Zware wapens en zelfs een olie-embargo: waarom Duitsland opniéuw zijn kar keert

Minister van Energie en Klimaat Robert Habeck en Bondskanselier Olaf Scholz, op 05/04/2022 © belga
Kamiel Vermeylen

Duitsland keert zijn kar. Opnieuw. Het wil wél zware wapens leveren aan Oekraïne én maakt zich op voor een embargo op Russische olie.

In een zelden gezien manoeuvre trokken de Duitse parlementsleden Michael Roth, Anton Hofreiter, en Marie-Agnes Strack-Zimmermann enkele weken geleden in groep naar de Oekraïense hoofdstad Kiev. Als voorzitters van de respectievelijke commissies Europese Zaken, Buitenlandse Zaken en Defensie in de Duitse Bondsdag wilden de drie hun expliciete steun betuigen aan Oekraïne in zijn strijd tegen de Russische Federatie.

Een weinig controversieel bezoek van drie hooggeplaatste Duitse politici, zou men verwachten. Maar daar dacht men in Berlijn anders over. Roth (SPD), Hofreiter (Die Grünen) en Strack-Zimmerman (FDP) zijn namelijk lid van de drie regeringspartijen die in Duitsland de plak zwaaien. Maar die partijen worstelen al sinds 24 februari met de manier waarop Duitsland zich in de Russisch-Oekraïense oorlog moet opstellen, in het bijzonder als het op economische sancties tegen Rusland en wapenleveringen aan Oekraïne aankomt.

Luchtafweer

Nu Rusland aan een groot offensief in het oosten en het zuiden van Oekraïne werkt, kondigden onder meer Noorwegen, Polen, de Verenigde Staten, Tsjechië, de Baltische staten, het Verenigd Koninkrijk en Nederland aan dat ze zwaarder wapenmaterieel aan het getroffen land zullen voorzien.

De binnen- en buitenlandse druk op de weifelende Bondsregering werd met de dag groter. De Duitse christendemocraten beukten vooral via partijvoorzitter Friedrich Merz stevig op de regering in en kregen daarbij de steun van onder meer Oekraïens president Volodymyr Zelensky en diens ambassadeur in Berlijn Andrej Melnyk.

Maar vooral de sociaaldemocraten trapten op de rem. Onder meer bondskanselier Olaf Scholz, defensieminister Christine Lambrecht en SPD-fractievoorzitter Rolf Mützenich hielden de boot steeds af. Daarvoor haalde de partij meerdere argumenten aan. Ten eerste, zo luidt het, heeft het Duitse leger nauwelijks nog materieel op overschot. Daarnaast wil de partij vermijden dat Duitsland een partij in de oorlog wordt. Tot slot vrezen Scholz en co. voor een verergering van het conflict met – in het slechtse geval – een nucleaire escalatie.

We zijn er nog niet helemaal vanaf, maar Duitsland is de onafhankelijkheid van Russische olie-import zeer nabij.

Duits minister van Economie en Klimaat Robert Habeck (Die Grünen)

Die argumenten zorgen bij de coalitiepartners voor ergernis. FDP-voorzitter en minister van Financiën Christian Lindner sprak zich meermaals uit voor de levering van zware wapens. De groene minister van Economie en Klimaat Robert Habeck riep nog voor het begin van de oorlog op om Oekraïne van – weliswaar defensieve – wapens te voorzien. Zijn partijgenoot en minister van Buitenlandse Zaken Annalena Baerbock klaagde meermaals over het feit dat de Duitse lijn in Oost-Europa niet op begrip kon rekenen. Ze ging dan ook niet zomaar drie dagen naar de Baltische staten – normaal haspelen Duitse ministers die drielandenreis op anderhalve dag af.

Maar de afgelopen dagen kwam Duitsland met Slovenië overeen dat het Ljubljana Duitse tanks zou bezorgen in ruil voor Sloveense leveringen aan Oekraïne. Van rechtstreekse bezorgingen van zwaarder wapenmaterieel uit Duitsland was nog geen sprake.

Dat veranderde dinsdag naar aanloop van het grootschalige bondgenotenbezoek in de Duitse legerbasis Ramstein. Berlijn gaf de Duitse wapenonderneming Krauss-Maffei Wegmann de toelating om 50 luchtafweerpantserwagens van het type Marder te leveren. Bovendien zal het Duitse leger Oekraïense soldaten training geven op Duits grondgebied – ook Nederland gaat dat doen.

Woensdag kwamen de regeringspartijen samen met de christendemocraten overeen om ‘waar mogelijk de wapenleveringen te versnellen’ en ‘leveringen van zware wapens en complexe wapensystemen te verbeteren’. De bondsdag ging donderdagvoormiddag met ruime meerderheid akkoord. Het land wil nog meer inzetten op ruildeals via andere Europese lidstaten en, waar het kan, directe leveringen overwegen. Daarmee geven de sociaaldemocraten evenwel te kennen dat hun eerder aangehaalde argumenten niet of niet langer relevant blijken.

Duits ministers van Buitenlandse Zaken Annalena Baerbock en Lets minister van Buitenlandse Zaken Edgars Rinkevics op 20/04/2022
Duits ministers van Buitenlandse Zaken Annalena Baerbock en Lets minister van Buitenlandse Zaken Edgars Rinkevics op 20/04/2022© iStock

Olie-embargo?

Ook op andere domeinen gooit Duitsland het roer om, met name op het vlak van energie. In de zomer van 2021 sloten de Verenigde Staten en Duitsland per hoofde van Joe Biden en Angela Merkel een akkoord over de totstandkoming van de intussen opgeschorte gaspijplijn Nord Stream 2. De twee spraken af dat Duitsland via de bewuste gasverbinding tegen Rusland stappen zou ondernemen mocht Moskou energieleveringen als politiek wapen tegen Europese landen inzetten. In Oekraïne werd daarop met ironische ontsteltenis gereageerd – het land wist reeds donders goed dat Rusland zijn energiepolitiek als economisch wapen hanteerde.

Intussen heeft Rusland de gaskraan naar Bulgarije en Polen toegedraaid – iets waar een Europese diplomaat een maand geleden in Knack reeds voor waarschuwde. Dat doet het Kremlin onder meer in reactie op Duitse manoeuvres om Russische olie-import te verminderen. De groene vicekanselier Habeck gooide het dinsdag met zijn Poolse collega nog op een princiepsakkoord over olieleveringen.

De overeenkomst moet garanderen dat de olieraffinaderijen in Schwedt en Spergau, die de deelstaten Brandenburg, Berlijn en Mecklenburg-Vorpommern van verwarming voorzien, via de Poolse havenstad Gdansk voldoende worden bevoorraad – de pijplijn tussen het Duitse Rostock en Schwedt heeft namelijk onvoldoende capaciteit.

Evident was dat evenwel niet. De raffinaderij in Schwedt is in handen van het Russische staatsbedrijf Rosneft, dat niet bepaald van plan is om niet-Russische olie te verwerken. Vanuit die optiek werkte de Bondsregering de afgelopen week een wetsaanpassing uit die het gemakkelijker moet maken om de onderneming onder de controle van de overheid te plaatsen. Een primeur is dat niet. Vorige maand gaf Habeck het Duitse netwerkagentschap het bevel om de Duitse poot van het Russische staatsgasbedrijf Gazprom over te nemen.

Sinds het begin van de grootschalige Russische invasie in Oekraïne heeft Duitsland zijn afhankelijkheid van Russische olie van 35 procent naar ongeveer 12 procent teruggebracht. Met het Pools-Duitse akkoord moet dat aandeel nog verder zakken en is een volledige uitfasering niet meer veraf. ‘De situatie is zodanig geëvolueerd dat een embargo (op olie, nvdr.) voor Duitsland handhaafbaar is geworden. We zijn er nog niet helemaal vanaf, maar Duitsland is de onafhankelijkheid van Russische olie-import zeer nabij’, aldus Habeck.

En wat er in Duitsland mogelijk wordt, opent de deuren op Europees niveau. ‘We werken aan een zesde sanctiepakket’, liet Commissievoorzitter Ursula von der Leyen woensdag optekenen. Sommigen spreken over een – al dan niet gefaseerd – embargo op olie, anderen pleiten voor een maximumprijs opdat Rusland minder verdient. Dat tweede ziet Berlijn niet zitten, het eerste wordt daarentegen alsmaar waarschijnlijker.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content