Direct naar artikelinhoud
InterviewPersoone, Ysewijn en Jeroom

‘Programma’s met kinderen die behandeld worden als kinderen, dat vind ik echt verschrikkelijk’

‘Programma’s met kinderen die behandeld worden als kinderen, dat vind ik echt verschrikkelijk’
Beeld Koen Bauters

Wie op zoek is naar het recept voor het perfecte familieprogramma, kan met pen en blocnote plaatsnemen voor het nieuwe seizoen van Junior Bake Off. Noteer alvast: een tent vol vers baktalent, kinderdromen van suiker en, als absolute smaakmaker, een kleurrijk trio dat zo uit een stripboek lijkt weggeplukt: presentator Jeroom Snelders en juryleden Dominique Persoone en Regula Ysewijn. Het resultaat is een bakshow die elke week het hart van de kijker verwarmt – vijftig minuten op minstens 250 graden – en die het Britse origineel én de grotemensenvariant moeiteloos overklast. 

Komen een culinair auteur, een chocolatier en een cartoonist de tent binnen: Regula Ysewijn (39) maakte internationaal naam als schrijver van kookboeken over de Britse keuken én als jurylid bij wedstrijden rond eten, Dominique Persoone (53) is de bekendste en meest bekroonde chocoladekunstenaar van België en Jeroom Snelders (45) is Humo’s huistekenaar en vast jurylid in De slimste mens ter wereld. Je vindt niet snel een drietal dat meer verschilt, maar samen vormen ze precies de juiste combinatie van zoet, zuur en een kleine bite.

Dominique Persoone: “Bij iedere uitnodiging om mee te werken aan een nieuw tv-programma ben ik nog een beetje verrast, maar toen ik werd gevraagd voor het eerste seizoen van Junior Bake Off viel ik écht uit de lucht.”

Jeroom Snelders: “Dat was bij mij ook zo. Toen mijn agent me over het verzoek vertelde, voegde hij er in één adem aan toe dat hij het meteen had afgewezen. Mensen verwachten zo’n programma niet van mij, en toch was ik onmiddellijk geïnteresseerd.”

Regula Ysewijn: “Soms blijken de meest onverwachte mensen juist de perfecte keuze te zijn.”

Jullie bereikten alle drie eerst de top van je vak vóór de televisie op je pad kwam.

Jeroom: “Het is fijn om samen te werken met mensen die zo bevlogen zijn. Bij Regula en Dominique komt eerst de passie, en pas op de tweede plaats het professionele en geld verdienen. Bij mij is dat trouwens volledig andersom.”

Ysewijn: “Ik voel bij deze mannen ook: what you see is what you get. Het is oprecht, we kunnen onszelf zijn bij elkaar.”

Persoone: “En we delen alle drie dezelfde liefde voor patisserie.”

Jeroom (schudt hevig zijn hoofd)

Ysewijn: “Twee van ons toch. Met Jeroom deel ik de liefde voor pizza, wat ik stiekem liever eet dan taart. (lacht)

Jeroom: “Zo’n onverwachte combinatie van mensen kan ook een rijke bron van humor zijn. Helemaal in het begin heb ik wel gevraagd om een testuitzending te draaien om te zien of het echt klikte tussen ons. Het is belangrijk dat ik grappen kan maken over de jury, want je wilt niet voortdurend de kinderen daarmee lastigvallen. Gelukkig bleken ze er meteen goed tegen te kunnen.”

Persoone: “Ik heb een heel dikke huid en ik ben fan van de droge humor van Jeroom. We moeten vaak heel hard lachen tijdens de opnames. Al zitten er geregeld grapjes tussen die de kinderen niet verstaan.”

Jeroom: “Dominique moet niet te veel zeggen over kinderen die iets niet verstaan, maar mijn humor speelt inderdaad een beetje op twee niveaus. Ik maak sommige grappen vooral voor de mensen thuis, Regula bedient de mensen die echt van bakken houden en Dominique is er voor alle West-Vlamingen die geen ondertiteling kunnen lezen. Dat is een winnende formule.”

Zit er in de buitenlandse Bake Off-versies ook zoveel humor?

Jeroom: “Nee, die zijn eigenlijk redelijk saai. We proberen in het programma ook steeds een sketch te steken, een verhaallijntje dat door de aflevering heen loopt, dat zie je niet bij de rest.”

Ysewijn: “We laten ons daarin echt gaan, zo trekken we het programma een stukje verder.”

Jeroom: “De BBC kijkt bij elke internationale versie of die niet te veel afwijkt van haar format. In het begin moesten we al meteen komen uitleggen waarom ik met een wapen, mijn startpistool, rondloop in de tent. We hebben toen een verhaal opgehangen over mijn vrouw die oud-atleet is.”

Ysewijn: “Vroeger lag het format niet zo strikt vast. Er zijn al soortgelijke bakprogramma’s op de Belgische televisie geweest, maar die werden niet echt een hit. Toen de franchise in meerdere landen flopte, heeft de BBC onderzocht wat het programma in Engeland tot zo’n succes maakte. Het bleek de grote witte tent te zijn. Die tent vormt echt een wereldje op zichzelf: het moment dat je daar binnenstapt, kom je in een sprookje terecht waar alles mogelijk is.

“Al zorgen de buitenopnames wel voor de nodige uitdagingen, met de wind die door de tent waait en vliegen die in de patisserie belanden.”

Jeroom: “Die vliegen kwamen voortdurend in de lampen terecht en vielen daarna in de taarten. We hebben alle lampen zo moeten verzetten dat het niet meer de hele tijd gebeurde, al weet Dominique er toch nog geregeld een paar uit te vissen met zijn tong.”

Persoone: “Zo’n vlieg zorgt voor zo’n aangenaam krokantje in de cake. Een kraksje.”

‘Programma’s met kinderen die behandeld worden als kinderen, dat vind ik echt verschrikkelijk’
Beeld Koen Bauters

Kampleiders

Dominique en Regula, jullie zijn beiden ervaren juryleden, maar kinderen beoordelen lijkt me andere koek.

Persoone: “Als ik in de jury van een wedstrijd voor volwassenen zit, of voor de krant bijvoorbeeld op zoek ga naar de beste dame blanche aan de zee, mag ik echt kritisch zijn. Hier zijn we veel braver. Het moeilijkste is: eerlijk oordelen, maar tegelijk de passie niet uit de kinderen halen.”

Jeroom: “Als een baksel heel slecht is, is het fantastisch om die twee bezig te zien. Hoe ze zich in bochten wringen om iemand niet te hoeven afbranden.”

Ysewijn: “Je helpt niemand door een taart die op niets trekt te overladen met complimenten. We gaan op zoek naar een balans: hoe geef je de kandidaten de feedback waarmee ze bij hun volgende gebak iets kunnen, zonder hen echt af te kraken?”

Jeroom: “Het is sowieso indrukwekkend wat die kleine mannen en vrouwen allemaal presteren, die bakken iedereen naar huis. In de volwassenentent zouden ze zomaar een aflevering kunnen meedraaien.”

Ysewijn: “Veel volwassen deelnemers hebben hun passie voor bakken pas tijdens de coronalockdowns ontdekt, maar er lopen kinderen van twaalf rond met ruim zes jaar bakervaring.

“Dé troef van kinderen is bovendien hun grote fantasie. Bij volwassenen is dat meestal een beetje verloren gegaan, die focussen dan vooral op bepaalde kooktechnieken.”

Persoone: “De kunst is om diep vanbinnen altijd dat kind te blijven, je innerlijke fantasie te laten kabbelen. Ik ben in het programma een paar keer echt omvergevallen van de creativiteit van die kids.”

Jeroom: “Ja, én van de drank.”

Persoone: “(onverstoorbaar) De opdracht was om een monument na te maken, en Rebecca, één van de kandidaten, koos voor het busje uit de film Into the Wild. Hoe geraak je daar met je fantasie?”

Ysewijn: “Een volwassene zou in dat thema al snel voor de Eiffeltoren of de piramides kiezen, maar een kind denkt: ja, dat busje is óók een monument.”

Jeroom: “Dat is toch het busje waarin een man sterft, hè?”

Als een jonge kandidaat naar huis moest, vond ik dat steeds weer hartverscheurend. Dat ervaar ik bij andere programma’s nooit zo.

Ysewijn: “Ik ben zeker geen blèter, maar soms moet ik echt tegen mijn tranen vechten als er iemand vertrekt. Vaak zijn het uitstekende bakkers, maar moeten ze naar huis door een stomme fout. Wij leven enorm mee als we een taart zien mislukken.”

Persoone: “Er vloeien sowieso heel wat tranen tijdens de opnames, van geluk, van stress of bij een afscheid. Vanaf het moment dat we besloten hebben wie er moet afvallen, vind ik het al moeilijk om nog oogcontact te maken met die kinderen.”

Jeroom: “Gelukkig ben ík daar dan om ze kapot te maken.

“Het verschil met de versie voor volwassenen is ook dat die kinderen tussen de opnames door voortdurend rond ons hangen. Het is een soort kamp en wij zijn de kampleiders. Na het programma heb je dan zo’n emotionele band dat je die kinderen blijft volgen. Het is heel plezant om te zien dat velen van hen een jaar later nog altijd aan het bakken zijn. En dat de kandidaten elkaar ook allemaal gaan opzoeken.”

Ysewijn: “Het is ongelooflijk hè. Soms krijg ik ook verzoekjes van hun ouders: zo vroeg laatst een mama van een oud-kandidate of ik niet eens bij haar dochter kon polsen hoe het ging op school. Het ging niet zo goed, ze wilde eigenlijk stoppen. Dan probeer ik de persoon te zijn van wie de kinderen misschien iets méér willen aannemen dan van hun ouders. Uiteindelijk is ze wel op school gebleven.”

Jeroom: “Jij doet dus echt aan dienstbetoon?”

Ysewijn: “Ja, als me dat gevraagd wordt, doe ik dat met plezier. Ik heb zelf geen kinderen, maar die deelnemertjes zijn op de één of andere manier een beetje mijn kroost. Ze zijn allemaal deel van de Bake Off-familie.”

De vriendschappen tussen de kinderen zie je echt ontstaan tijdens het bakken.

Ysewijn: “Ja, ik vind het straf dat je tijdens de wedstrijd nooit lelijke spelletjes ziet. De Bake Off-tent is een plek waar iedereen elkaar steunt, waar je samen over de eindmeet wilt raken. Er wordt niet geroddeld, en er wordt niet gelachen als iemand niet op tijd klaar raakt. Dat geeft veel hoop voor de samenleving.”

Jeroom: “Als er iemand eerder klaar is met zijn taart, dan begint die spontaan bij een ander bakkertje mee te helpen. Ik zie mezelf dat niet doen. Ik zwijg gewoon als ik Dominique voor de zoveelste keer de verkeerde camera zie pakken, of als hij staat te praten met slagroom op zijn mond.”

Persoone: “(droog) Ik zwijg zelf ook als ik iemand in een golfkarretje het decor kapot zie rijden.”

Jeroom: “Ja, dat was een heel slecht idee. Ik ben in een golfkarretje met natte banden veel te snel de tent binnengereden, probeerde toen te remmen en ben vervolgens dwars door het decor geknald. Ik ben buiten het gezichtsveld van de camera’s geschoven, dus de beelden konden we niet gebruiken, én het had behoorlijk verkeerd kunnen aflopen. Iedereen was in shock, maar het frappante was: die kinderen gingen na de eerste schrik direct weer door met bakken. Het enige waaraan zij kunnen denken, is hun fucking taart.”

Ook fijn: jullie doen nooit kinderachtig of betuttelend tegen de jonge kandidaten.

Jeroom: “Programma’s met kinderen die behandeld worden als kinderen, dat vind ik echt verschrikkelijk. Het zijn niet alleen kinderen, hè. Het zijn ook gewoon jonge mannen en vrouwen met veel talent.”

In het eerste seizoen stapte jij op een snikkend meisje af: ‘Ben je verkouden?’ Waarop zij, alweer bijna lachend: ‘Nee, ik ben aan het huilen.’

Jeroom: “Als ik daar zou beginnen te knuffelen en haar zeggen hoe erg het allemaal wel niet is, denk ik niet dat dat zou helpen. Je kunt beter proberen de situatie te ontmijnen met humor. Ook al is het soms wat zoeken, en wordt het wat awkward. Het toffe is dat je dat óók gewoon op beeld ziet, je ziet mij proberen en twijfelen.”

Ysewijn: “Dat maakt het écht, hè, dat maakt het menselijk.”

Jeroom: “Wat ik ook erg schattig vond, is hoe zenuwachtig de kinderen waren tijdens de eerste opnames. Die denken echt dat BV’s grote sterren zijn, dat ik de hele dag in de zetel lig en een eigen chauffeur en een kok heb.”

Persoone: “En dat je in een Porsche rijdt.”

Jeroom: “Ja, dat klopt dan weer wel, en ik heb natuurlijk ook een chauffeur.

“Ik merk dat het nu in het tweede seizoen al aan het verschuiven is. De eerste lichting was helemaal overdonderd, de tweede is al voorbereid doordat ze het eerste seizoen hebben gezien. Die wachten niet meer af, maar staan meteen klaar om terug te meppen. Het is echt hard werken nu om ze nog onder de duim te krijgen. Al is het ook tof, zo’n klein meisje dat mij gewoon op m’n plaats zet, waarna ik met mijn mond vol tanden sta.”

Persoone: “Om in het thema te blijven: ze hebben allemaal een grote wafel.”

Jeroom: “Vroeger was er nog respect, maar die jeugd van tegenwoordig, met hun TikToks en hun YouTubes, die kijken nergens meer van op. Al veranderde dat dit seizoen meteen toen Roger van Damme te gast was. De spanning was van de gezichten af te lezen, iedereen stond weer op scherp.”

Kampleiders
Beeld Koen Bauters

Endorfine

Je hoort soms de kritiek dat taarten niet gezond zijn. Pascale Naessens zei in een interview dat haar hart bloedde toen ze al die bakkende Vlamingen zag tijdens de lockdown.

Ysewijn: “(fel) Oh my god, dat is zo’n bullshit, en dat hoor ik inderdaad de hele tijd.

“Weet je wat veel ongezonder is dan zo’n stuk taart, Pascale? Al die angst die rond eten wordt gecreëerd. Mensen worden depressief van al dat calorieën tellen, van zichzelf alles te ontzeggen. Terwijl er zoveel endorfine vrijkomt als je een taart bakt: het plezier van het bakken, van het eten, van het delen. Eigenlijk is bakken een beetje mindfulness.

“Het belangrijkste voor je gezondheid is dat je streeft naar een evenwichtig voedingspatroon, en ik geloof dat daar best een taartje binnen kan passen. Je moet gewoon niet elke dag drie keer taart eten.”

Persoone: “Patisserie is een traktatie aan jezelf en aan je omgeving. Zondag een taartje bij oma, woensdagmiddag een lekkernij met de kids.”

Ysewijn: “Er zijn ook wel ongezondere dingen dan dat zelfgebakken stukje taart, waarvan je bovendien alle ingrediënten precies kent. Van die vleesvervangers die in de fabriek intensief zijn bewerkt, bijvoorbeeld, en waarbij je geen idee meer hebt wat er nu precies in zit.”

Persoone: “Of neem nu die quiche op bladzijde 26 van het laatste boek van Pascale Naessens.”

Jeroom: “(lacht) Ik wist trouwens niet dat Pascale ons haatte. Vrouwen met een mannennaam kun je sowieso niet vertrouwen, hè.”

Persoone: “Goh, een jonge vrouw met een oudere man, ik kan me wel voorstellen dat die minder behoefte heeft aan suiker.”

Jeroom: “Voilà, de persoonlijke aanval is geopend! Als het niet op de inhoud is, dan pakken we haar wel op haar uiterlijk.

“Ik eet zelf overigens nooit van de taart in het programma. Vanaf dag één heb ik beslist om van het gebak af te blijven, omdat ik er totaal geen expertise over heb én omdat ik het qua dieet echt niet zou aankunnen. Zeker tijdens die eerste afleveringen, dan worden er acht keer twee taarten gemaakt, dat is gigantisch veel. Het is een talent, wat die twee allemaal kunnen verzetten.”

Regula, jij proeft heel wat verschillende dingen als jurylid. Onlangs moest je je nog buigen over het jubileumtoetje voor Queen Elizabeth.

Ysewijn: “Ja dat is deze week te zien op de BBC. Het was een eer dat ik daarvoor gevraagd werd. Ik heb een paar jaar geleden een boek geschreven over de geschiedenis van de Britse desserts en het is fijn om te merken dat ik daar nu zo serieus genomen word.

“De afgelopen jaren zat ik ook in de jury van de Great Taste Award en de World Cheese Awards, waar het vooral draait om smaak. Dan is het belangrijk dat je als jurylid smaken herkent, en bijvoorbeeld kunt zeggen of ergens iets meer kaneel in had gemogen.

“Ik ben zo iemand die in een onrijpe abrikoos zal bijten om de smaak ervan te leren kennen. Dat je daarna kunt zeggen: ‘Ah, die wijn heeft een toets van onrijpe abrikozen.’”

Jeroom: “Zeg jij soms ook: ‘Dat smaakt naar kak?’”

Ysewijn: “Uiteraard.”

Jeroom: “Dus heb jij dan ooit…”

Ysewijn: “Ja, als kind.”

Jeroom: “Oké… Ja, we hebben een kop voor het interview, hè.”

Los van die specifieke herinnering: als jullie terugdenken aan jullie eigen kindertijd, welke smaken komen dan boven?

Ysewijn: “Ik vind het altijd wonderlijk hoeveel herinneringen aan één stuk voedsel verbonden kunnen zijn. Mijn allereerste herinnering aan eten is hoe ik ooit een aardbei proefde in een huis tussen de bergen. Mijn vader zat bij het raam met uitzicht op het water, op de achtergrond klonk het geluid van een brommende stoomboot. Pas later, toen ik er met mijn ouders over sprak, bleek dat het tijdens een vakantie in Zwitserland moet zijn geweest, maar die hele setting zit vervat in de smaak van die ene aardbei.

“Al mijn hele leven ben ik op zoek om die smaak ooit te herbeleven, maar die allereerste aardbei is door de jaren heen in mijn herinnering zó superieur geworden dat ik nooit meer zoiets zal kunnen proeven.”

Persoone: “Ik ben al iets ouder dan die twee pubers naast mij, en in mijn kindertijd, de seventies, mocht er nog heel veel wat nu niet meer zou kunnen. Als ik met mijn ouders meeging op restaurant, kreeg ik een pannenkoek met vanillecrème, geflambeerd met Grand Marnier. Zo’n brandende pannenkoek op je bord en dan op de terugrit op de achterbank volledig knock-out liggen van de alcohol.”

Jeroom: “Ik heb nul herinneringen aan eten, maar Dominique weet nog precies te vertellen wat hij zes jaar geleden heeft gegeten in een bepaalde zaak. Het probleem is dat hij dat ook heel graag kwijt wil, en dat kan gerust úren duren.”

Persoone: “Voor mij is eten nu eenmaal het mooiste wat er bestaat. Een goed restaurant is een beleving, een beetje zoals een theaterstuk. Ik kan gerust op vakantie gaan enkel om een specifiek restaurant te bezoeken.”

Jeroom: “Naar zo’n all-in-hotel waarschijnlijk?”

Ysewijn: “Ik vind het heerlijk om op vakantie van maaltijd naar maaltijd te leven. Uitgebreid ontbijten, blijven zitten voor de lunch, toch maar een kleine wandeling maken en je dan klaarmaken voor het diner.”

Persoone: “Het leven van de Romeinen, hè.

“Het doet soms pijn om te zien hoe weinig tijd en aandacht mensen besteden aan eten. Het zijn ook de onnozelste dingen die een groot verschil kunnen maken. Maak gewoon zelf je pizzadeeg: het kwaliteitsverschil is gigantisch en het is echt niet moeilijk.”

Jeroom: “Maar is dat niet gewoon tijdsgebrek? Jij bent zo’n slow cooker, hè. Iemand die visjes op een houten lat spijkert, die lat boven een vuurput hangt en daar gewoon een uurtje naast gaat zitten. Waarschijnlijk ook met een glaasje drank er bij.”

Persoone: “Heerlijk!”

Ysewijn: “Maar heb je dat soort dingen altijd kunnen inpassen in je werkschema?”

Persoone: “Je moet daar tijd voor máken. Ik heb vorige week een nieuw barbecueprogramma voor Njam! gedraaid en daar toon ik een bereiding die twaalf uur duurt. Hoe cool is dat? Dat is echt een evenement op zichzelf.”

Jeroom: “Je kunt de hardwerkende Vlaming toch moeilijk verwijten dat hij niet de tijd voor zoiets neemt?”

Persoone: “Nee, maar het gaat ook om simpele dingen. Een goeie Brusselse wafel, bijvoorbeeld. Als je die koopt, is het toch nooit zo goed als wanneer je ze zelf maakt?”

Jeroom: “Of chocolade! Waarom zou je die kopen als je ’m ook zelf kunt maken?”

Persoone: “Hetzelfde voor cartoons! Maak gewoon allemaal je eigen cartoons.”

Jeroom: “Dit gaat te ver.”

Ysewijn: “Ja, we mogen Jeroom nooit aanvallen.”

Jeroom: “Nee, dat staat in mijn contract. Zo werkt het niet.”

Zeilboot en bakfiets

Is ecologische voeding belangrijk voor jullie?

Jeroom: “Dat wordt steeds belangrijker. De keuze wordt ook ruimer, het is soms al moeilijk om níét biologisch te eten.”

Ysewijn: “Bij Bake-Off heb ik samen met het productieteam van in het begin gekeken hoe we het zo ecologisch mogelijk konden aanpakken. Zo gebruiken we niet de goedkoopste eieren uit een legbatterij, maar kiezen we voor iets duurdere exemplaren van goede oorsprong.”

Persoone: “Dit jaar zijn we ook overdonderd door een kandidaat die alles volledig veganistisch maakte. We werden elke keer weggeblazen: wow, is dat vegan?”

Ysewijn: “Dat meisje heeft dingen gedaan die ik nog geen enkele volwassene heb zien presteren in de tent.”

Jeroom: “We hebben op een bepaald punt zelfs een botmeting moeten doen om te zien of het wel echt een kind was.

(tot Persoone) Wat trouwens ook goed zou zijn voor het milieu: geen chocola meer uit Mexico laten komen.”

Persoone: “Wij hebben ook CO2-vrije chocolade, baby. Een Nederlands zeilschip, Tres Hombres, vervoert onze cacaobonen en rum. Die komt dan toe in fucking Rotterdam, en omdat we contractueel geen énkele uitstoot mogen hebben, gaan we dan met het hele team op zes bakfietsen de bestelling afhalen.”

Ysewijn: “Dat is echt graaf!”

Persoone: “Ja, het is ook de max als teambuilding. Allemaal een slaapzakje mee en zien hoever we komen. Ik zal maar geen foto’s tonen van hoe mijn gat eruitziet na drie dagen op zo’n bakfiets met 250 kilo bonen.”

Jeroom: “Dit bewijst alweer dat Dominique een heel slechte zakenman is, hij heeft een veel te groot hart. Liever zo’n eind rijden op een bakfiets dan bezig zijn met hoe hij meer winst zou kunnen maken. Dat is prachtig, hè?”

Persoone: “Vertel gerust verder!”

Dominique, je zoon is ondertussen ook volledig in je voetsporen getreden.

Persoone: “Ik heb mijn zoon voor veel dingen gepusht in het leven, maar dan vooral de dingen die ik zelf nooit kon doen: gitaarspelen, tennissen, skiën. Ik heb hem bewust nooit in de richting van voeding geduwd, en zeker niet richting chocolade. Je ziet dat vaak, hè: beenhouwers, notarissen of dokters die hun beroep van generatie op generatie doorgeven. Dat hoefde voor mij niet.

“Op een moment wilde hij toch twee maanden stage lopen bij ons op de plantage, en hij is blijven doorgaan in de chocolade. Ondertussen is hij chef van de productie en heeft hij 43 man onder zich.

“Hij is er gelukkig in geslaagd zijn creativiteit te bewaren. Onlangs was hij bezig met een praline van gebrand hooi. Komt hij binnen met zo’n pak hooi en steekt hij dat in de fik in de keuken. Het is tof om je passie te delen met je zoon.”

Jeroom: “Als hij maar niet ook op VTM komt later.”

Jullie hebben alle drie een langdurige relatie, Dominique zelfs al 32 jaar. Wat is het geheime ingrediënt?

Jeroom: “(lacht) Hier zien we een journalist die aan het zoeken is geweest!”

Ysewijn: “Op de eerste plaats: de beste vrienden zijn. Wij hebben echt de grootste leut samen en vertrouwen elkaar, dat vind ik het belangrijkste.”

Persoone: “En: elkaar een eigen leven gunnen. Wij doen soms heel bewust dingen apart. Eén van mijn hobby’s is op expeditie gaan. Terwijl ik nog onderweg ben, begin ik alweer verliefde sms’jes te sturen, en als ik daarna terugkom, ben ik weer volledig opgeladen én helemaal verliefd. Het houdt de relatie spannend.

“Veel cadeautjes kopen helpt trouwens ook.”

Jeroom: “Daar heb jij naast al dat koken óók nog tijd voor?”

Lelijke croissants

De jonge bakkertjes uit het programma wacht voldoende werkzekerheid, want de warme bakker is aan het verdwijnen uit België. Niemand wil het nog worden.

Persoone: “En niet alleen bakkers, véél ambachten dreigen te verdwijnen. Ik vind het vreselijk. Bakker zou ik nog wel willen zijn, dat is echt een mooie job. Het is hard werken, maar elke dag die geur van vers brood!”

Jeroom: “De geur van eenzaamheid, bedoel je. Van elke nacht in een kelder zitten bakken.”

Ysewijn: “Ja, mensen willen niet meer ’s nachts werken, en sinds de coronalockdowns hechten ze ook meer aan hun vrije weekenden.

“Bovendien hebben bakkers natuurlijk veel concurrentie gekregen van de supermarkten. Ik ga zelf nog altijd liever naar de bakker, maar als mensen fulltime werken en ’s avonds nog een brood willen halen, dan kunnen ze eigenlijk alleen in de supermarkt terecht.”

Persoone: “Het probleem is ook dat veel bakkers een broodmix kopen die eigenlijk dezelfde is die ook door supermarkten wordt gebruikt. Dan is het kwaliteitsverschil natuurlijk nog maar minimaal. Al kun je bij de betere bakker wél broden kopen die de supermarkt niet zo snel zal namaken, een fijn zuurdesembrood bijvoorbeeld.”

Jeroom: “Ik ga in ieder geval nog altijd naar de warme bakker, naar Bea in Linden, en als ik reclame maak, krijg ik daar extra koffiekoeken.”

Persoone: “In het centrum van Brugge zijn ondertussen geen echte bakkers meer, je hebt er enkel nog de Panos. Als ik eens een goed taartje wil, rij ik daarvoor speciaal naar Knokke.”

Ysewijn: “Een goede croissant is hetzelfde verhaal, vind die maar eens! Je krijgt vaak van die brol.

“Ik heb hier een mapje op mijn gsm dat ‘slechte koeken’ heet, en daar zitten allemaal foto’s in van lelijke croissants en lelijke pistolets van de slechtste bakkers. Moet je zien; erg hè? Dat verkoop je toch niet? Als ik eens goed kwaad wil worden, scroll ik door die beelden.”

Jeroom: “(kijkt naar telefoon van Ysewijn) Oh, al die woede die nu door mijn lichaam raast!

“Die twee kunnen achter de schermen ook zulke eindeloze gesprekken hebben, dan daal ik graag af naar een rustig plekje in mijn hoofd.”

Hebben jullie elkaar op nog meer vlakken gevonden tijdens die gesprekken?

Persoone: “We moeten heel veel wachten tijdens zo’n draaidag, dus we praten over van alles. Over verbouwen, verhuizen…”

Jeroom: “Dominique heeft eindelijk uitgelegd hoe hij zijn zwart geld kan wegwerken in de boekhouding. En met Regula spreek ik graag over Antwerpen, waar we allebei vandaan komen.”

Ysewijn: “Wij zijn eigenlijk heel dicht in elkaars buurt opgegroeid. En waarschijnlijk vinden we in de toekomst nog veel meer raakvlakken bij elkaar.”

Jeroom: “Onze nieuwe gezamenlijke haat voor Pascale Naessens verbroedert natuurlijk enorm. Misschien moeten we haar eens uitnodigen in de tent? Dat ze haar kritiek eens recht in ons gezicht komt geven.”

Junior Bake Off Vlaanderen, woensdag om 20.35 uur op Play4.

© Humo