Verpletterende overwinning versterkt positie van Hongaarse premier Viktor Orban

Te midden van de spanningen over de Russische invasie in Oekraïne, slaagde de regerende Fidesz-partij er, met 99 procent van de stembiljetten geteld, in 53 procent van de stemmen (135 zetels) binnen te rijven. De oppositie moet het daarentegen stellen met minder dan 35 procent (56 zetels), zo maakte het nationale kiesbureau bekend.

Dat klinkende succes zal de 58-jarige leider, die het opnam tegen een verenigd politiek front, het nodige zelfvertrouwen geven om zijn autoritaire beleid verder te zetten en de confrontatie met de EU te blijven aangaan, vermoedt Patrik Szicherle van de denktank Political Capital. "Er is nu voor Fidesz geen enkele noodzaak om nog van de (partij)lijn af te wijken", voegde hij eraan toe. Zijn onbetwistbare voorsprong in de peilingen toont dat er in Hongarije een grote vraag leeft "naar het onliberale en autocratische beleid" van Orban, die zijn land in 12 jaar tijd ingrijpend heeft veranderd, aldus Szicherle.

Op internationaal vlak lijkt het erop dat Orban met zijn beleid nog steeds toenadering zal zoeken tot het Oosten. Zijn banden met het Kremlin of zijn wens om niet bij het conflict in Oekraïne, aan wie hij geen wapens wilde leveren, betrokken te raken, hebben hem duidelijk geen parten gespeeld. Zondagavond pochte hij bovendien dat "zelfs president" Volodimir Zelenski, die hem had opgeroepen zijn kant te kiezen, zijn herverkiezing niet heeft kunnen verhinderen.

Een en ander leverde Orban al de felicitaties op van de Russische president Vladimir Poetin, die naar eigen zegen hoopt op een versterking van de bilaterale banden. De Hongaarse premier werd ook gefeliciteerd door de Franse extreem-rechtse politica Marine Le Pen. Een reactie van de Europese Commissie kwam er nog niet.

Aan de kant van de ngo's overheersen gevoelens van bezorgdheid. "Dit is een ramp voor de democratie", hekelde Marta Pardavi van het Hongaarse Helsinki-comité, die het niveau van desinformatie "zeer verontrustend" noemde. Amnesty International vreest op zijn beurt voor "een verdere verzwakking van de mensenrechten".

De verkiezingen werden voor het eerst gehouden onder toezicht van meer dan 300 internationale waarnemers, die oordeelden dat de stembusgang "ontsierd werd door het ontbreken van rechtvaardige regels". Zij betreurden ook de "vooringenomenheid van de media" en de "ondoorzichtige financiering van de campagne".