Direct naar artikelinhoud
ReportageOorlog in Oekraïne

Verslag vanuit het mortuarium van het Oekraïense Mykolaiv: ‘Mijn zoon kreeg niet eens de kans om te vechten’

Yelena Drevai, de moeder van German Sergei (22), barst in huilen uit. Ze heeft zonet haar zoon ­geïdentificeerd in het mortuarium.Beeld Eddy Van Wessel

Aan de randen van de stad Mykolaiv in het zuiden van Oekraïne vallen bijna dagelijks raketten. Met honderden gewonden en tientallen doden als gevolg. Verslag vanuit het mortuarium.

Yelena Drevai schreeuwt het uit. Ze herkent de tatoeage op het been van het lichaam. Het is haar zoon. Ik sta pal achter haar als ze de verschrikkelijke ontdekking doet en wijk achteruit om haar door te laten naar buiten, weg van dit hok vol doden. Voor de deur valt Yelena haar zus en vriendin in de armen. Ze huilt hartverscheurend. Hoe kan het ook anders, als je net geconfronteerd wordt met het verlies van een kind.

We staan in het mortuarium van Mykolaiv, een stad in het zuiden van Oekraïne, 60 kilometer ten oosten van Odessa. Er wordt al dagenlang gevochten aan de noord- en oostzijde van de stad en het aantal doden stapelt zich op. Letterlijk. Dat ze de tel kwijt zijn, zegt een medewerker van het mortuarium. De man ziet er doodvermoeid uit. In dezelfde kamer waar de zoon van Yelena ligt, zien we minstens vijftig andere doden. Kriskras door elkaar, burgers en Oekraïense soldaten. Verbrand, verminkt. Gapende wonden in buik of maag. Een verstilde schreeuw op een zwartgeblakerd gezicht. Verstijfde half opgestoken arm, verkromde vingers, grijs van het stof door de explosie.

De zoon van Yelena wordt naar buiten gedragen en in een met blauw fluweel afgezette kist gelegd. Een medewerker legt nieuwe militaire kleding op zijn lichaam. Sokken, trui, broek, schoenen. Zijn eigen militaire kleding hangt in flarden om zijn lichaam. Het blote been met de tatoeage is opnieuw bedekt. Yelena tilt het laken voor zijn gezicht op en kijkt nog een laatste keer, voor de jongen in de auto wordt gelegd. Ze wandelt weg, richting uitgang, maar draait zich plots om naar de groep journalisten en fotografen: “Hij mag niet vergeten worden. Hij was nog maar 22 jaar en in opleiding als piloot voor het leger. Maar hij kreeg niet eens de kans om te vechten, hij was nog maar een student. Zijn leven moest nog beginnen, hij zou binnenkort trouwen.”

German Sergej heette de jongen, vertelt de zus van Yelena.

De militaire academie in Charkiv waar hij zat, werd half maart gebombardeerd door de Russen. Omdat German in Mykolaiv woonde, is zijn lichaam naar hier overgebracht.

Twee bergjes aarde

Volgens directrice Olga Derjoegina liggen er momenteel meer dan vijftig Oekraïense militairen in het mortuarium en vijf Russische soldaten. De Russen worden na een DNA-identificatie naar het Rode Kruis gestuurd. Sinds de oorlog zijn er 45 burgers omgekomen, weet de directrice. Van wie twee kinderen. Het betreft twee halfzussen, de oudste was zeventien, de jongste drie. Ze kwamen op 5 maart om het leven in Mishkovo-Pohorilove, een klein dorpje net buiten Mykolaiv. Hun moeder ligt in het ziekenhuis en heeft scherfwonden in haar onderbuik en heup, maar ze is buiten levensgevaar. Ze was gescheiden en had een nieuwe vriend. Ook hij kwam om het leven bij hetzelfde bombardement.

De volgende dag ontmoeten we Dmitry Koeretsk, de broer van de moeder en oom van de twee meisjes. Hij neemt ons mee naar het kerkhof in Mishkovo-Pohorilove. Het is een gure dag, de wind snijdt door onze dikke jassen als we voor het graf van de meisjes staan terwijl de bommen dreunen. Het Oekraïense leger probeert de door de Russen ingenomen stellingen ten oosten van de stad te heroveren en voert aanvallen uit. We kijken naar twee bruine bergen aarde. Twee kruisen. Roze en paarse bloemen, sommige plastic, andere vers. Links een zwart-wit uitgeprinte foto van de 17-jarige Veronika Birioekova. Rechts een kleurenfoto van haar 3-jarig halfzusje Arina Dmintrijevna.

Dmitry huilt. 

Twee bergjes aarde
Beeld Eddy Van Wessel

“Het gebeurde rond vier uur ’s middags. Ik zat met mijn vrouw in de keuken iets te eten. Plots klonk er een enorme explosie. Ik werd tegen de grond geslagen, mijn vrouw ook. Een raket met clusterbommen was ingeslagen, pal in onze tuin. Overal lag glas, alles rondom ons was kapot.”

De twee meisjes waren in Dmitry’s huis, samen met hun moeder en haar vriend. Omdat de keuken waarin Dmitry en zijn vrouw zaten apart van het kleine huisje lag, werden zij gespaard. “Toen ik in de woonkamer ging kijken, vond ik hen. De jongste, Arina, was dood. Op slag, hoorden we later. Haar zus was bewusteloos. Hun moeder was nog wel bij bewustzijn. Ze zag haar kinderen liggen en was volledig in paniek. Ze probeerde op te staan, maar toen ze besefte dat ze gewond was, probeerde ze haar bloedende wonden te stelpen met zakdoeken. Veronika, de oudste, stierf een dag later in het ziekenhuis. De verwondingen van de vriend van mijn zus, Aleksander Zaminov, waren zo ernstig dat de dokters niets meer voor hem konden doen. Ook hij overleed een dag later.”

Dat hij het oudste meisje nog probeerde te redden, klinkt het. “Ik probeerde haar mond-op-mondbeademing te geven, haar gezicht zat onder het bloed. Op zeker moment heb ik haar in mijn armen naar buiten gedragen en de eerste de beste auto tegengehouden. Die heeft haar naar het ziekenhuis gebracht.”

Uit de schuilkelder

Dmitry kijkt naar de twee bergen aarde. In shock. Zoals iedereen deze dagen die met de verschrikkingen van de oorlog wordt geconfronteerd. Als hij zijn verhaal heeft gedaan, knikt hij nog eens naar ons en wandelt dan snel weg. Weg van het graf, van de dood, van de oorlogsgruwel.

Dat het juist zo’n mooie, rustige dag was geweest die 14de maart, zei hij aan het begin van het gesprek. Ze hadden een week lang af en aan in de schuilkelder gezeten, maar omdat het de afgelopen dagen rustig was gebleven, waren ze terug naar huis gekeerd. Omdat ze dachten dat het wel weer kon. “Het was een zonnige dag. Zo’n dag waarop het leven weer bijna normaal leek. Maar dat is voorgoed voorbij. Het wordt nooit meer hetzelfde.”