Direct naar artikelinhoud
Het consultOpvoeding

Mag een kleuter bij de ouders in bed slapen? ‘De hechting hoeft niet ’s nachts te gebeuren als je het overdag goed op orde hebt’

Mag een kleuter bij de ouders in bed slapen? ‘De hechting hoeft niet ’s nachts te gebeuren als je het overdag goed op orde hebt’
Beeld GettyImages

Beter een kleuter in het ouderlijk bed dan een kleuter die je de halve nacht wakker houdt, roepend vanuit haar kamer. Of houd je dan een onwenselijke situatie in stand?

Als kinderen slecht slapen, geldt dat meestal ook voor hun ouders. “Onze dochter van vijf wordt vrijwel elke nacht wakker. Er zijn in haar leven weinig nachten dat ze heeft doorgeslapen zonder te huilen of ons te roepen”, zegt een vermoeide moeder.

“De laatste tijd komt ze regelmatig naar onze kamer en kruipt ze bij ons in bed. Dat is in elk geval minder vermoeiend dan dat we elke keer naar haar toe moeten gaan. Soms merken we het pas als ze er al een tijdje ligt. Ik heb dan geen zin om haar terug in haar eigen bed te leggen. Dus blijft ze bij ons, al besef ik dat we de situatie zo in stand houden.

“Als mijn man er wakker van wordt, legt hij haar wel altijd terug. Hij vindt dat we haar moeten leren de hele nacht in haar eigen bed te slapen. Ik twijfel wat wijsheid is, want meer nachtrust is me ook wat waard.”

Is er wel een probleem?, vraagt kinderpsycholoog Roxanne Hosemans van psychologenpraktijk PsychoWijs zich af. “Samen slapen kan iets heel moois en fijns zijn. In veel culturen slapen gezinnen tot in de kinderen in de puberteit komen of langer samen in één bed. En bij ons gebeurt dit ook in genoeg gezinnen.”

Ook Joyce Akse, psycholoog en opvoedcoach, vindt niet dat het meisje per se in haar eigen bed moet slapen. “De meningen hierover verschillen. De ene ouder vindt het fijn en goed voor de hechting, de ander vindt uit principe dat kinderen in hun eigen bed moeten slapen.” Kinderen hebben veel behoefte aan de (lijfelijke) aanwezigheid en aanraking van hun ouders. Dit is ontzettend belangrijk voor verschillende aspecten van hun ontwikkeling, aldus Hosemans. “In het bijzijn en contact met onze ouders kunnen we ons ontspannen en voelen we ons gerustgesteld. Het is dus niet vreemd dat het meisje bij ze in bed kruipt. Overdag moet een kind al zoveel en ouders ook, trouwens! ’s Nachts in bed hoef je niets, behalve te zijn. Onderzoek wijst uit dat we een betere kwaliteit van slapen hebben en dieper slapen als we bij een ander levend wezen liggen. Maar als je licht slaapt en je kind nogal woelt, slaap je misschien slechter. Ook kan het een belemmering zijn voor de seksuele intimiteit.”

Pure vermoeidheid

Ouders moeten samen bespreken of ze het een probleem vinden dat hun dochter bij hen kruipt. “Zorg dat je een eigen en weloverwogen besluit neemt, niet op basis van wat anderen denken of pure vermoeidheid. Als ze er zelf achter staan, kunnen ze het beter overbrengen op hun dochter”, denkt Hosemans.

Mochten ze besluiten dat het meisje in haar eigen bed moet gaan slapen, dan volgt een vrij intensief traject.

“Slapen kun je niet afdwingen”, stelt Akse. “Slaapproblemen aanpakken vraagt om doorzettingsvermogen. Je moet er rustig en consequent naartoe werken dat ze in haar eigen bed blijft liggen. Dat kan wel een paar weken duren. Het begint met uitleggen wat je van haar verwacht. ‘Het is normaal dat je af en toe wakker wordt. Dan hoef je mama niet te roepen. Pak lekker je knuffeltje, draai je om en probeer weer verder te slapen.’ Dat wil trouwens niet zeggen dat het meteen lukt.”

Eventueel kunnen ouders ’s nachts het bedritueel kort herhalen. Volgens Akse kan het ook helpen om het meisje overdag wat extra positieve aandacht te geven. “De hechting hoeft niet ’s nachts te gebeuren als je het overdag goed op orde hebt. Het kan best zijn dat ze haar ouders niet graag mist en dat dit ’s nachts naar boven komt.”

Hosemans denkt dat het meisje wat angstig is en troost zoekt. “Een knuffel of een lampje dat kleurtjes projecteert kunnen troost bieden, maar het vervangt de ouders niet. Als je wilt dat ze in haar eigen bed blijft, zal je waarschijnlijk bij haar moeten blijven tot ze ontspannen is. Stukje bij beetje zal ze het vertrouwen krijgen dat ze het zelf kan. Maar het is inderdaad een zaak van lange adem.”