Paus ontvangt Hongaarse premier Viktor Orbán

De paus bedankte Orbán met een medaille van Sint-Maarten, de soldaat die de helft van zijn mantel aan een bedelaar gaf en later bisschop van Tours werd. De Hongaarse ambassadeur bij de Heilige Stoel sprak op sociale media van “een lange en vriendelijke ontmoeting”. Op beelden verspreid door het Vaticaan is te zien hoe Franciscus en Orbán geschenken uitwisselen. “We wachten op u”, zei Orbán aan het einde van de audiëntie, klaarblijkelijk in een verwijzing naar een mogelijk toekomstig pausbezoek aan Hongarije. 

De toon verschilde sterk met een eerdere ontmoeting tussen Franciscus en Orbán. Toen de paus in september vorig jaar naar Boedapest afreisde om een Eucharistisch Congres bij te wonen, waren de spanningen over het Hongaarse migratiebeleid duidelijk voelbaar. Franciscus lanceerde toen een oproep aan de Hongaren om “open te zijn voor de wereld”. 

Toen in 2015 meer dan één miljoen mensen, voornamelijk uit Syrië, in de Europese Unie arriveerden, weigerde Orbán een deel van hen op te vangen. De populistische regeringsleider verwees daarbij vaak naar zijn gehechtheid aan “een christelijk Europa” om zijn radicale antimigratiebeleid te verdedigen. Zeven jaar later vangt Hongarije honderdduizenden oorlogsvluchtelingen uit Oekraïne op. Sinds het begin van de Russische invasie zijn volgens de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR ongeveer 476.000 mensen in Hongarije gearriveerd. De Hongaarse regering zelf spreekt van bijna 626.000 vluchtelingen. 

Het was het eerste buitenlandse bezoek van Orbán sinds zijn partij Fidesz op 3 april voor de vierde keer op rij de parlementsverkiezingen won. Na zijn vorige overwinningen trok Orbán telkens eerst naar Polen. De relaties met de nationalistische bondgenoten in Warschau worden echter op de proef gesteld sinds de Russische invasie, vooral wegens hun uiteenlopende visie op de relaties met Rusland.