Direct naar artikelinhoud
InterviewLust & liefde

‘Ik voel me vervuld van het ijssalon dat de wereld is’: hoe Rebecca alle hokjes aan flarden kon schoppen

‘Ik voel me vervuld van het ijssalon dat de wereld is’: hoe Rebecca alle hokjes aan flarden kon schoppen
Beeld Sammy Slabbinck

Je hebt bindingsangst, kreeg Rebecca (41) altijd te horen. Voor het feit dat ze liever in een eigen kamer sliep en een lichte weerzin voor seks voelde, zocht ze dan ook de schuld bij zichzelf. Toen een vrouw haar pad kruiste, vielen alle puzzelstukjes samen. Of beter gezegd: vielen alle hokjes open.

“Mijn hele leven was ik altijd degene die mijn relaties verbrak, nooit de ander. De behoefte om samen te vallen met een geliefde ken ik niet, wat zich uitte in vooral heel veel ‘niet willen’. Ik wilde geen kinderen, niet trouwen, me niet vastpinnen als het bijvoorbeeld ging om hoe laat ik thuiskwam. Mijn omgeving had al snel een term gevonden voor de halsstarrigheid waarmee ik mijn autonomie bewaakte: bindingsangst, en hun verklaring klonk zo aannemelijk – en hoe vaak had ik die term al niet voorbij horen komen en op anderen geplakt zien worden – dat ik die als vanzelfsprekend overnam. Natuurlijk, bindingsangst, dat moest het zijn en die moest ik overwinnen. Dus tijdens mijn laatste lange relatie nam ik me voor nu eens niet als eerste de stekker eruit te trekken. Ik was 37, vriendinnen baarden met het grootste gemak de ene baby na de andere, misschien, dacht ik, werd het voor mij ook tijd om eindelijk te settelen. 

“Het schrijnende onbevredigde gevoel diep in mijn buik duwde ik diep weg. Zo slecht was mijn relatie helemaal niet, hield ik me voor, hoe lief en begripvol had mijn vriend niet gereageerd toen ik uit onbeheersbare vrijheidsdrang een eigen kamer wilde. Als onze liefde op zes punten deugde en op vier niet, hadden we toch nog steeds een score om tevreden mee te zijn? Een cijfer waar iedereen na zeven jaar misschien wel genoegen mee neemt? Toch bleef ik onze relatie bevragen en seks hadden we nauwelijks, ik vond er niet veel aan. ‘Ik hou van je,’ begon ik op een dag, ‘maar de seks vind ik zo’n gedoe, zullen we daarmee ophouden?’ En net als zijn voorgangers zei mijn vriend niet: laten we eens op onderzoek gaan, misschien vinden we een manier waarop je het wel lekker vindt. Hij reageerde vol begrip – nog steeds lijkt praten over seks iets wat koppels niet makkelijk doen. En ik waardeerde hem hierom, ik dacht: wat een respectvolle man, dat hij het me zelfs niet kwalijk neemt als ik hem intimiteit onthoud.

“In de zomer van 2018 ging ik naar een cursus in Zuid-Frankrijk. De vrouw die me op een avond plotseling begon te kussen, veranderde alles wat ik tot dan toe als waar had aangenomen. De avond ervoor had ze gezegd: ik voel aantrekkingskracht. Zonder te beseffen wat er aan het gebeuren was, antwoordde ik verlegen: misschien ik ook wel. Ze legde haar jurkje onder de sterrenhemel en ineens hing haar gezicht boven het mijne en voelde ik haar lippen. Ik had het niet voelen aankomen, dacht alleen maar, oh, dát is er aan de hand, ze wil me kussen, en opeens zakte ik weg in peilloos genot. Het was als een knop die maar bleef opengaan, laag na laag na laag . Alles wat in mijn geest en lijf alleen maar hard ‘nee’ had geschreeuwd, riep ineens oorverdovend ‘ja’. Die ‘ja’ was een totaal nieuwe sensatie, want als het ging om seks was ‘nee’ mijn enige bekende. Voor het eerst begreep ik wat anderen verstaan onder opwinding en verlangen. Mijn buik, de plek waar weerstand de alleenheerser was geweest, werd week en sappig en met de stroming dreef alles wat nog twijfelde weg. Ik begreep onmiddellijk dat ik mijn zeven­jarige relatie moest beëindigen, het leek zo vanzelfsprekend dat de breuk niet eens dramatisch was. Tijdens een mooi, melancholisch weekend hebben mijn vriend en ik afscheid van elkaar genomen en al snel vertelde ik iedereen over de vrouw die ik had leren kennen, dat ik lesbisch was.”

Leven zonder hokjes

“Haar lichaam was meteen vertrouwd, zo zacht en liefkozend. Ik kon mijn geluk niet op maar verdrietig was ik ook. Hoe kon het dat ik al die jaren niet had doorgehad dat ik op vrouwen viel? Ik had veel gelezen over hoe ik mijn seksuele energie kon verbeteren, ik had geprobeerd mijn ademhaling te verbeteren door tijdens de seks meer vanuit mijn buik adem te halen, en nu bleek dat ik mijn energie gewoon op de verkeerde sekse had gericht. Telkens had ik mezelf ertoe gezet nog één keer seks te proberen, ook al deed het soms letterlijk pijn. Maar toen zij mij kuste, dacht ik: ik ben dus toch niet stuk, er is niks mis met mij.

“Het werd een verwarrend jaar waarin ik blij was dat ik iets heel groots had gevonden dat zich kennelijk al die tijd verborgen had gehouden, maar aan de andere kant was ik heel verdrietig omdat ik 37 had moeten worden om voor het eerst echte opwinding te kunnen voelen. Zij en ik kregen een soort relatie, niks echt vasts, tot ik op een festival een man leerde kennen met wie ik in de tent belandde, en met wie ik eenzelfde opwinding ervoer. En ineens snapte ik hoe het echt in elkaar zat. O, wacht, dacht ik, ik ben gewoon van het ene hokje in het andere gestapt, van hetero naar lesbisch, maar wat als er een leven denkbaar is zonder hokjes? Een waarin alle muren zijn afgebroken? Het was alsof ik er een heel nieuw zintuig had bijgekregen. Tijdens die Zuid-Franse avond onder de sterren was een nieuwe sensitiviteit ontstaan, maar niet een die verbonden was met die vrouw of enig andere vrouw. Mijn begeerte kon stromen waarheen die maar wilde, ik hoefde die niet te kanaliseren. Met die festivalman heb ik veel geweldige seks gehad, en toen dat na driekwart jaar overging, heb ik Tinder eens geïnstalleerd.

 “Intussen voel ik me totaal vervuld van het ijssalon dat de wereld is. Veel eerder dan ikzelf begreep mijn lichaam dat het niet gemaakt is om te baren en een heel leven met één man of vrouw door te brengen. Er zijn zoveel smaken. Met mijn nieuwe partner heb ik onlangs bdsm ontdekt. Dat gaat voor een groot deel over het bewaken van grenzen, ik zal dus niet snel in mijn oude valkuil stappen. Voor het eerst ben ik rustig, ik heb geen bindingsangst, maar vier de vrijheid me niet te hoeven binden.”