Dichter Andy Fierens moest zijn mening herzien: ‘Kaal zijn is zo cool’

© Kris J.Y.Verdonck
Stijn Tormans

Waarover is dichter Andy Fierens van gedachte veranderd? ‘Toen mijn haren begonnen uit te vallen, dacht ik: nu vind ik zeker geen lief meer. Vandaag zou ik zelfs geen haar meer willen hebben.’

‘Ik had vroeger heel veel haar’, zegt Andy Fierens. ‘Even heb ik zelfs dreadlocks gehad, maar die heb ik afgeknipt omdat ik vaak mijn identiteitskaart moest laten zien aan de politie . Rond mijn drieëntwintigste begon mijn haar uit te vallen. Dat is best wel raar, want je bent opgegroeid met allemaal mensen die haar hebben. Het is ook confronterend, omdat ik voor de eerste keer mijn lichaam zag veranderen. Help, dacht ik, nu vind ik zeker geen lief meer. (lacht)

‘Sommige mannen laten hun kapsel dan uitdunnen, tot het op een skipiste lijkt waar alleen nog een paar stokjes overeind staan. Ik heb meteen alle haren afgeschoren. Dat was niet alleen een heel goede beslissing, maar ook een wijze les: verandering hoort bij het leven. Het is normaal en ook mooi. Wie die verandering bij zichzelf aanvaardt, ziet er vanzelf goed uit. Ik ken kale vrouwen die rondlopen zonder complexen: wel, die zien er prachtig uit. Maar ik ken net zo goed mensen die worstelen met hun kaalheid. Op school had ik vroeger leerkrachten die links en rechts nog wat haar hadden. Ze lieten dat dan groeien, spanden het over hun hoofd en maakten het aan de andere kant vast met speldjes achter hun oren. Tot er een windvlaag kwam en alles rechtop stond. Dat was punk avant la lettre, maar vooral heel potsierlijk.’

Bart Stouten is de grootste punkdichter van Vlaanderen.

Zou u vandaag nog haar willen hebben?

ANDY FIERENS:Nee. Kaal zijn is zo cool. Alle knappe mannen – van Bert Bultinck tot Lambik – zijn kaal. Eén keer ben ik uitgescholden voor mijn kale hoofd. In een café riep een dienster ‘Gij vleesklak’, maar dat vond ik vooral heel geestig. Het enige nadeel van kaal zijn is dat het in de winter soms koud is en dat je in de zomer gemakkelijker verbrandt.

Voelt u verwantschap met andere kale mannen?

FIERENS: Niet meteen. Ik zal ook geen zelfhulpgroep voor kale mannen oprichten. Een kale man, Ludo Mariman van The Kids, zei mij ooit: ‘Weet je wat punk is? Dat is je goesting doen en je totaal niets aantrekken van de anderen.’ Daarom vind ik Bart Stouten de grootste punkdichter van Vlaanderen. Dat is nog zo’n echte negentiende-eeuwse dichter: hij doet onverstoorbaar zijn eigen zin, zonder rekening te houden met het publiek. En hij is ook kaal, hè.

U brengt deze week de dichtbundel De trompetten van Toetanchamon uit. Twijfelt een dichter soms aan de dingen?

FIERENS: Ik twijfel aan alles. Dat is helemaal anders dan vroeger. Toen hield ik heel erg vast aan de dingen. Ik veranderde nooit van mening. Alles was zwart-wit: zo was het en niet anders. Dat hing ook samen met hoe ik was als dichter. Ik had veel frustraties en demonen. Ik wilde vooral mijn plek veroveren.

Vandaag heb ik rust gevonden. De dingen zijn ook anders gelopen dan ik me ooit had kunnen voorstellen. Ik heb me vroeger heel vaak verzet tegen sommige zaken. Ik heb die strijd verloren, en maar goed ook: daardoor is het nu beter geworden. Hoe ouder je wordt, hoe meer je beseft dat er geen zekerheid bestaat in het leven. Daarom is het beter om die onzekerheid te omarmen.

In de rubriek Durf Twijfelen vraagt Knack elke week naar de twijfels van bekende mensen.

Partner Content