Expert Kurt Deketelaere spreekt Bart De Wever tegen: ‘De Raad van State maakt géén nieuwe wetgeving rond Oosterweel’

Bart De Wever (N-VA), burgemeester van Antwerpen.

‘De Vlaamse regering creëert kunstmatige paniek’, zegt professor milieurecht Kurt Deketelaere (KU Leuven).

‘Een schending van de scheiding der machten.’ N-VA-voorzitter en Antwerps burgemeester Bart De Wever nam geen blad voor de mond na het arrest van de Raad van State over Oosterweel, dat vorige week insloeg als een bom.

De rechter oordeelde dat bouwheer Lantis geen vergunning heeft om de met PFOS vervuilde gronden op het terrein van chemiebedrijf 3M te storten. Het is de tweede keer op korte tijd dat de Raad van State de werken gedeeltelijk stillegt.

Volgens De Wever en een groot deel van de Vlaamse regering heeft de Raad een eigengereide interpretatie van het Vlaamse bodemdecreet gemaakt. Het arrest, zo zei de N-VA’er bij De afspraak op vrijdag, ‘zet twintig jaar praktijk op zijn kop’. Omdat rechters ‘moeten rechtspreken en geen wetten maken’ vindt De Wever dat de scheiding der machten is geschonden.

Maar die interpretatie is fout. Dat zegt althans professor milieurecht Kurt Deketelaere (KU Leuven). ‘Meneer De Wever moet beseffen dat de Vlaamse regering en het Vlaams parlement, waar zijn partij al lang deel van uitmaakt, bijzonder complexe spelregels heeft gecreëerd voor bodemsanering en grondverzet.’

En toch is het arrest hard aangekomen bij de hele Vlaamse regering. Betekent dit dan echt geen breuk met het verleden, zoals De Wever stelt?

Kurt Deketelaere: Volgens mij niet. Wel is dit een van de eerste keren dat de regels over het grondverzet zo hard op scherp worden gesteld in een procedure voor een administratief rechtscollege. Voor alle duidelijkheid: het gaat niet om een vernietigingsprocedure, maar om een zogenaamde schorsingsprocedure in uiterst dringende noodzakelijkheid. De Raad gaat dan na of er prima facie (op het eerste gezicht, nvdr.) minstens één aangevoerd middel is dat tot een nietigverklaring kan leiden. Dat is hier wel degelijk het geval, want tot tweemaal toe beschouwt de Raad een middelonderdeel als ernstig.

Over welke twee elementen gaat het?

Deketelaere: Ten eerste bieden de betwiste technische verslagen en conformverklaringen geen garantie dat er geen bijkomende verontreiniging van het grondwater zal komen. Het bodemdecreet en de Vlarebo (het Vlaams Reglement betreffende de bodemsanering, nvdr.) laten zo’n onzekerheid niet toe. Ten tweede is de uitgegraven, met PFOS verontreinigde bodem wel degelijk een afvalstof. Althans, zolang het niet duidelijk is of hij voldoende gereinigd zal worden om aan de voorwaarden van hergebruik te voldoen. Zolang dat niet duidelijk is, verliest die bodem zijn karakter van afvalstof niet. Dat betekent dat die grond onderworpen is aan de regels van de afvalstoffenwetgeving.

Het mag ondertussen duidelijk zijn dat alles, maar dan ook alles, moet wijken voor Oosterweel.

De Oosterweelwerken, met op de achtergrond de 3M-site, op 15 juni 2021.
De Oosterweelwerken, met op de achtergrond de 3M-site, op 15 juni 2021.© Belga

Wat betekent dat concreet voor die grond?

Deketelaere: Dat betekent dat de plaats waar deze bodem wordt opgeslagen een stortplaats is. En die stortplaats moet vergund worden in de lijn met het omgevingsvergunningsdecreet. Dat valt dus niet te regelen via een technisch verslag in het kader van grondverzet, zoals de verwerende partijen zeggen.

De Raad van State volgt dus eerder de bestaande regels dan dat ze, via haar interpretatie, nieuwe wetgeving creëert?

Deketelaere: Ja. De rechter heeft op een zeer minutieuze manier de afval- en bodemwetgeving naast elkaar geplaatst. De grote verdienste van dit arrest is dat het op een nauwgezette en sluitende manier is gebeurd. Dat is geen sinecure vanwege de complexe Vlaamse spelregels inzake bodem en grondverzet en de interactie met afvalwetgeving, die grotendeels Europeesrechtelijk is bepaald. Ik begrijp dus dat De Wever door de complexiteit en techniciteit het bos door de bomen niet meer ziet. Maar hier wordt niets nieuws gecreëerd.

De vrees is dat dit arrest andere grote bouwprojecten in Vlaanderen zal bemoeilijken. Zo kampen al zeker 270 werven met niet-afbreekbare PFAS in de bodem of in het grondwater, aldus zakenkrant De Tijd.

Deketelaere: Ik heb de indruk dat de Vlaamse regering kunstmatige paniek creëert. Welke andere bouwprojecten kampen met dezelfde ernst van problematiek als Oosterweel? Als er inderdaad projecten zijn met gelijkaardige ernstige risico’s voor milieu en gezondheid lijkt het me juist belangrijk dat daar ook wordt ingegrepen. Wat er nu gebeurt, lijkt eerder op moord en brand schreeuwen om ervoor te zorgen dat de huidige wetgeving niet meer moet worden nageleefd zodat Oosterweel toch kan doorgaan.

De regering denkt er ook over na om het bodemdecreet te wijzigen.

Deketelaere: Dat is volgens mij niet aan de orde, tenzij regering en parlement beslissen dat het beschermingsniveau voor mens en milieu te hoog ligt. Die vlieger zal sowieso niet opgaan, want dat is in strijd met het standstill-beginsel. Daar is het Grondwettelijk Hof in het verleden zeer duidelijk over geweest.

Wat is het standstill-beginsel?

Deketelaere: Dat houdt in dat de overheid via haar beslissingen het beschermingsniveau niet mag verlagen. De enige uitzondering hierop is een hoger maatschappelijk belang. De vraag is of de regering de Antwerpse mobiliteit voorrang geeft op de volksgezondheid en milieubescherming. Het mag ondertussen duidelijk zijn dat alles, maar dan ook alles, moet wijken voor de realisatie van Oosterweel.

Kurt Deketelaere
Kurt Deketelaere© KU Leuven

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content