Man uit New York voelt zich bedot door hamburgerreclame en sleept fastfoodketens voor de rechter

Een toch wel opvallende rechtszaak zit er aan te komen in New York. Een man sleept fastfoodketens McDonald's en Wendy's voor de rechter omdat hij zich bedot voelt door hun reclame: de hamburgers zien er daar veel groter uit dan ze in werkelijkheid zijn. Hoe waarheidsgetrouw moet reclame eigenlijk zijn? "De belangrijkste stelregel is dat de consument niet mag worden misleid", zegt advocate Isabelle Buelens, gespecialiseerd in consumentenrecht. 

De man die de zaak heeft aangespannen vraagt een schadevergoeding van 50 miljoen dollar (zo’n 48 miljoen euro) voor hemzelf en andere klanten die door de reclames werden misleid. Volgens de aanklacht zijn de hamburgers in de reclamecampagnes minstens 15 procent groter dan degene die de klant echt krijgt voorgeschoteld. 

"De reclamecampagnes van de fastfoodketens zijn oneerlijk en brengen de klanten financiële schade toe, want zij krijgen voeding die veel minder waard is dan wat beloofd werd", luidt de aanklacht. 

Volgens de klagers zijn dergelijke reclame-acties "des te pijnlijker in een tijd waarin inflatie en de prijzen van voeding en vlees erg hoog zijn, zeker voor consumenten met een lager inkomen die moeite hebben om de eindjes aan elkaar te knopen."

Bestaat er een juridisch kader?

Het is een opmerkelijke aanklacht, want zien hamburgers er niet altijd groter en smakelijker uit in de reclame dan in het echt? (En lijken zwembaden in vakantieresorts niet veel groter op de reclamefoto dan in werkelijkheid?). Hoe waarheidsgetrouw moet reclame eigenlijk zijn? Bestaat daar een juridisch kader voor? 

Dat bestaat wel degelijk, zegt Isabelle Buelens, advocate en vennoot bij Ambos Lawyers, gespecialiseerd in consumentenrecht. "In België en Europa is dat geregeld door Europese regelgeving, omgezet in Belgische wetgeving", licht ze toe in "De wereld vandaag" op Radio 1. "Dat staat in boek 6 van het wetboek economisch recht, dat gaat over allerhande marktpraktijken en regels inzake consumentenbescherming."

BELUISTER - Het gesprek met advocatie Isabelle Buelens in "De wereld vandaag":

De belangrijkste regel is dat de consument niet mag worden misleid. Maar wanneer is reclame misleidend? Overdrijvingen in de reclame zijn natuurlijk alomtegenwoordig, en de consument weet dat ze erbij horen: "witter dan wit", "verser dan vers", "het beste onder de zon". "Overdrijvingen, zoals in zulke zogenoemde hyperboolreclames kan een consument verwachten, maar je mag natuurlijk niet liegen, dingen zeggen die onwaar zijn en de consument daardoor beïnvloeden in zijn aankoopbeslissingen."  

Een consument moet dus zijn gezond verstand gebruiken. "Het criterium is: hoe zou een redelijk geïnformeerde, omzichtige en oplettende consument die reclame percipiëren?", zegt Buelens. De beoordeling in zaken als degene die in New York nu op til is, komt toe aan de rechter, die zich dan in de plaats moet stellen van zo'n consument. 

Concurrenten, geen consumenten

Ook bij ons komen wel degelijk veel zaken voor de rechter wegens misleidende reclame. Maar meestal worden die niet aangespannen door consumenten, wel door concurrenten op de markt. "Zij volgen met argusogen wat de concurrentie doet, en wanneer ze vinden dat het te ver gaat, zullen ze maatregelen nemen. Wat bijvoorbeeld vaak wordt gedaan is greenwashing: zeggen dat iets heel goed is voor het milieu, natuurlijke of pure ingrediënten bevat of recht van de boer op je bord belandt." 

"In België wordt dan meestal gekozen voor een snelle procedure, waarbij een stakingsbevel wordt gevraagd, wat betekent dat er wordt gevraagd om de reclame te laten stopzetten, op straffe van een dwangsom", zegt Buelens. Schadevergoedingen vragen is niet gangbaar, omdat het niet meevalt om een schatting te maken van hoe groot de geleden schade dan wel zou zijn. 

Meest gelezen