Direct naar artikelinhoud
InterviewHylke Vandenbussche

Worden we straks ook hier wakker in een oorlogseconomie? ‘Rantsoenering is niet uit te sluiten’

De Belgische houtfederatie waarschuwt voor een tekort aan hout, dat grotendeels geïmporteerd wordt uit Rusland en Wit-Rusland. Dit laat zich ook in de bouwsector voelen.Beeld Thomas Nolf

Hoe langer de oorlog in Oekraïne duurt, hoe groter de kans dat ook onze economie in een oorlogsmodus belandt. ‘In een nabije toekomst kunnen niet enkel de hoge prijzen het probleem zijn, maar ook schaarste’, zegt professor internationale economie Hylke Vandenbussche (KU Leuven). ‘Rantsoenering valt dan niet uit te sluiten.’

“De Europese economie kan in een oorlogsmodus terechtkomen. Alle pijlen wijzen in die richting. Ik hou mijn hart vast bij verdere escalatie.” Professor internationale economie Hylke Vandenbussche (KU Leuven) is bezorgd over de economische gevolgen van de oorlog in Oekraïne. Er zijn verontrustende tekenen aan de wand. Energiehandelaren waarschuwden al voor een dreigend brandstoftekort, wat niet alleen de doordeweekse consument treft maar ook de bedrijven. Landbouwers moeten de peperdure brandstof ook verrekenen, net zoals hun tekorten aan kunstmest, waardoor de melkprijs gaat stijgen. 

Er waren al tekorten aan zonnebloemolie voor frituurvet. De Belgische houtfederatie waarschuwt voor een tekort aan hout, dat grotendeels geïmporteerd moet worden uit Rusland en Wit-Rusland. Dit laat zich niet enkel voelen bij houtverwerkende bedrijven maar ook in de bouwsector. Ze kampen tegelijk met een aluminiumtekort, eveneens een probleem voor de auto-industrie.

Hylke Vandenbussche: 'Er worden nu best buffervoorraden aangelegd voor ­kritieke goederen.'Beeld KU Leuven

Dreigen ook wij bij verdere escalatie van de oorlog in een oorlogseconomie terecht te komen, waarbij zelfs opgelegde rantsoeneringen van basisproducten niet langer taboe zijn? Vandenbussche: “Ik sluit dat niet uit, omdat grondstoftekorten aan de basis liggen van de huidige problemen in zoveel sectoren. De gevolgen laten zich voelen door de hele waardeketen. We zien dit nu in beperkte mate in ons land, in andere EU-lidstaten al meer. Als pakweg één afgewerkt product of merk tijdelijk niet beschikbaar is, kun je normaal alternatieven zoeken op de markt. Maar als alle bedrijven uit die sector niet kunnen leveren, heb je een probleem. De essentiële input van talrijke industrieën komt nu onder druk te staan.”

Keukenkast

Naast de hoge brandstofprijzen kan de grootste schokgolf voor de consument nog volgen in onze keukenkast, door oogsten die mislukken in Oekraïne - niet voor niets ‘de graanschuur van Europa’ genoemd. “Oekraïne is wereldwijd een grote graanleverancier. Net als de Duitsers eten wij in ons dieet zeer veel brood en graanproducten. Wij hebben geen grote landbouw en zijn afhankelijk van landen met een grote schaal die hun overschotten exporteren. Het zaaien in Oekraïne kan nu niet doorgaan. Er komt dus een punt dat er geen oogst is en dat zullen ook wij voelen. Er zal een schaarste zijn aan graan, waardoor producenten niet aan de gebruikelijke vraag kunnen voldoen.”

Rusland en Oekraïne zijn samen goed voor 1,21 procent van de totale Vlaamse export. Beide landen staan in voor bijna 2 procent van onze import. Vandenbussche waarschuwt om ons niet blind te staren op de cijfers.

“Je hoort weleens dat de Russische economie in bbp ‘slechts’ even groot is als de Benelux, maar dat is niet het punt. Op papier lijkt Rusland een klein broertje, maar in de praktijk is het een buur van Europa waarvan we zéér afhankelijk zijn voor grondstoffen, terwijl de alternatieven door de grote globale vraag niet zomaar overal voor het rapen liggen. Ze kunnen onze waardeketens stevig ondermijnen. Het is dus ook in ons belang om het conflict te helpen beëindigen.”

Buffervoorraden

Vandenbussche pleit ervoor dat we ons tegelijk voorbereiden op een worstcasescenario. “We kunnen het niet meer riskeren om ‘just in time’ te werken. Er worden nu best buffervoorraden aangelegd voor kritieke goederen, die onmisbaar zijn om een waardeketen draaiende te houden.” Dit kan ook helpen te voorkomen dat consumenten plots zelf gaan hamsteren of paniekaankopen doen, waarna een overheid sneller de kaart van rantsoenering zou moeten trekken.

De sectorfederaties zijn volgens Vandenbussche het best geplaatst om bedrijven in overleg met de overheid te helpen hun voorraadbeheer in crisismodus te plaatsen.

Wat volgens haar ook kan helpen, is tijdelijk de export verminderen van binnenlandse grondstoffen waaraan er nu een tekort is. Denk aan hout voor de bouw. Veel van onze gekapte bomen worden overzees verscheept, daar verwerkt en keren terug als meubels. Door hout van hier meteen in de korte keten terecht te laten komen, kunnen we zowel lokale ondernemers als het milieu een dienst bewijzen. 

Tijdens corona waren er al zulke exportbeperkingen voor sommige essentiële medische producten. Vandenbussche waarschuwt dat zo’n protectionistische maatregel wel beperkt in de tijd moet zijn, “om onze exportgerichte specialisatie-economie niet in de problemen te brengen”.

Op EU-niveau moet intussen nog sneller werk worden gemaakt van ‘strategische autonomie’ voor onze interne markt van 450 miljoen consumenten. “We zijn als EU héél kwetsbaar. Ons huis is nog lang niet in orde”, zegt de professor. “We laten ons nu verzekeren door bevriende handelspartners, maar daar staat altijd een prijs tegenover. Russisch gas dat we zouden vervangen door Amerikaans lng is goed voor de VS, duurder voor ons. 

“Wel een goed voorbeeld is hoe we omgaan met halfgeleiders. Deze essentiële onderdelen voor veel elektronica gaan we opnieuw zelf produceren. Niet omdat we dat het goedkoopst kunnen, maar omdat we altijd een beschikbaarheid willen hebben. Als er een kink in de kabel komt, hebben we ze dan tenminste. Dat kan nu van veel producten nog niet gezegd worden.”