Artsenquota

Vandenbroucke pakt uit met deal over artsenquota, maar Vlaanderen staat op de rem

Al jarenlang is er discussie over hoeveel jonge artsen er in Vlaanderen en Wallonië mogen afstuderen. ©  belga

Er is een doorbraak in een van de grootste communautaire probleemdossiers: de artsenquota. Aan Franstalige kant komt er een beperkend ingangsexamen vanaf 2023, terwijl alle ‘overtallen’ tot 2027 worden kwijtgescholden. Vanuit Vlaanderen wordt verbaasd gereageerd op de ‘vlucht vooruit’.

Simon Andries

‘Vandaag sluiten we een vervelend hoofdstuk af dat meer dan vijfentwintig jaar aansleepte en elk jaar weer voor spanningen en wantrouwen zorgde tussen onze gemeenschappen’, zegt minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit). De federale regering gaf definitief groen licht voor haar akkoord met de Franse Gemeenschap over een nieuwe regeling rond de artsenquota. Met een zogenaamde ‘numerus fixus’ aan Franstalige kant, een ingangsexamen met een maximaal aantal beschikbare plaatsen, hoopt Vandenbroucke dat de overtollige instroom van artsen nu eindelijk gestuit is.

Het belang van de deal valt niet te onderschatten. Al jarenlang is er discussie over hoeveel jonge artsen er in Vlaanderen en Wallonië mogen afstuderen. In principe bestaan daar duidelijke afspraken over, maar de Franse Gemeenschap liet al jaren meer artsen afstuderen dan afgesproken. Ook Vlaanderen besliste vorig jaar om zich dan maar niet meer aan de quota te houden. De federale regering beloofde daar in het regeerakkoord korte metten mee te maken, maar het was lang wachten op een oplossing.

Stevige tegenprestatie

Die oplossing bevat nu wel een stevige tegenprestatie van de federale regering. In ruil voor de numerus fixus geeft Vandenbroucke alle huidige Franstalige studenten zekerheid over hun attest. De quota zouden de komende jaren zowel aan Vlaamse als Franstalige kant ook eenmalig opgetrokken worden voor het jaar 2028, in de eerste plaats voor het aantal huisartsen waar een groter tekort aan is.

‘Het historisch overschot aan Franstalige kant wordt opgeslorpt, omdat de planningscommissie rekening houdt met deze overtallen in haar rekenmodel’, zo legt het kabinet-Vandenbroucke het uit. ‘Om dezelfde reden worden alle eventuele overtallen, zowel in Vlaanderen als Wallonië, tot en met 2027 aanvaard zonder opbouw van een nieuwe “schuld”.’ Op die manier krijgen alle studenten die al aan de studie geneeskunde begonnen nu de garantie dat ze later ook toegang krijgen tot het beroep.

Vandenbroucke benadrukt dat hij de garantie op zak heeft van de bevoegde minister van de Franstalige Gemeenschap, Valérie Glatigny (MR), dat die numerus fixus er ook effectief komt. ‘Maar in afwachting daarvan wordt voor het academiejaar 2022-2023 wel een responsabilisering doorgevoerd’, zegt het kabinet. ‘Als het aantal studenten in de Franse Gemeenschap dat kan starten in 2022-2023 het quotum van 2028 overschrijdt, dan zorgt de Franse Gemeenschap er zelf voor dat dit gecompenseerd wordt de komende drie jaar. Een eventuele overschrijding van het quotum-2028 zal direct volledig worden afgetrokken van het aantal studenten dat toegelaten wordt tot de basisopleiding in 2029, en zo verder.’ Vanaf 2028 zouden er dan geen overtallen meer mogen zijn door de numerus fixus.

‘Verbaasd over vlucht vooruit’

Vandenbroucke legde zich vorig jaar in het parlement zelf een eigen ultimatum op. Hij was vastberaden om de ‘twintig jaar durende saga’ over de artsenquota te beëindigen. ‘Eind januari is voor mij een zeer belangrijke deadline’, klonk het toen. Als hij tegen dan geen akkoord over de quota had, zou er zoals afgesproken een responsabiliseringsmechanisme komen. Dat zou de deelstaten hardhandig in het gelid duwen. Maar zover is het dus niet gekomen.

Opvallend: Vandenbroucke geeft zelf aan dat de Vlaamse regering voorlopig terughoudend is over het akkoord. ‘Vlaanderen gaf te kennen dat het de realisatie van het akkoord met de Franse Gemeenschap eerst wil afwachten’, aldus het kabinet.

Eerder kwam er aan Vlaamse kant ook al kritiek op de huidige deal die in de steigers stond. ‘Eindelijk is er een oplossing in de maak, maar intussen sijpelt door hoe hoog de prijs daarvoor wordt’, zei Jonas Brouwers, voorzitter van de Vlaamse Vereniging voor Arts-Specialisten in Opleiding (Vaso), vorige maand al. ‘Een volledige tabula rasa van de Franstalige overtallen uit het verleden, het loslaten van de verdeelsleutel die de quota bepaalt via de inwonersaantallen per gemeenschap en geen responsabiliseringsmechanisme.’

Ook vandaag twijfelt Brouwers nog aan de goede intenties van de Franse Gemeenschap. ‘Ik ben toch verbaasd over de vlucht vooruit van Vandenbroucke’, zegt hij. ‘Binnen de Vlaamse regering was daar helemaal nog geen consensus over. Dit akkoord is volledig aangepast aan de Franstalige noden, terwijl het eerste signaal van vertrouwen zelfs nog moet komen.’

Werkethiek als parameter

Ook vanuit de planningscommissie, die de quota vastlegt, weerklinken nog veel vragen. Zo zou er in de toekomst onder meer rekening gehouden worden met de activiteitsgraad van de Vlaamse en Waalse artsen. Lees: aangezien Vlaamse artsen meer uren kloppen dan Waalse, zullen de quota langs Franstalige kant wat meer opgetrokken worden.

‘De minister kent dus ondanks spierenballengerol uiteindelijk een generaal pardon toe aan de Franse Gemeenschap voor het decennialang negeren van afspraken over artsenquota’, reageert Kamerlid Valerie Van Peel (N-VA). ‘Hij zou eindelijk een responsabiliseringsmechanisme voor artsenquota invoeren en nu trekt hij zo zijn staart dus opnieuw in. De stok achter de deur verdwijnt. Nochtans was dat een van de weinige verwezenlijkingen van CD&V in het regeerakkoord. En dat allemaal voor wederom slechts een belofte van de Franse Gemeenschap dat ze een numerus fixus examen zullen instellen.’

Ook Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) is niet tevreden. ‘Wanneer het aantal artsen beperkt moet worden om de kosten voor de federale overheid te beperken, dan moet dat gebeuren op grond van een rechtvaardige verdeling. Wat momenteel voorligt, beantwoordt daar heus niet aan. De federale regering veegt de spons over de Franstalige wetsovertredingen van het verleden en voor de toekomst hanteert men een zo mogelijk nog meer onrechtvaardige verdeling.’