Direct naar artikelinhoud
NieuwsDood Sanda Dia

‘Snelweg naar een collectieve veroordeling’: verandert een tussenkomst van de rechter de inzet van het Reuzegom-proces?

Ousmane Dia, de vader van Sanda Dia, en zijn advocaat Sven Mary staan de pers te woord.Beeld Tim Dirven

De vraag of Thaise vissaus voldoet aan de strafrechtelijke definitie van ‘schadelijke stoffen’ wordt op het proces-Reuzegom mogelijk iets minder relevant. Vandaag worden de kroongetuigen gehoord: de twee schachten die de fatale doop overleefden.

Proces-Reuzegom

• Volg alle ontwikkelingen in onze liveblog

• Snel op de hoogte blijven? Download de app van De Morgen en krijg meteen een bericht bij belangrijk nieuws

“De doodsoorzaak van Sanda Dia is een acuut hersenoedeem door hoge zoutopname. De hersenen zijn vocht gaan opstapelen, 20 procent te veel. Die man heeft het equivalent van vier liter zeewater gedronken, en dan is er een point of no return.”

Wetsdokter Werner Jacobs deed zijn uitleg over de doodsoorzaak bij de twintigjarige student uit Edegem op 12 oktober, tijdens de eerste dag van het proces-Reuzegom. Sanda Dia overleed twee dagen na de ‘buitendoop’ van studentenclub Reuzegom, op 5 december 2018 in Vorselaar.

In aanloop naar het proces in Hasselt wisselden de advocaten van de achttien terechtstaande Reuzegommers conclusies uit. Ze verwijzen daarin naar het etiket op de bidon Squid van 4,5 liter die in een Thaise supermarkt gekocht werd. Daarop staat: “Zoutkristallen kunnen aanwezig zijn in de vissaus. Deze zijn onschadelijk.” Een advocaat schreef: “Sanda Dia heeft de stoffen enkel door ­eigen toedoen ingenomen.”

Vaag

In hun verhoren bleven de Reuzegommers vorige week, net als tijdens het vooronderzoek, erg vaag over wie precies wat deed. In hun conclusies minimaliseren de meeste advocaten het aandeel van hun cliënt en gaan ze dan ook voor de vrijspraak.

De Reuzegommers staan terecht voor vier aanklachten: A en B gaan over ‘opzettelijk toedienen van schadelijke stoffen’, C over ‘onopzettelijke doding’ en D. over ‘onterende behandeling’. Vrijdagavond zorgde de rechter voor een kleine verrassing met de suggestie A en B te herkwalificeren als ‘toebrengen van slagen en verwondingen’. 

Het is op zich niet ongebruikelijk dat een voorzitter zoiets doet. Het is zij die aan het eind de aanklacht moet beoordelen. “Er was een duidelijke wil om hen te laten afzien door het gooien van emmers koud water”, verduidelijkte ze. “Door hen bij winterse temperaturen in de beek te laten zwemmen. Door hen water en voedsel te onthouden na overmatig alcoholgebruik. Maar ook door het toedienen van vissaus en vieze zoute bereidingen om hen te laten braken.”

‘Braaksel en pis’

Een van de aanwezige advocaten interpreteerde de tussenkomst als “een autosnelweg naar een collectieve veroordeling” voor elk van de achttien verdachten. Want het doet er dan niet echt meer toe wie de bidon tegen de mond van Sanda Dia en de anderen zette. Het etiket op de bidon is dan ook niet langer voorwerp van debat. Het openbaar ministerie verduidelijkt vandaag hoe het hier tegenover staat.

Naast de zeven Reuzegommers die nog niet werden gehoord, komen de twee schachten aan het woord die de doop overleefden maar evengoed onderkoeld en met alarmerende zoutwaarden in het ziekenhuis belandden. In hun verklaringen aan de politie konden ook zij, behalve Strontvlieg, niet specifiek aanduiden wie hen in de zelf gegraven put visolie toediende. “Tachtig procent van de tijd speelde zich af in de put”, verklaarde een van hen. We kregen emmers water over ons. We moesten ook braken als we van de pap gedronken hadden. In de put zat van alles, ook braaksel en pis. Er werd regelmatig over ons gepist. We vroegen zelfs om over ons te pissen omdat het zo koud was.”

Na de zeven Reuzegommers komen vandaag wellicht ook de advocaten van de nabestaanden van Sanda Dia aan het woord.

Lees ook

De nabestaanden van Sanda Dia kregen niet wat ze gehoopt hadden: antwoorden

Deze 18 Reuzegommers nemen vandaag het woord tijdens het proces: wie is wie? En wat is hun aandeel in de zaak?

De Whatsappgesprekken bij Reuzegom: ‘Het moest er ooit van komen. Eigenlijk zijn wij toch maar apen met dat dopen, hé?’