Direct naar artikelinhoud
Hans Vandeweghe.
ColumnHans Vandeweghe

Als homo’s in het voetbal massaal veilig onder de radar blijven tijdens hun carrière, waarom outen die zich niet na hun carrière?

Hans Vandeweghe is sportjournalist bij De Morgen.

L’embarassante affaire Gueye. Dat was de kop vorige week boven een artikel in de Franse sportkrant L’Équipe. Voor het tweede jaar op rij heeft Idrissa Gueye, Senegalese krijger op het middenveld van PSG als hij tenminste wordt opgesteld, verstek gegeven voor de dag tegen homofobie. In de Ligue 1 bestaat die actie uit het dragen van shirts met rugnummers in de regenboogkleuren.

Niks theater, gewoon een mooi veelkleurig rugnummer dragen, en dat wilde Gueye niet. En vorig jaar ook al niet. Toen gaf de club nog als reden op dat hij last had van une gastro-entérite. Zijn darmen speelden op. Dit jaar gooide de club het over een andere boeg. Het waren des raisons personnelles touchant aux convictions religieuses.

Eigenlijk werd bedoeld: hij is moslim en volgens zijn geloof zijn homo’s gelijke rechten niet waard. Dat bevestigde de president van Senegal met niet zoveel woorden. Ik weet niet of dat klopt, ben geen Koran-kenner en dat is ook de kwestie niet. Zijn coach Mauricio Pochettino, wel al aanbeland in de 21ste eeuw, zei het heel duidelijk: Gueye is he-le-maal niet geblesseerd. Gueye was not amused en verweet club en trainer hem te hebben geout, als homofoob dan.

Presnel Kimpembe tilt zijn PSG-ploegmaat Idrissa Gueye omhoog na het behalen van de Franse titel. Gueye zou later weigeren om deel te nemen aan de dag tegen homofobie.Beeld REUTERS

Even is Gueye een affaire geworden, maar die is nogal snel gaan liggen nadat Valérie Pécresse, eerder dit jaar kandidate voor het presidentschap, om een sanctie vroeg. L’Équipe voegde eraan toe, voor de Fransen die dat niet zouden hebben geweten: Pécresse, candidate LR (les Républicains) à la présidentielle, en dan tussen haakjes maar niet minder dodelijk 4,78%. Of haar kiesresultaat. Affaire classée. Voorlopig, want verwacht wordt dat PSG hem gaat lozen.

Over het Kanaal was de kwestie homo’s in het voetbal ook the talk of the week. Jake Daniels heeft er zich geout. Daniels speelt bij Blackpool FC in de tweede divisie, The Championship. Om precies te zijn: bij de jeugd van Blackpool FC en hij heeft bij de U18 dertig goals gescoord. Hij is dus zeventien.

Aan zijn outing ging iets wat leek op een communicatiestrategie vooraf: er zou zich een voetballer outen en met zijn allen zaten we te wachten wie dat was. Bleek het een zeventienjarige onbekende te zijn. Niet minder waardevol en een uiterst moedige stap op díé leeftijd in dát milieu, maar het was toch een beetje op de honger blijven zitten.

Jake Daniels.Beeld CameraSport via Getty Images

Uiteraard werd in de duiding achteraf meteen verwezen naar het trieste lot van Justin Fashanu, die in 1990 uit de kast kwam, zoals dat toen nog heette, en in 1998 zelfmoord pleegde. Het voetbal had hem nooit aanvaard. Fashanu heeft zich in 1990 tegen een flinke som geld als homo laten neerzetten door boulevardkrant The Sun. Hij was dan al geen prof meer en zat aan de grond. En toen hij zelfmoord pleegde, had hij een klacht voor verkrachting aan zijn broek. De waarheid heeft zijn nuances.

Dat geldt ook voor homo­seksualiteit in de topsport, een beladen onderwerp. In de eerste plaats voor de holebi’s die niets met sport hebben, maar menen te weten dat al hun gelijkgeaarden door die vreselijke macho’s en macha’s van hetero’s verplicht worden in de kast te blijven. Zo werd het ook deze week weer gesteld: waar zitten al die homo’s in het voetbal en bij uitbreiding andere contactsporten?

Goeie vraag. Fashanu heeft destijds niet voor een dijkbreuk gezorgd, later die ene basketballer in de VS ook niet en Daniels zal ook een fait divers blijven, al zou het wel mooi zijn als hij zou doorbreken op het hoogste niveau. De praktijk leert dat homoseksualiteit door­gaans minder voorkomt in de sport dan in de rest van de maatschappij, maar ook heel af en toe méér. Zo is er dat opvallende verschil: er zijn meer lesbiennes dan homo’s in de topsport. En in de ene sport komt ho­moseksualiteit vaker voor dan in de andere.

Het is een foute veronderstelling dat onderdruk­king dé reden zou zijn waarom de concentratie homoseksuele sporters bij de mannen lager is dan bij de vrouwen. Die concentratie is bij de mannen omge­keerd evenredig met de viriliteit en het machismo van een sport – en de mees­te sporten zijn nu een­maal viriel – en bij de vrouwen rechtevenredig.

Wie dat allemaal maar onzin vindt, uitgebraakt door een oudere hetero zonder recht van spreken, mag een antwoord verzinnen op volgende vraag: als homo’s in het voetbal massaal veilig onder de radar blijven tijdens hun carrière, waarom outen zij zich niet na hun carrière? Waarom heeft nog geen enkele topvoetballer zich één, vijf, tien, twintig jaar later als homo geout? Het antwoord zou weleens kunnen zijn dat er gewoon minder of (haast) geen homo’s zijn in het topvoetbal, omdat ze zich nooit aangetrokken hebben gevoeld tot die sport.