Rusland heeft deze week bijna 20.000 ton tarwe gedoneerd aan zijn politieke bondgenoot Cuba. Het eiland begon de afgelopen weken al serieus de gevolgen te voelen van de oorlog in Oekraïne, waardoor wereldwijd de prijzen voor granen flink zijn gestegen. Een extreem voedseltekort lijkt te zijn vermeden.
De lading tarwe moest eigenlijk vorige maand al zijn afgeleverd in Cuba, zo zei de Russisch ambassadeur in Cuba Andrei Guskov. Het schip dat de tarwe vervoerde, lag echter stil door westerse sancties tegen Rusland wegens de invasie in Oekraïne. “Wat er is gebeurd, toont duidelijk aan dat de dwangmaatregelen die tegen Rusland zijn genomen, net zoals tegen Cuba, het leven van gewone mensen schaden”, zei de ambassadeur in Cuba. “De tarwe kon lang niet worden omgezet in brood voor Cubanen”.
Cuba wordt momenteel geconfronteerd met een ernstige economische crisis. Door de stijgende kosten van granen en brandstof zijn er ernstige tekorten ontstaan op het eiland, waardoor burgers gedwongen in de rij staan voor voedsel, medicijnen en andere basisgoederen.
De kosten van deze vitale import zijn dit jaar gestegen tussen de 25 tot 40 procent. Cuba importeert volgens het persagentschap Reuters ongeveer 65 procent van zijn voedsel, wat serieus onder druk is komen te staan door de oorlog in Oekraïne. De tarwe-donatie komt voor het eiland dus als geroepen.
De prijspieken als gevolg van de oorlog zijn de zoveelste klap voor de financiën van het land, dat al lange tijd lijdt onder de uitbraak van de coronacrisis en de sancties die door de Verenigde Staten onder voormalig president Donald Trump aan Cuba werden opgelegd. Het Cubaanse regime zag het toerisme, wat erg belangrijk is voor de economie van het land, sterk terugvallen.
De donatie van tarwe is de meest recente toenadering tussen Rusland en Cuba. Op 7 april stemde de eilandnatie, samen met Iran, Syrië, Noord-Korea, China en Vietnam, tegen een resolutie van de Algemene Vergadering van de VN, die Rusland schorste uit de Mensenrechtenraad.
De Cubaanse regering koos eerder al partij voor het Poetin-regime, waardoor het oude bondgenootschap weer lijkt op te leven. De Cubaanse vicepremier Ricardo Cabrisas veroordeelde in februari de “oneerlijke” sancties die het Westen aan Rusland had opgelegd.
Cubacrisis
Cuba en Rusland hebben een geschiedenis die teruggaat tot 1959, met de revolutie van Fidel Castro. Hoewel de relatie de laatste jaren bekoelde, speelden de Russen een belangrijke rol met het leveren van humanitaire hulp tijdens de coronapandemie. Jaarlijks bedraagt de handel tussen de twee landen zo’n 100 miljoen dollar. Cuba’s belangrijkste exportproducten in de handel met Rusland zijn goud en sigaren.
De twee regeringen zijn voor de oorlog in Oekraïne al overeengekomen om de banden nog verder te verdiepen en een samenwerking te onderzoeken op het gebied van transport, energie en industrie.
Poetin waarschuwde eerder al voor het feit dat de spanningen rond Oekraïne kunnen uitmonden in een nieuwe Cubaanse raketcrisis, die plaatsvond in 1962.
China hamstert tarwe
Onderwijl houdt China zijn voedselvoorraden historisch hoog. “Onze tarwevoorraden kunnen anderhalf jaar aan de vraag voldoen. Er is geen enkel probleem met de voedselvoorziening”, aldus Qin Yuyun, de verantwoordelijke voor de graanreserves in het Aziatische land. Het Amerikaanse ministerie van Landbouw verwacht dat China dit jaar over 69 procent van de wereldwijde maïs-, 60 procent van de rijst- en 51 procent van de tarwereserves zal beschikken.
De afgelopen vijf jaar is de Chinese import sterk toegenomen, met een agressieve invoer uit onder andere de VS en Brazilië. Voor China zijn dergelijke voorraden nodig omdat het landen niet overgeleverd wil zijn aan grote voedselexporteurs zoals de VS, maar voor naties in de derde wereld dreigen problematische gevolgen. Het Chinese hamstergedrag leidt tot hogere globale voedselprijzen.
(mah)
