Direct naar artikelinhoud
ReportageE-sports

Wie lacherig doet over e-sports krijgt dit weekend lik op stuk: belangrijk gametoernooi Counter-Strike strijkt neer in Antwerpen

Show, spektakel en e-sport: dit weekend zakken gamefans af naar het Sportpaleis voor een belangrijk ‘Counter-Strike’-toernooi.Beeld Anton Coene

Wie lacherig doet over e-sports krijgt dit weekend lik op stuk in het Antwerpse Sportpaleis, waar de major Counter-Strike plaatsvindt. Dit officieuze WK is een evenement vol spektakel, show en headshots.

De metro naar het Sportpaleis voelt als een taalbad van Duits, Engels en Portugees. Enkele Mongoolse e-sporters – reeds uitgeschakeld in de beginfase – sporen kalmpjes mee naar de arena, waar 120 uitzinnige Fransen de Marseillaise scanderen. Vanuit het zuiden zijn ze vertrokken om in het hele land gelijkgestemden op te pikken. Anderen, zoals Leandro (30) en Anna (28), zijn helemaal vanuit Brazilië afgezakt. “Dit wilden we voor geen geld van de wereld missen.”

‘Dit’ komt in vele metaforen, hapklaar voor de leek. “Dit is onze Champions League, la Coupe du monde”, roept Teddy (20) boven het gejoel uit. Wie het schietspel Counter-Strike: Global Offensive (CS:GO) ademt, noemt het kampioenschap echter een major. Het is een vedettenparade voor een generatie gamers. Wanneer legende op zijn retour Kenny ‘kennyS’ Schrub in de tribune opduikt, vormen de fans een meterslange rij voor een paraafje. “De organisatie is echt dik in orde”, zegt hij tevreden.

Het is een huzarenstukje geweest om dit toernooi naar Antwerpen te loodsen. Niet per se de verdienste van de stad, maar van e-sportorganisaties zoals META die al jarenlang knokken om een Benelux-verhaal te schrijven in e-sports. “Dit is iets waar miljoenen en miljoenen mensen mee bezig zijn”, zegt oprichter Steven Leunens. “Toen ik begon, had ik nooit durven dromen om zo’n event in België te organiseren.”

Via Twitch of YouTube volgen die miljoenen fans het toernooi op de voet, een kleine 50.000 supporters zullen van donderdag tot en met zondag de revue passeren in het Sportpaleis. Daar kunnen ze hun favoriete teams voor de wereldtitel zien strijden in het schietspelletje. Uiteraard wordt de game op groot scherm geprojecteerd zodat de fans geen seconde moeten missen. We zien Canadese, Deense en opvallend veel Braziliaanse vlaggen. “Dit is deel van onze jeugd”, zegt Jack (29). In de begindagen van internetcafés in Brazilië was de 1.5- of 1.6-versie van Counter-Strike al wat de klok sloeg. “Eerst de Seleção (het Braziliaanse voetbalteam), dan komt dit.”

Beelden van de wedstrijd tussen Ninjas in Pyjamas en FaZe Clan werd live uitgezonden tijdens het toernooi.Beeld Anton Coene

Sjokz

Dit is Tomorrowland, met een toefje terrorisme. Het basisconcept van Counter-Strike is als volgt: er zijn terroristen en counterterroristen, afwisselend probeert het ene team een bom te planten terwijl het andere dat te allen koste moet vermijden. De rondjes zijn uiterst kort, nog geen twee minuten. Per spelomgeving – van een Italiaans spookdorp tot een kerncentrale – worden dertig rondjes gespeeld. Wie twee van die kaarten naar zijn hand zet, wint de wedstrijd.

De finesses zijn een ander paar mouwen. “Ik kan echt niet volgen”, zegt Gino Demarez (59), die tussen het pintjes tappen door eens komt koekeloeren naar de eerste kwartfinale. De topaffiche tussen Ninjas in Pyjamas en FaZe Clan is een festijn van molotovcocktails en headshots die met een bangelijke precisie worden uitgevoerd. Terwijl je met de ogen knippert, is een ronde beslist.

Een van de topploegen is FaZe Clan: zij zijn niet enkel razend populair, maar wonnen ook al vorige toernooien.Beeld Anton Coene

“Het niveau is de voorbije jaren ontzettend hoog komen te liggen”, zegt contentmaker Thijs Bastiaens of ‘jNoxx’, die duizenden uren op de teller heeft staan in CS:GO. “Bij sommige reflex shots denk je: huh, die had ik niet eens gezien als toeschouwer.” Weet: de toeschouwers zien op elk moment de oranje en blauwe contouren van de spelers, de spelers zien vaak niet meer dan een rookbom.

Het helpt als je uren op het spel hebt gemaakt om de aalvlugge bewegingen te doorgronden. “Wij kennen die omgevingen uit het hoofd, we spelen zeker zeven uur per dag”, zeggen de Poolse Hania (18) en Angelika (20), die prof zijn bij het team NAVI. Pittig detail: hun mannelijke tegenhangers, de regerende titelhouders, komen uit Oekraïne en Rusland. Het zou wel eens hun laatste toernooi samen kunnen zijn, gezien de oorlog. “Maar hier wil ik daar eventjes niet aan denken”, zegt Yugen (25), met een Oekraïense vlag rond de nek.

Kijken dus. Wanneer ‘broky’, een jong talent, vanuit een geslagen positie drie spelers in een razend salvo onderuithaalt en de bordjes gelijk hangt, besef je zelfs als leek dat er iets speciaals is gebeurd. Sybren Melens (19) brult de longen uit zijn lijf, zwaait naar de camera met de Belgische vlag – een van de weinige – en kijkt even later met een dikke smile op: “Sjokz heeft over mij getweet.” De Belgische Eefje Depoortere dus, presentatrice en een gevestigde naam in de e-sportwereld.

1 miljoen dollar

Dit toernooi is een erkenning, dat voel je. “Er is lang lacherig gedaan over e-sport in dit land”, uit Bastiaens een frustratie. Als een chef van deze krant er ‘topsport voor luieriken’ uitflapt, is dat een veelzeggend grapje. “In landen als Zweden hebben ze al jaren aandacht voor dit soort wedstrijden.”

Aan professionaliteit geen gebrek. De spelers op het podium hebben coaches en analisten rond zich, kunnen terugvallen op tactische pauzes en er ligt een prijzenpot van 1 miljoen dollar klaar. Hier wordt evengoed catenaccio of kick-and-rush gespeeld, en de fans roepen Ronaldo-gewijs ‘Siuuuuuuu’ als de bom ontploft. Maar het is geen voetbal, en al zeker geen échte sport, zullen velen zeggen.

De sfeer zit er goed in bij de supporters. Fans van over de hele wereld zakten af naar Antwerpen om dit evenement bij te wonen.Beeld Anton Coene

Toch lijkt het tij langzaam te keren, ziet Leunens. “Een shootergame in tijden van oorlog, daar was vijf jaar geleden een parlementair debat over geweest. Die vooroordelen zijn grotendeels weg.” Op VTM Go kan je dit weekend zelfs live de (halve) finales met commentaar van onder meer William Boeva volgen. Of klassieke media e-sports kunnen claimen, is twijfelachtig, zegt Bastiaens. “Maar een 11-jarige kan zo misschien wel aan zijn moeder tonen: ‘Kijk, dit is echt een ding.’”