De Britse ex-professor oorlogsstudies Lawrence Freedman spreekt van “een patroon van Russische mislukkingen om militaire basisdoelen te bereiken” gekoppeld aan de bereidheid dood en verwoesting te (blijven) zaaien onder het Oekraïense volk.

Het initiële falen van de Russische oorlogsmachine kan – gekoppeld aan de ongekende Westerse economische druk op Moskou – een verklaring zijn voor de Russische beweging. De Oekraïners geloven in elk geval van wel. Nog zeer kort geleden ontkende Rusland de legitimiteit van de Oekraïense regering én het bestaansrecht van Oekraïne. Nu heeft Lavrov het weer over de taalrechten van de etnische Russen in Oekraïne, een bevolkingsgroep die in Charkiv, Marioepol, Mykolaiv, en andere plaatsen door Rusland wordt bestookt.

Neutraliteit en demilitarisering

Op zijn beurt zegt de Oekraïense president Zelensky dat de onderhandelingen nu een ‘realistischer’ karakter beginnen te krijgen. Dinsdag liet hij blijken genoeg te hebben van de wapperende deur van de NAVO. Verrassend is dat niet. Al voor de oorlog sprak hij over de “NAVO-droom” en de bereidheid over neutraliteit te spreken. Rusland ging daar niet op in: het bleek achteraf zijn zinnen te hebben gezet op (veel) meer, en hoopte dat met een militaire invasie te bereiken.

Nu biedt Zelensky’s bereidheid te praten over neutraliteit en een beperkte vorm van demilitarisering (die beide zijden heel anders uitleggen) aanknopingspunten om enige vooruitgang te boeken: een vorm van neutraliteit in combinatie met externe “veiligheidsgaranties”, en toezeggingen over het niet-plaatsen van bepaalde militaire systemen in Oekraïne die er nu ook niet staan.

Moskou zegt open te staan voor het Zweedse of Oostenrijkse type neutraliteit als compromis. Dat impliceert: geen ‘finlandisering’, waarbij Moskou een stevige vinger in de pap houdt. De Oekraïense onderhandelaar (en adviseur van Zelensky) Michailo Podoljak reageerde woensdag dat Oekraïne nu in staat is van oorlog met Rusland. Daarom kan het alleen om een “Oekraïens model” gaan, met “absolute, juridisch vastgelegde en effectieve veiligheidsgaranties” van andere staten – niet het “Boedapest-model” (de politieke verklaring die vier landen in 1994 afgaven in ruil voor het opgeven van kernwapens door Kiev).

Dat betekent volgens hem dat de partijen die zulke garanties ondertekenen “niet, zoals nu, langs de kant zullen staan” als Oekraïne wordt aangevallen, maar actief het land zullen verdedigen. Ook wil Oekraïne waterdichte garanties dat bij een nieuwe externe aanval het luchtruim wordt gesloten (kortom, een no-flyzone die Westerse landen nu niet willen afdwingen).

Realiteit?

In de berichtgeving over de onderhandelingen lijkt de wens dat deze succesvol zullen zijn soms vooruit te lopen op de realiteit. Zo zei president Poetin dinsdagavond in een gesprek met Europese Raad-voorzitter Charles Michel dat “Kiev geen serieuze betrokkenheid toont bij het vinden van wederzijds acceptabele oplossingen”.  Op de Russische tv sprak Poetin woensdag opnieuw van “nazi’s” in Kiev en “genocide” tegen etnische Russen. 

Podoljak zei woensdag tegen PBS NewsHour  “veel vertrouwen” te hebben in een spoedig staakt-het-vuren, uiteindelijk gevolgd door een gesprek tussen Zelensky en Poetin, omdat de Russen op het slagveld “vastzitten in hun posities en absoluut geen kans hebben verder Oekraïne in te trekken”. Maar een dag eerder sprak hij nog van een “erg moeilijk en kwaadaardig onderhandelingsproces” getypeerd door “fundamentele tegenstellingen”. 

En dan is neutraliteit nog een onderwerp waarop de partijen elkaar althans in theorie enigszins genaderd zijn. Bob Deen, Oost-Europaexpert, wijst erop dat dat bij andere onderwerpen, zoals de status van de separatistische republieken in Oost-Oekraïne en van de Krim, nog veel ingewikkelder ligt. “De politieke ruimte voor Zelensky om daarover concessies te doen was al klein, zelfs als hij dat zou willen. En in het algemeen geldt dat nu de Oekraïners zich goed blijken te kunnen verdedigen op het slagveld, zij minder geneigd zullen zijn door de knieën te gaan.”

De Russische aanvallen op burgerdoelen maken die compromisbereidheid nog geringer. Maar dat komt vooral omdat Oekraïne, geholpen door substantiële Westerse, vooral Amerikaanse, wapensteun (afgelopen week nog ter waarde van 1 miljard dollar) tot dusver de Russische aanvallen kan weerstaan. Oekraïne lijkt op dit moment verenigd in de wil als land te overleven. Dat kan veranderen, afhankelijk van hoever president Poetin bereid is om te gaan – bijvoorbeeld door verder te escaleren in het type wapens dat hij gebruikt – om alle tegenstand praktisch uit te roeien.

Dezelfde wisselwerking tussen slagveld en onderhandelingstafel bestaat in Rusland. Rusland lijkt zijn oorlogsdoelen te temperen – maar hoezeer verschuift Poetins agenda werkelijk onder druk van tegenvallende eerste resultaten en Westerse economische druk? En als Rusland zich, op dit moment, flexibel toont inzake het vraagstuk ‘neutraliteit’, hoe ligt dat dan bij de separatistische volksrepublieken in Oost-Oekraïne die Rusland net erkend heeft? En bij de Krim, de annexatie waarvan in 2014 Poetins populariteit tot grote hoogte opstuwde?

In theorie zijn voor al deze problemen oplossingen te vinden – zo leert onder andere de afwikkeling van de Eerste Wereldoorlog in de Vrede van Versailles. Daarbij valt te denken aan een vorm van (tijdelijk) internationaal bestuur of lokaal zelfbestuur onder internationaal toezicht. Maar al deze oplossingen liggen waarschijnlijk ver buiten de politieke marges voor beëindiging van de oorlog die voor Poetin acceptabel zijn. Net zo min als acceptatie van een Russische Krim buiten de politieke marges ligt van om het even welke Oekraïense president.

En zelfs als de Krim buiten een akkoord wordt gehouden, waarop Podoljak woensdag zinspeelde, doet een bijna zo groot probleem zich voor met de afvallige gebieden Donetsk en Loehansk. Rusland erkende die voor de oorlog als onafhankelijk. Daarmee kunnen alle federale oplossingen binnen Oekraïne die tot voor kort door Moskou zelf werden voorgesteld (en die Moskou via deze gebieden invloed zouden geven in Kiev) in de prullenbak. En ook hier geldt: formele acceptatie van deze de facto situatie zal voor Kiev onacceptabel zijn.

Thermometer

De oorlog is nu drie weken gaande. Hoopvolle berichten over onderhandelingen spelen in op de wens en behoefte van velen dat er snel een einde aan komt. Die is, begrijpelijkerwijs, zo groot dat dit alleen al voldoende is voor beide partijen om zichzelf voor het aangezicht van de wereldgemeenschap een “constructieve rol” toe te dichten. Maar de communicatie over een vredesproces is wat anders dan de feitelijke voortgang ervan.

Aangezien de oorlog onverminderd voortwoedt, zou je daarom de bijna voortdurende onderhandelingen – net zo goed als de krijgshandelingen – misschien beter kunnen zien als een thermometer die (voor dat moment) een indicatie geven over de ontwikkeling van de politieke doelen van de strijdende partijen. Doelen die kunnen verschuiven met successen of tegenslagen op het slagveld.

Zoals gezegd, de oorlog is drie weken oud. Maar nu al worden mogelijke Russische oorlogsmisdaden onderzocht. Nu al zijn er meer dan drie miljoen vluchtelingen. Nu al is de materiële schade ver boven de 100 miljard euro.

De ongelofelijk brede, en vergaande gevolgen van de oorlog op allerlei gebieden, zullen de oplossing van al die netelige kwesties niet vergemakkelijken. Bijvoorbeeld, de verwoesting van infrastructuur door de Russen – ook in de gebieden die ze (wellicht) zouden willen inlijven of tot marionettenstaat maken – is ongelofelijk groot. Gezien de brute veroveringsmethode is een (direct of indirect) Russisch bestuur van deze gebieden geen sinecure.

“Welke vrede kan Poetin zich veroorloven”, vraagt Freedman zich af. Ruslands economie wordt op de knieën gedwongen door Westerse sancties. Veroverde gebieden zullen, als ze niet door Rusland worden opgegeven, net zo verwoest blijven als delen van Syrië die door Rusland zijn platgebombardeerd. Economisch zullen ze weinig meer waard zijn. Tenzij ze aan Oekraïne worden teruggegeven, waarna ze met Westerse hulp zullen worden heropgebouwd. Maar in hoeverre laat het huidige Russische bewind zich door dit soort rationele overwegingen leiden?

Omdat met de beslechting van de oorlog zulke enorme belangen gemoeid zijn, die het slagveld ver overstijgen, zullen ook Westerse landen zich uiteindelijk moeten beraden over hun positie: tegenover beëindiging van het conflict en tegenover Rusland. Er zijn door Rusland rode lijnen overschreden die het bijna onmogelijk zullen maken voor het Westen om nadien een glaasje te drinken op de goede afloop met dezelfde Poetin die nu woonwijken laat bombarderen.

Toch moet er vroeg of laat een einde aan de oorlog komen. Het kan bijna niet anders of principes die nu op tafel liggen – oorlogsmisdaden, herstelbetalingen, territoriale integriteit van soevereine landen – dan als kaarten in een kwartetspel heen en weer zullen worden geschoven. Oorlogen zijn lelijk, de beslechting ervan is dat vaak ook.