Uitbater Hongaarse autostrades gelinkt aan premier Viktor Orbán; Transparency International heeft vragen over legaliteit

In Hongarije weigert het National Concession Bureau (NKI) bekend te maken waarom de concessie voor de exploitatie van de autosnelwegen in het land werd toegewezen aan een consortium dat aan premier Viktor Orbán is gelinkt. Aan de Kúria, het Hongaarse hooggerechtshof, is gevraagd om de publicatie van de motivatie voor de toewijzing tegen te houden.

“De Hongaarse overheid heeft begin mei beslist om een concessie van vijfendertig jaar voor de exploitatie van de autosnelwegen in het land toe te kennen aan investeerder Themis, een complex samenwerkingsverband tussen een aantal obscure investeerders”, meldt de nieuwssite Euractiv.

Miljardair

“De betrokkenen zouden echter aan miljardair Lőrinc Mészáros, een jeugdvriend en bondgenoot van premier Viktor Orbán, zijn gelinkt”, merkt Euractiv daarbij echter op. “De rechtenorganisatie Transparency International uitte echter zijn twijfels over de legaliteit van die toewijzing en vroeg aan de rechtbank toegang tot het dossier over de beslissing.”

“Door de toewijzing van het contract aan Themis heeft de Hongaarse overheid alle mogelijke marktconcurrentie voor de complete looptijd van de concessie uitgesloten”, beklemtoonde de rechtenorganisatie daarbij.

Transparency International kreeg van de rechtbank het gelijk aan zijn kant, maar het National Concession Bureau weigert de informatie vrij te geven. Het bureau stapt bovendien naar de Kúria om de beslissing van de lagere rechtbank in te trekken.

Themis krijgt door de concessie de rechten op de exploitatie van een netwerk van 1.662 kilometer autosnelwegen. Bovendien voorziet de vergunning in de aanleg van honderden kilometers bijkomende snelwegen. In ruil mag Themis de inkomsten van de tolwegen incasseren.

Europese wetgeving

Transparency International had inzage in het dossier gevraagd om te achterhalen welke redenen de Hongaarse overheid heeft gebruikt om de concessie aan Themis toe te wijzen. De rechtenorganisatie was van oordeel dat het dossier duidelijk diende te maken of deze optie inderdaad de meest kostenefficiënte keuze was.

Het National Concession Bureau had geweigerd de motivatie achter de toewijzing van het contract aan Themis te publiceren. Daarbij werd opgemerkt dat het concessie nog altijd niet definitief was toegekend.

De rechtbank wees die opmerkingen af en gaf het bureau de opdracht de informatie vrij te geven. Het concessiebureau besliste daarop echter om naar de Kúria, het hoogste gerechtshof van het land, te stappen om het bevel van de lagere rechtbank ongedaan te maken.

In juli vorig jaar al Transparency International zich tot de Europese Commissie gewend om uit te zoeken of de concessie voor een periode van vijfendertig jaar compatibel was met de wetgeving van de Europese Unie. De Europese Commissie zou wachten op een ondertekend contract om de concessie te onderzoek.

“Er worden ook vragen gesteld over de intenties van het Hongaarse concessiebureau, dat pas anderhalf jaar geleden werd opgericht en ook nog steeds geen website blijkt te hebben”, voert Euractiv nog aan.

Meer