Overlevering Spaanse rapper Valtònyc opnieuw afgewezen

Rapper Valtònyc bij een eerdere zitting in het Gentse gerechtsgebouw. © afp

De Gentse kamer van inbeschuldigingstelling (KI) heeft dinsdagmorgen opnieuw beslist om de overlevering van de Spaanse rapper Valtònyc aan Spanje af te wijzen. Het Hof van Cassatie had eerder een deel van het vorige arrest van de KI verbroken, maar in het nieuwe arrest blijft het oordeel overeind. Het openbaar ministerie tekent geen beroep meer aan.

blg

De Gentse afdeling van het parket Oost-Vlaanderen had een Europees aanhoudingsmandaat gekregen voor Josep Miquel Arenas, alias Valtònyc.

De op Mallorca geboren Valtònyc werd door het hof van de Balearen in 2017 schuldig bevonden dat hij in zijn teksten terrorisme had verheerlijkt, de kroon had geprovoceerd en politici had bedreigd met de dood. Het hooggerechtshof bevestigde het vonnis in februari 2018, ondanks protest in heel het land.

De termijn voor het begin van zijn straf in Spanje liep op 24 mei 2018 af, maar Valtònyc was eerder al naar het buitenland vertrokken. De rapper bood zichzelf aan bij de politie en werd door de onderzoeksrechter vrijgelaten onder voorwaarden.

De raadkamer besliste in september 2018 al dat Valtònyc niet overgeleverd moet worden. Het parket ging in beroep, waardoor de Gentse kamer van inbeschuldigingstelling moest beslissen over de overlevering. Die oordeelde eind vorig jaar dat dit niet aan de orde was. Het Hof van Cassatie verbrak die uitspraak wat betreft het beledigen van de Spaanse kroon. Maar de KI stelt nu dat majesteitsschennis niet als basis kan dienen voor de overlevering conform het arrest van het Grondwettelijk Hof, en oordeelt dat schending van andere artikelen niet slaan op de koning als benadeelde.

Het openbaar ministerie tekent geen beroep aan, en daarmee is de uitspraak van de KI definitief. Paul Bekaert, de advocaat van Valtònyc, reageert opgelucht op die beslissing. ‘Dat is heel goed nieuws.’ Hij wijst er wel op dat het Europees aanhoudingsbewijs voorlopig blijft bestaan. ‘Een ander Europees land zou mijn cliënt wel eventueel overleveren, dus hij zal in België moeten blijven. Maar dat zal hij er met plezier bijnemen. Enkel als de strafuitvoering in Spanje verjaart, mogelijk binnen een jaar, zou hij kunnen terugkeren.’