Hoe Van Quickenborne ministerraad passeerde om gokreclame te verbieden, is politiek "gevaarlijk en onverstandig" 

Het verbod op gokreclame, zoals minister Vincent Van Quickenborne (Open VLD) aankondigde, zal nog worden besproken binnen de regering, zo laat premier De Croo weten. Politicoloog Carl Devos vindt het not done dat dit niet eerder is gebeurd. “Ik begrijp de verleiding bij Van Quickenborne en zijn team om het op deze manier te willen regelen. Maar tegelijk is het heel gevaarlijk en ook onverstandig.”

Minister van Justitie Vincent Van Quickenborne kondigde maandagochtend, op Radio 1, aan dat zowat alle vormen van gokreclame tegen het einde van dit jaar wellicht zo goed als verboden worden in ons land. Van Quickenborne had dat laten opnemen in een ontwerp voor een koninklijk besluit (KB) dat goedgekeurd werd door zes bevoegde ministers.

De woorden van Van Quickenborne waren nog niet koud of Georges-Louis Bouchez, voorzitter van coalitiepartner MR, brandde het ontwerp al af. “Een buitensporige maatregel die bijvoorbeeld de sportsector in grote moeilijkheden gaat brengen”, schreef Bouchez op Twitter.

‘s Avonds, in het VRT NWS-programma “Terzake”, dreigde Bouchez ermee dat hij zou proberen het koninklijk besluit van Van Quickenborne en co via parlementaire weg te laten tegenhouden.

Hommeles

Het is dus duidelijk hommeles binnen de regering-De Croo. Dat is ook de kranten niet ontgaan. “Gokje Van Quickenborne doet Vivaldi pijn”, kopt De Tijd vandaag en “De gok van Van Quickenborne draait verkeerd uit”, titelt Het Nieuwsblad. 

Die laatste krant meldt ook dat premier De Croo ingrijpt. In een reactie aan onze redactie laat het kabinet van de eerste minister weten dat het evident is dat er nog over zal gepraat worden onder de coalitiepartners en dat het zeker nog aan bod zal komen. "Maar dat mag volgens mij niet betekenen dat er niets gebeurt. Gokken ruïneert te veel levens."

Ik begrijp de verleiding, maar tegelijk is het heel gevaarlijk en ook onverstandig.

Professor Carl Devos, UGent

Hoe is dit nu zo fout kunnen lopen? Carl Devos, professor Politicologie aan de universiteit van Gent, ziet dat de regering in eerste instantie daadkracht wil tonen. “Van Quickenborne in het bijzonder wil dat”, analyseert Devos in het Radio 1-programma “De ochtend”. “Binnen de regering is ook een vrij brede consensus over een verbod op gokreclame", dus daar voelde Van Quickenborne zich vast door gesteund. 

Tegelijk stelt Devos zich grote vragen bij de methode die Van Quickenborne heeft gebruikt: die van een koninklijk besluit, zonder dat eerst aan de ministerraad voor te leggen. “Ik begrijp de verleiding bij Van Quickenborne en zijn team om dat op deze manier te regelen. Maar tegelijk is het heel gevaarlijk en ook onverstandig.”

BELUISTER - Professor Carl Devos legt uit wat er mis is gegaan:

Waarom is dat nu zo onverstandig geweest? “Omdat het ingaat tegen een omzendbrief die voormalig premier Jean-Luc Dehaene nog in zijn eerste regering heeft gemaakt en die van kracht is sinds 1995”, legt professor Devos uit.  

“In die omzendbrief schreef Dehaene een aantal regels uit, hoe je tewerk moet gaan als je in een regering zit. Eén van die regels is dat je een koninklijk besluit met een belangrijke politieke weerslag - en dat is zonder twijfel zo bij dit koninklijk besluit - veiligheidshalve altijd aan de ministerraad moet voorleggen.” 

Waarom is dit zo? Volgens de grondwet is de regering een consensueel orgaan, zoals dat heet. “Dat wil zeggen dat voor belangrijke politieke kwesties ministers niet alleen mogen beslissen, zelfs als ze daar juridisch alle recht toe hebben.”

Gevaarlijk

Devos wijst erop dat Van Quickenborne strikt juridisch niets verkeerd heeft gedaan. “Er is geen enkele grondwetsbepaling, wetsbepaling of ander KB dat zegt dat dit KB in de ministerraad besproken moet worden. Juridisch is dat helemaal juist, maar politiek klopt het niet.”

Gezien de positie van Bouchez had Van Quickenborne heel goed moeten beseffen dat deze kwestie heel wat discussie zou losmaken tussen de coalitiepartijen. “Je mag dat eigenlijk niet ontwijken door een coalitiepartner te omzeilen”, aldus Devos. 

De professor waarschuwt er ook voor dat de demarche van Van Quickenborne ook een grote precedentwaarde kan hebben. Als je dit zou doortrekken, zouden alle ministers die iets willen regelen en waarvan ze weten dat er binnen de regering geen consensus over is, dit kunnen gaan regelen via KB’s. “Dan is de solidariteit binnen de regering weg en rest er alleen instabiliteit, zoals nu trouwens blijkt”, stelt Devos vast. 

De Croo had tegen Van Quickenborne moeten zeggen dat dit niet mocht en dat dit eerst overlegd moest worden met Bouchez.

Professor Carl Devos, UGent

Had premier De Croo dit dan in de gaten moeten houden? “Ik ga ervan uit dat de premier toch op de hoogte is wat zijn ministers gaan doen, in dit geval bovendien een partijgenoot”, merkt Devos op. 

“Eigenlijk had de eerste minister de rol moeten spelen die in de omzendbrief is omschreven. Hij had tegen Van Quickenborne moeten zeggen dat dit niet mocht en dat dit eerst overlegd moest worden met meneer Bouchez”, besluit Devos. 

Berekende gok

Waarom is dat dan niet gebeurd? Devos vermoedt dat dit een berekende gok was: om daadkracht te tonen en tegelijk te testen hoever men kon gaan bij Bouchez. 

Devos ziet dit ook binnen een breder kader, over de daadkracht die de regering nog rest de komende twee jaren, tot de verkiezingen van 2024. “Ik voel wat in sommige eerdere regeringen al bleek: jaren voor de verkiezingen slibt het stilaan dicht en is het beleidsvenster heel nauw om nog dingen te doen.”

Devos ziet dat de regering de laatste tijd ook steeds minder geregeld krijgt. “Dit is eigenlijk al een hele tijd aan de gang: na corona kwamen de Oekraïne- en koopkrachtcrisissen, en het crisismanagement van de regering is daarbij veel minder sterk dan tijdens corona. Ook al omdat er budgettair minder kan.” 

“Tegelijk kampen verschillende partijen met problemen, zoals slechte peilingen, die voor nervositeit zorgen. De daadkracht ebt weg en dan komt er zoiets als een verbod op gokreclame waarmee je die toch nog kan laten zien, en dan zijn er - begrijpelijk - een aantal mensen die daarmee willen doorduwen.”

Meest gelezen