Onze regenwaterputten worden te klein

Vandaag is het in Vlaanderen verplicht om een regenwaterput te installeren bij nieuwbouwhuizen en wanneer je een gezinswoning groter dan 40 vierkante meter verbouwt. Die put moet minstens 5.000 liter kunnen opslaan. Stroomt de put over, dan moet het water kunnen overlopen via een infiltratiesysteem naar de grond, en dus niet naar het riool.

Maar van dat overlopen is nu maar weinig sprake. Vlaanderen kreunt onder de droogte. Bij het KMI telden ze vorige maand slechts vier neerslagdagen, met amper 2,2 millimeter regen. Normaal moet er 60 mm vallen. De droogte is een absoluut record: sinds het begin van de metingen in 1833 werd er niet eerder zo weinig neerslag gemeten.

En dus staan veel regenwaterputten vandaag al leeg. “Het klimaat is zo snel aan het veranderen dat zoiets onvermijdelijk is geworden. De periodes van droogte volgen elkaar te snel op. De komende jaren zal het er niet op verbeteren”, zegt professor Patrick Willems, expert op het gebied van droogte en waterschaarste.

Volgens Willems moeten de putten dan ook groter om die droogteperiodes te overbruggen. “De hemelwaterregels, gestoeld op oude berekeningen van tien jaar geleden, zijn achterhaald”, zegt hij. “Architecten baseren zich daar nog steeds op. Een put van 5.000 liter volstaat al lang niet meer om een gemiddeld gezin van vier met een klein tuintje van regenwater te voorzien. De volumes moeten opgeschroefd worden naar 8.000 tot 10.000 liter.”

Dat zegt ook de Vlaamse Milieumaatschappij, die er wetenschappelijk onderzoek naar deed. In opdracht van Vlaams leefmilieuminister Zuhal Demir (N-VA) werkt de VMM aan een nieuwe aanpak. “Nog dit jaar willen we de voorwaarden bij nieuwbouw en verbouwingen aanpassen”, zegt adjunct-woordvoerder Iben Sempels. In de slipstream daarvan worden ook collectieve bufferbekkens bekeken, onder parkings van supermarkten of op wijkniveau. “Daar valt nog meer winst te boeken dan in de tuinen van mensen.”

Maar het moet economisch ook haalbaar zijn, merkt Willems op. Want goedkoop is het niet, die regenwaterputten. Voor een betonnen vat van 5.000 liter betaal je tussen de 2.000 en 5.000 euro. “Tegelijk moet je ook rekening houden met het dakoppervlak vanwaar het regenwater via de regenpijp in je put loopt. Het heeft geen zin twee putten van 10.000 liter te plaatsen met een klein dak van twintig vierkante meter. Ook de hoeveelheid regenwater die je kan gebruiken, speelt een rol.”

Los daarvan zijn regenwaterputten een van de meest efficiënte middeltjes die ons moeten wapenen tegen waterschaarste en droogte, zegt Willems. “Een gemiddelde Vlaming verbruikt 100 liter drinkwater per dag. Daarvan gaat 30 liter naar het toilet, 17 liter naar wasmachines en 10 liter naar de tuin. Dankzij een regenwaterput kan je je waterfactuur halveren. Budgettair een goede zaak. Maar ook ecologisch een enorme winst.”

Tot slot nog dit: professor Willems lanceert binnenkort een nieuwe tool op www.groenblauwpeil.be. Die berekent de ideale grootte van een regenwaterput voor je.