Soms wordt een dokter of verpleger zelf patiënt: Liesbets vader stapte uit het leven, en dat in het ziekenhuis waar hij werkte

 ©  Kris Van Exel

De spoed, dat zijn niet alleen verhalen over ongevallen, ongelukkig ingebrachte objecten of onverklaarbare pijnen bij patiënten. Soms gaat ook over collega’s, dokters en verplegers die zelf patiënt worden. En heel soms loopt het slecht af. Zoals met Tim.

Tim was verpleger. Collega en leermeester van Stef Vanlee. “Papa werkte lang op de spoeddienst, maar was overgestapt naar het dagziekenhuis”, vertelt Tims dochter Liesbet. “In de weken voor zijn dood had hij stiekem medicatie verzameld. Tijdens een nachtdienst heeft hij zich die via een infuus toegediend. Op de deur hing een papiertje: Niet storen.

“Ik was pas 11, mijn zus 13. We hebben het op dat moment niet zo goed beseft wat ons was overkomen. Papa was er ineens niet meer. Niemand had het zien aankomen. Niemand begreep het. Wij, zijn twee dochtertjes, zeker niet. Maar het heeft mijn leven wel helemaal veranderd, weet ik nu.”

“Als puber kreeg ik het heel zwaar. Toen kwam de impact. Ik was 15 of 16, worstelde zoals elke puber met mezelf en ik had maar één ouder om naartoe te gaan. Dat was zwaar. Mijn moeder deed er alles aan om ons te beschermen, om ons te hoeden voor al te veel negativiteit. Maar met ouder worden, besef je zelf steeds beter dat het leven het leven is. Dat mooi en lelijk heel dicht bij elkaar kunnen liggen.”

“Zijn dood heeft een impact gehad op hoe ik omga met mensen die ik graag zie. Er is een tijd geweest dat ik niemand wilde toelaten. Op mijn zus en mijn mama na, want we zijn heel hecht geworden door die gebeurtenissen. Ik had een zekere bindingsangst. Als ik iemand graag zag, dan hield ik die af, want ooit zou die toch vertrekken. Dat zou pijn doen, en pijn hebben is niet leuk. Het was dus beter om niemand te dicht te laten komen. Later is dat gekeerd. Maar dan kwam die verlatingsangst opzetten en wilde ik koste wat het kost vermijden dat ze vertrok. Gelukkig is dat nu anders. Mijn vriendin begrijpt me en ik kan bij haar terecht. En zij bij mij.”

Vreemd gevoel

“Het klinkt misschien cru, maar het gevoel slijt. Het gemis blijft, maar het erodeert – zoals erosie een steen verandert. Dat is normaal, denk ik. Daarom verwijt ik ook niemand iets. Ook niet zijn vrienden die hij in een afscheidsbrief had gevraagd om een oogje in het zeil te houden voor mijn zus en mij. Met de tijd verwatert dat. Dat is des mensen.”

LEES OOK:Acteur en verpleger Stef Vanlee schreef 112 straffe verhalen over de spoedgevallendienst: “Ik heb gruwelijke dingen gezien, en toch heb ik de mooiste job ter wereld”

“Het blijft lastig. Elke keer als ik in een ziekenhuis kom, of ik spreek met iemand die in een ziekenhuis werkt, denk ik eraan. Dat blijft een vreemd gevoel. Mijn zus is ook bevallen in hetzelfde ziekenhuis. Dat was bijzonder dubbel. Je komt er dan voor iets heel heuglijks, maar tegelijk weet je dat die plek je leven ingrijpend veranderd heeft, en niet in de positieve zin.”

Zin aan de zinloosheid

“Ik wil op mijn manier die schroom, dat taboe dat rond zelfdoding hangt, doorbreken. Door nu met jou erover te praten voor de krant, bijvoorbeeld. De zelfdodingscijfers zijn hoger dan het aantal verkeersdoden. En dan zie je dat er zoveel sensibilisering is over verkeersdoden, maar veel minder over zelfdoding. Als nabestaande is het heel moeilijk om vast te stellen dat dat een vergeten kindje is.”

“Ik heb mezelf opgelegd om erover te praten. Ik merk dat die openheid de schroom doet verdwijnen. Zelfdoding blijft een heikel thema, we willen het eigenlijk niet weten. Daar ga ik tegen in. Misschien probeer ik zo toch nog zin te geven aan de zinloosheid van zijn dood? En misschien zet iemand door die bespreekbaarheid wél de stap om die negatieve spiraal te doorbreken, en zoekt ie hulp.”

Wie vragen heeft rond zelfdoding, kan terecht op de zelfmoordlijn via het gratis nummer 1813 of op www.zelfmoord1813.be