Direct naar artikelinhoud
AnalyseVoedsel

Op de voedselmarkt loopt zowat alles mis: hoe de wereld in een perfecte hongerstorm belandde

In het Egyptische Al Minufiyah proberen boeren de lokale tarweproductie op te drijven om de tekorten door het wegvallen van leveringen uit Oekraïne en Rusland op te vangen. Egypte is de grootste tarwe-importeur ter wereld.Beeld Anadolu Agency via Getty Images

De VN waarschuwen voor een voedingscrisis die zich niet tot prijsstijgingen in de supermarkt zal beperken. Miljoenen mensen dreigen met voedseltekorten geconfronteerd te worden. Naast leveranciersproblemen door de oorlog in Oekraïne baart de klimaatopwarming experts zorgen. 

“Als we de bevolking niets te eten geven, voeden we conflicten.” Tijdens een speciale bijeenkomst maakte António Guterres, secretaris-generaal van de Verenigde Naties, deze week duidelijk hoe acuut de voedselcrisis is. In twee jaar tijd steeg het aantal personen dat met voedseltekorten te maken krijgt van 136 miljoen naar 276 miljoen. Een half miljoen mensen lijdt ondertussen al honger: een stijging van 500 procent tegenover 2016.

De pandemie verklaart die stijging slechts ten dele, de grootste bezorgdheid gaat vandaag uit naar de gevolgen van het militaire conflict in Oekraïne. Dat land telt duizenden ijverige boeren, die voor de uitbraak van de oorlog maandelijks 4,5 miljoen ton aan landbouwproducten exporteerden. ‘Het broodmandje van de wereld’ verzorgde zo 15 procent van de wereldwijde maïsexport en nam de helft van de globale uitvoer van zonnebloemolie voor zijn rekening. Alleen blijft daar vandaag weinig van over.

In belangrijke havensteden als Odessa en Tsjornomorsk maken vijandige oorlogsschepen internationale handel zo goed als onmogelijk. Boeren zoeken alternatieve routes via land, maar de tijd dringt. Rusland, een van de belangrijkste exportlanden van tarwe, kondigde in maart al aan zijn graanvoorraad niet meer met de rest van de wereld te delen. 

Op de voedselmarkt loopt zowat alles mis: hoe de wereld in een perfecte hongerstorm belandde
Beeld DM

De Verenigde Staten en Frankrijk kampen dan weer met tegenvallende oogsten en ook vanuit India zal er geen hulp meer komen. In maart zag de regering van premier Narendra Modi haar kans schoon om nieuwe afzetmarkten voor Indiaas graan te verkennen, maar eerder deze week maakte ze plots een bocht van 180 graden. “Het land kreeg zelf te maken met inflatie en sloot de markt af om burgers tegen de oplopende graanprijzen te beschermen”, verklaart professor landbouw- en voedingseconomie Xavier Gellynck (UGent). Plots bleek ‘de binnenlandse voedselveiligheid verzekeren’ belangrijker te zijn dan internationaal handeldrijven.

De beslissing van de Indiase regering dreef de tarweprijs op Europese markten naar een recordhoogte en leidde tot grote bezorgdheid in Afrikaanse en Aziatische regio’s. Landen als Egypte en de Filippijnen importeerden hun graan tot voor kort hoofdzakelijk vanuit Rusland en Oekraïne. De voedselonzekerheid werd zo een prijs die ze betaalden voor hun langdurige en eenzijdige afhankelijkheid van de oorlogvoerende landen. 

Het is niet moeilijk om een verband te zien met de energieproblemen waarmee westerse landen kampen. “Het is niet zo dat er plots overal dramatische misoogsten zijn, qua productie is er eigenlijk niet echt een tekort. Maar de onzekerheid op de markten leidt tot speculatie”, zegt landbouweconoom Joris Relaes van het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO).

Voedselnationalisme

De nervositeit op de internationale markten drijft de prijzen de hoogte in en dat is een doorn in het oog van de Groep van Zeven. Tijdens een bijeenkomst in Stuttgart uitten vertegenwoordigers van de vooraanstaande industriële landen kritiek op het beleid van de Indiase overheid. “Als iedereen zulke restricties invoert, zal dat de huidige crisis op termijn enkel maar versterken”, zei de Duitse minister van Landbouw Cem Özdemir. 

Alleen is dat precies wat er momenteel gebeurt: verschillende overheden voeren een politiek van voedselnationalisme en besluiten bepaalde productiemiddelen voor zichzelf te houden. China hamstert heel wat gewassen, Indonesië levert geen palmolie meer aan andere landen en Rusland besliste vorig jaar al om geen kunstmest meer uit te voeren. 

Voor rijke regio’s zijn de prijsstijgingen die uit de handelswijze voortvloeien pijnlijk, voor minder kapitaalkrachtige gebieden zijn ze dodelijk. In Ethiopië, Kenia en Somalië, drie landen die tot voor kort op de oorlogvoerende naties rekenden, sterft mogelijk elke 48 seconden iemand de hongerdood. Dat berekenden  hulporganisaties Oxfam Novib en Save the Children.

De volledige verantwoordelijkheid voor de hoge prijzen op de oorlog afschuiven, is onterecht. De energieprijzen stegen bijvoorbeeld al voor de start crisis in Oekraïne, maar producenten rekenen ze voorlopig niet volledig door aan de consument. Volgens Fevia, de federatie van de Belgische voedingsindustrie, komt dat door de langetermijncontracten. Zo stegen de prijzen voor grondstoffen het afgelopen anderhalf jaar met 32 procent, maar retailers hielden het been stijf en wilden geen nieuwe afspraken maken met leveranciers. Daardoor hebben verschillende firma’s het nu moeilijk om financieel gezond te blijven. 

“Ik krijg berichten van bedrijfsleiders die nog liever een boete voor contractbreuk betalen dan verlieslatend voort te draaien”, zegt Fevia-woordvoerder Nicholas Courant. Volgens hem zullen de prijsstijgingen nog wel even aanhouden. Hoewel ons land 60 procent van de belangrijkste grondstoffen zelf produceert, dragen we de gevolgen van een productieketen waarin verschillende naties met elkaar verbonden zijn. Protectionisme op nationaal niveau zal ons niet voor de inflatie behoeden. “Als we een productieproces uitbesteden, is dat omdat het daar goedkoper kan dan hier”, zegt Gellynck. Al gelooft hij wel dat afspraken over strategische voorraden tussen Europese lidstaten nuttig kunnen zijn.

Klimaatverandering

De gevolgen van de oorlog en de pandemie zorgen voor een perfecte storm die tot de voedselcrisis leidt, maar ook de klimaatverandering speelt een belangrijke rol. Hoewel er volgens Gellynck en Relaes voorlopig geen tekorten zouden zijn als landen hun voorraden met elkaar zouden delen, loopt de droogte als een rode lijn door de verhalen over mislukte oogsten. 

In het noordwesten en het midden van India werden in april de hoogste temperaturen sinds het begin van de metingen 122 jaar geleden genoteerd. Het werd daardoor bijzonder moeilijk om aan landbouw te doen en volgens een recent rapport van het Intergovernmental Panel on Climate Change zal het er in de toekomst niet beter op worden. Als de klimaatcrisis niet aangepakt wordt, zal het leven in alle landen in Zuid-Azië nog voor het eind van de eeuw ondraaglijk worden. Ook de Hoorn van Afrika, die momenteel geteisterd wordt door de ergste droogte in veertig jaar, zal zware klappen krijgen.

Arbeiders laden zakken tarwe in een vrachtwagen in New Delhi. De Indiase regering heeft de export van graan verboden uit angst voor tekorten in eigen land.Beeld Hindustan Times via Getty Images

Het zou naïef zijn van het Westen om aan te nemen dat enkel arme landen de gevolgen van de klimaatverandering zullen dragen. De opwarming zal eerst vluchtelingenstromen op gang brengen en tot internationale prijsstijgingen leiden, maar geleidelijk aan zal het ook hier moeilijker worden om aan landbouw te doen. Dat is bepaald geen toekomstmuziek. Voor de vijfde keer in zes jaar tijd krijgt ons land momenteel met ernstige droogte te maken. 

Volgens hydroloog Patrick Willems (KU Leuven) kan de atmosfeer vandaag meer waterdamp bevatten dan voorheen, waardoor intensere periodes van droogte én onweer elkaar zullen afwisselen. Een van zijn modellen toont dat er 95 procent kans is dat er tijdens zomers aan het eind van de eeuw tot 50 procent minder neerslag zal vallen. Volgens dat scenario zou er in de winter sprake zijn van een vernatting van 30 procent. “Vroeger luisterden politici wel naar mijn bevindingen, maar werd er niet altijd naar gehandeld. Nu gaat dat beter omdat de gevolgen duidelijk voelbaar zijn. Mensen zien in hoe kwetsbaar we zijn”, zegt Willems.

Regen opslaan, drainage beperken

Om de nationale voedselvoorraden te garanderen, wordt het in de toekomst belangrijk om het regenwater beter op te slaan. Het Belgische systeem is er historisch gezien op gericht om neerslag snel af te voeren via riolen en de toenemende verharding zorgt ervoor dat het water maar moeilijk in de bodem kan sijpelen. Volgens de hydroloog is het daarom belangrijk dat er een paradigmashift komt, waarbij de overheid massaal regenwaterputten aanlegt bij particulieren en moeite doet om ook op publieke plekken water vast te houden. 

Daarnaast zou het nuttig zijn de drainage te beperken. Zeker in zogenaamde wetlands is er ruimte voor vooruitgang. Normaal gezien zorgt de overstroming van de draslanden in riviervalleien voor een natuurlijke wateropslag, maar daar werd in de vorige eeuw een mouw aan gepast. Sinds 1950 werd 75 procent van de wetlands drooggelegd. Het grootste deel van de vrijgekomen ruimte werd ingericht als landbouwgebied. “Vandaag noemen we de draslanden waterrijk, vroeger vond men ze waterziek. Dat is problematisch, zeker omdat de gebieden ons ook tegen overstromingen beschermen”, aldus Willems.

Op politiek niveau is er sinds enkele jaren ook aandacht voor de draslanden. In 2020 lanceerde Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) de Blue Deal, een plan dat via een investering van 418 miljoen euro de waterbeschikbaarheid in onze regio moet verhogen. De helft van dat bedrag werd vrijgehouden voor investeringen in de natte natuur. Eerder deze week maakte Demir nog 20 miljoen extra vrij, maar Willems twijfelt of dat genoeg is. Zo is het onduidelijk of de pilootprojecten zonder wetmatige sturing wel voldoende navolging zullen krijgen en worden niet lang niet alle draslanden hersteld. 

Bijkomende investeringen liggen politiek gezien gevoelig. Maar aan een passieve houding is eveneens een flink kostenplaatje verbonden. De schadevergoedingen voor slachtoffers van landbouwrampen en overstromingen zijn geen eenmalige kost en lopen enkel op.