Direct naar artikelinhoud
InterviewWilfried Vandaele

N-VA-fractieleider Wilfried Vandaele: ‘Als een minister actief oproept tot verzet, dan valt die toch even uit zijn rol’

Wilfried Vandaele, N-VA-fractieleider in het Vlaams Parlement en burgemeester van De Haan.Beeld Benny Proot

De wissel in de Vlaamse regering laat zich meteen voelen. Cd&v drijft het verzet tegen het stikstofakkoord op. Tot milde frustratie van Wilfried Vandaele, N-VA-fractieleider in het Vlaams Parlement. 

Jo Brouns, de nieuwe cd&v-minister van Landbouw, heeft bij de opening van de landbouwbeurs Agridagen opgeroepen om bezwaarschriften in te dienen tegen het stikstofakkoord. Verrast u dat?

Vandaele: “Wel, netjes is het niet. Uiteraard mag er verzet aangetekend worden tegen het stikstofakkoord. Er is een openbaar onderzoek, daarvoor dient die procedure. Een minister kan daar de aandacht op vestigen, maar als hij actief oproept tot verzet, dan valt die toch even uit zijn rol. Het regeerakkoord is vrij gedetailleerd. Ik zie geen reden waarom we daar vandaag op zouden moeten terugkomen. Als iedereen zijn verstand gebruikt, moeten ze tot dezelfde conclusie komen.”

Dat is de theorie. In de praktijk is niet alleen cd&v maar ook Open Vld intussen een bijzonder koele minnaar van het stikstofakkoord.

“Ik vraag me af of het meer is dan enkel profileringsdrang van enkele parlementairen - niet altijd gehinderd door veel kennis van zaken bovendien. Neem nu de case van de abdij van Averbode. Die is helemaal van de pot gerukt. We hebben het daar over een landbouwbedrijf dat in 2014 honderd runderen had en dat er perfect van op de hoogte is dat het in kwetsbaar gebied opereert. In 2015 breidden ze desondanks uit naar 267 runderen. Sorry, maar dat is totaal onlogisch. Ik snap dat de paters vandaag erg schrikken, maar dan zijn ze door hun adviseurs op het verkeerde been gezet.

“Ik heb een déjà vu met de boskaart van enkele jaren geleden, die historische bossen moest beschermen. Dat is toen ook getorpedeerd door collega’s van cd&v en Open Vld met het argument dat mensen die een lapje grond hadden geërfd waarop drie waardevolle bomen stonden, niet meer zouden kunnen bouwen. Dat is altijd het probleem: zodra er een kaart is, kijkt iedereen: wie, wat, waar en gaat de focus naar individuele cases. Nu ook. Het gaat om 41 exploitaties van landbouwbedrijven op een totaal van 23.000. Daar zullen altijd dramatische cases bij zijn, maar als politici moeten we kijken naar het grote plaatje, het algemeen belang. We mogen dit debat niet emotioneel voeren.”

N-VA blijft achter het akkoord staan, maar het gevaar is dat jullie straks gezien worden als de antilandbouwpartij.

“Wellicht is dat precies het beeld dat de andere partijen willen ophangen, ja. Dat wij de landbouw kapot willen. Terwijl het net andersom is: het stikstofakkoord moet vermijden dat er een vergunningsstop komt. Dát zou de landbouw en bij uitbreiding onze economie pas echt hypothekeren.”

Intussen verdeelt nog een ander dossier de Vlaamse regering: Ventilus, de hoogspanningslijn die groene energie van in de Noordzee aan land moet brengen. N-VA wil die onder de grond, Bart Somers (Open Vld) zegt dat het duidelijk is dat die bovengronds zal komen.

 “Het rapport van de intendant komt inderdaad tot de conclusie dat bovengronds haalbaarder is. De meerkost van ondergronds gaan zou geen 2 miljard, maar 5 à 6 miljard euro zijn. Maar dat rapport neemt een aantal wensen van netbeheerder Elia als uitgangspunt. Die zijn niet zaligmakend. Misschien moeten we die uitgangspunten eens herbekijken.

“Het protest in West-Vlaanderen, waar die hoogspanningslijn komt, is zeer groot. Dat kun je niet negeren. Zeker niet aangezien de intendant ook schrijft dat er een statistisch, geen causaal, verband is tussen kanker en wonen onder een hoogspanningslijn.”

Komt het nog wel goed met deze Vlaamse regering?

“Mja. We zullen zien. Het is niet gelogen dat de ministers onderling een goede verstandhouding hebben. Maar ik zie natuurlijk ook wat u ziet. Als N-VA staan we momenteel erg kwetsbaar. Maar ik ga ervan uit dat we het regeerakkoord uitvoeren. Zo gaat dat in een coalitie, soms moet ik ook dingen verdedigen die ik niet leuk vind. Ik verwacht van de andere partijen hetzelfde.”