Direct naar artikelinhoud
Achtergrond

Inflatiespook waart rond in Europa: zo pakken onze buurlanden het aan

Inflatiespook waart rond in Europa: zo pakken onze buurlanden het aan
Beeld Isabel Pousset

Overal in Europa lopen de prijzen gestaag op. Wat merken burgers en bedrijven ervan in de ons omringende landen? En wat doen overheden om de pijn enigszins te verlichten? Een overzicht. 

Spanje

De Spaanse vakbonden eisten afgelopen zondag, toen zij op de Dag van de Arbeid massaal de straten opgingen, van werkgeversorganisaties dat zij weer aan de onderhandelingstafel gaan zitten. Inzet: een collectieve afspraak met clausules waardoor alle werknemers hun koopkracht behouden in een jaar dat ook in Spanje de inflatie recordhoogtes bereikt. In maart was die 9,8 procent, het hoogst sinds 1987.

April liet een lichte daling zien (8,4 procent), waardoor er hoop is dat de inflatie zijn hoogste punt is gepasseerd. Die daling komt vooral door de overheidsmaatregel om sinds 1 april een korting van 20 cent per liter benzine of diesel in te voeren. Ook is de gasprijs fors gedaald. Bovendien profiteerde Spanje in april van meer wind en zonuren voor de duurzame energie.

Dat was ook het argument van Spanje en Portugal om in Brussel te bedingen dat beide landen vanaf 1 mei voor een jaar een korting op de gasprijzen voor de elektriciteitscentrales krijgen, waardoor de prijs voor de consumenten lager blijft. Ondanks die lichte daling van april doet de stijging van grondstofprijzen zich steeds meer gelden in, bijvoorbeeld, supermarkten. Daar stegen de prijzen in het laatste jaar tussen de 7,7 procent en 12,1 procent. (EW)

Duitsland 

Duitse winkeliers hebben flink te lijden onder de stijgende inflatie en het dalende consumentenvertrouwen als reactie op de oorlog in Oekraïne. Vooral kleine ondernemers zien hun toch al dunne marges rap slinken. Economen waarschuwen voor een loodzwaar jaar voor de Duitse economie. 

Met 7,4 procent bereikte de inflatie in april de hoogste stand sinds 1981. De energierekening blijft stijgen. Daarnaast hebben bedrijven te kampen met een materiaaltekort. Bovendien blijft het vinden van personeel een opgave vanwege de lage werkloosheid en vergrijzende beroepsbevolking. 

Lederwarenzaken en schoenen- en kledingwinkels zagen klanten niet terugkeren, terwijl er in supermarkten een run was op producten als meel en plantaardige olie. De Duitse regering verlaagde in maart de accijns op benzine en beloofde gezinnen in de bijstand een eenmalige tegemoetkoming tot 400 euro bruto. Daarnaast broedt Berlijn op belastingvoordelen. 

Zo wil het fruit, groente en peulvruchten goedkoper maken door de btw te verlagen. Bijstandsorganisaties verwelkomen dit, maar andere belangenclubs vinden dat de regering noodlijdende huishoudens beter direct geld kan toestoppen, anders profiteren ook gezinnen die de stijgende kosten makkelijk kunnen dragen. “Dat is doelgerichter en helpt daar waar nodig.” (GH)

Een Duitse consument in supermarkt.Beeld AFP

Italië

In Italië zijn de prijzen met 6,7 procent gestegen in vergelijking met een jaar eerder. Volgens het Italiaanse bureau voor de statistiek is de inflatie vooral het gevolg van stijgende energieprijzen. Alleen al in de maand maart stegen die met bijna 53 procent. Om de gevolgen te temperen, heeft de regering de verlaging van de accijns op benzine en gas van 25 cent per liter verlengd tot 8 juli, net als de zogeheten ‘bonus bollette’, een tegemoetkoming in kosten van gas en licht. 

De regering heeft 14 miljard euro uitgetrokken om het koopkrachtverlies te compenseren. Ieder gezin met een inkomen van minder dan 35.000  euro per jaar krijgt een tegemoetkoming van 200 euro en er zal 200 miljoen worden besteed aan getroffen bedrijven. 

Ook wil premier Mario Draghi haast maken met het onafhankelijk worden van Russisch gas, de bureaucratie rondom groene-energieprojecten wordt versoepeld en de regering gaat nog harder op zoek naar alternatieve gasleveranciers. De kosten voor de compensatie worden betaald door elektriciteitsbedrijf ENEL en oliemaatschappij ENI, zij gaan 25 procent meer belasting betalen op winsten verkregen uit energieverkoop. (AVS) 

De prijzen bij de pomp in Italië.Beeld REUTERS

Frankrijk

Frankrijk kent een lagere inflatie dan het gemiddelde in Europa. Vorige maand lag die op jaarbasis op slechts 4,8 procent volgens de Franse normen, en op 5,4 procent volgens de Europese rekenmethode. Maar er wordt rekening gehouden met zwaar weer. Door de stijgende prijzen moeten Franse huishoudens dit jaar samen 30 miljard méér uitgeven, berekende onderzoeksinstituut Rexecode: “Dat is nooit vertoond de laatste 40 jaar.”

President Emmanuel Macron trok vorig jaar september al de portemonnee: de gasprijs werd bevroren en de belasting op stroom ging omlaag. Daarna volgde nog een trits maatregelen. De benzineprijzen werden met 18 cent per liter verlaagd, de Fransen kregen een ‘energie-extraatje’, en er kwam steun voor de bouw, de boeren en de transportsector.

Het ging opgeteld om een kostenpost van zo’n 30 miljard euro voor de schatkist. Vorige maand kondigde de regering een nieuw steunplan aan met maatregelen ter grootte van 4 à 7 miljard euro.

Voor Macron zijn de koopkrachtmaatregelen van groot politiek belang. Hij won weliswaar de presidentsverkiezingen, maar 45 procent van de kiezers stemde op Marine Le Pen of de links-radicale kandidaat Jean-Luc Mélenchon. Beiden hamerden op verbetering van koopkracht. (FR)

Windturbines in Graincourt-les-Havrincourt.Beeld REUTERS

Verenigd Koninkrijk

De Bank of England verhoogt vandaag de rente met 0,25 procent in een poging om de inflatie af te vlakken. De stijging naar 1 procent, het hoogste niveau sinds 2009, moet de economie ‘bewust’ inkrimpen. Alleen een ingeleide recessie kan volgens experts de ongecontroleerde prijsstijgingen in het Verenigd Koninkrijk ietwat beteugelen. Negatieve bijwerkingen van de brexit maken de situatie nijpend.

Waar de inflatie in landen binnen de EU hoofdzakelijk voortkomt door de oorlog in Oekraïne, betalen de Britten ook de tol voor de breuk met Brussel. Bedrijven kunnen door strikte immigratieregels moeilijk vacatures opvullen met gastarbeiders. De schaarste op de arbeidsmarkt leidt tot stijgende salariskosten die worden doorberekend aan consumenten. Vertragingen bij leveringen van materialen vanuit de EU voeren de druk op.

De regering onderneemt weinig om de gestegen energiekosten te dempen. In april steeg het bedrag dat gas- en elektriciteitsconcerns jaarlijks in rekening mogen brengen met 54 procent tot 2.340 euro. In de herfst gaat deze ‘price cap’ nog eens met 32 procent omhoog. Huishoudens kunnen dan tot een maximum van 3.088 euro gaan betalen. De inflatie raakt de Britten zodoende harder dan de inwoners op het Europese vasteland. (GL)

Kratten met fruit en groente op een lokale markt in Londen.Beeld ANP / EPA