2021 Anadolu Agency

Eén jaar geleden verdween militair Jürgen Conings: wake-upcall voor het leger, is er sindsdien iets veranderd?

Vandaag is het exact een jaar geleden dat militair Jürgen Conings verdween. De militair met een extreemrechtse ideologie werd na een intensieve zoektocht dood aangetroffen. Het onderzoek naar zijn overlijden is recent afgesloten maar de zaak-Conings is ook een illustratie van de dreiging van extreemrechts binnen het leger. Wat is die dreiging anno 2022? En hoe wordt de dreiging aangepakt?

“De zaak-Conings is een knooppunt waar alle eerder gesignaleerde problemen samenkomen.” Dat schreef het Comite I (dat de inlichtingendiensten opvolgt) in zijn rapport vorig jaar. Die problemen zijn talrijk. Het voorbije decennium onderzocht het Comite I vanuit verschillende invalshoeken de dreiging van extreemrechts en de wijze waarop o.a. de militaire inlichtingendienst ADIV dit probleem (niet) aanpakt. 

Het Comité I bv. stelde vast dat ADIV over onvoldoende menselijke bronnen beschikt in het extreemrechtse milieu en dat er ook bijzonder weinig mensen op dit probleem werken. In 2021, op het moment dat de zaak Conings liep, was er binnen ADIV welgeteld één analist die zich bezighield met  het probleem van extreem rechts binnen het leger. 

Maar de zaak Conings is binnen het leger ervaren als een ernstige wake-upcall, dat bevestigen verschillende waarnemers in de wereld van justitie en inlichtingendiensten. Officieel zegt ADIV: “Vandaag heeft de regering van het verschijnsel extremisme een prioriteit gemaakt en dus heeft ook de ADIV, net als zijn partners, er een prioriteit van gemaakt.” 

Watchlist

Details over hoe ADIV dat dan prioritair aanpakt, worden niet gegeven maar ook bronnen buiten ADIV bevestigen dat zowel binnen het leger als binnen de overlegstructuren er meer aandacht is voor de dreiging van rechts extremisme.   

Zo werkte het leger bv. tot 2021 nog met een eigen zogenaamde watchlist. Daarop stonden mensen die verdacht werden van rechts extremisme. In het rapport van het Comité I is er sprake van zo’n 30 militairen die om die reden gevolgd werden door ADIV. Gevraagd naar een update van dat cijfer blijft men opnieuw vaag. “Het exacte cijfer varieert voortdurend.”  

Eén van de belangrijke kritieken op ADIV was ook dat de info op de watchlist door het leger niet gedeeld werd met andere diensten. Dat is veranderd. Informatie wordt nu wel gedeeld én getoetst met andere diensten, zo bevestigen verschillende bronnen.  

O.a. op basis daarvan werd de lijst ook juister en vollediger. Het leidde o.a. tot elf huiszoekingen in drie kazernes en acht privé woningen van militairen in november vorig jaar. Dat duidt op een betere doorstroming tussen ADIV als inlichtingendienst en het gerecht.  

Gemeenschappelijke Gegevensbank

In de Gemeenschappelijke Gegevensbank van het OCAD, het coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse, zitten momenteel 709 personen. De Gemeenschappelijke Gegevensbank (GGB) is een databank die voortdurend aangepast wordt op basis van informatie van inlichtingen en politiediensten. De databank kan beschouwd worden als een lijst van personen die als potentieel gewelddadig beschouwd worden.  

Van de in totaal 709 personen worden er zestig beschouwd als een gevaar omwille van het rechts extremistische ideologie of gedachtegoed, veertien omwille van hun links extremistische ideologie. Alle overige worden beschouwd als gevaarlijk voor hun jihadistisch gedachtegoed. Gemeten naar het aantal personen in de GGB blijft het jihadisme dus veruit de grootste bedreiging. 

Vergelijkingen maken met vorige jaren is moeilijk omdat de norm om in de databank te worden opgenomen in de loop van de jaren gewijzigd is. Maar hoe dan ook is de dreiging van rechts extremisme wel toegenomen. In ons land komt ongeveer één dreiging op tien uit de rechts extremistische hoek. 

Als het gevaar schuilt in het hoofd van iemand, moet je in dat hoofd kunnen kijken

In het geval van Conings speelden overigens verschillende factoren. De dreiging werd zeker gevormd door zijn ideologie en opleiding, maar ook persoonlijkheidskenmerken waren een belangrijke factor. Men neemt aan dat de buitenlandse missies waaraan Conings deelnam ook een impact hadden op zijn psyche, net zoals familiale omstandigheden. In die zin is het dossier Conings symptomatisch voor dreigingen die uitgaan van zogenaamde ‘lone actors’, uit welke hoek ze ook mogen komen. Vaak gaat het om geïsoleerde figuren met psychische problemen.  

Niet voor niets heeft OCAD twee psychologen in dienst die trachten via psychologisch onderzoek een inschatting te maken van de dreiging. Dat is geen evidente taak omdat informatie daarover niet altijd voorhanden is. Binnen- en buitenlandse inlichtingendiensten zeggen dat hier nog veel winst te rapen valt. Als het gevaar schuilt in het hoofd van iemand, moet je in dat hoofd kunnen kijken, zo luidt de omstreden gedachte. Het is immers niet evident voor psychologen en psychiaters om informatie uit vertrouwelijke gesprekken met hun patiënten te delen met veiligheidsdiensten.       

BELUISTER - Een gesprek met Wim Robberecht, admiraal en topman bij ADIV, in "De wereld vandaag":

Meest gelezen