Flip Franssen

Om luchtkastelen in verkiezingsprogramma's van 2024 te vermijden, moeten we nu de wet aanpassen

Over 2 jaar vinden de federale en gewestelijke verkiezingen plaats. Professor arbeidseconomie Stijn Baert vreest dat in verkiezingsprogramma’s opnieuw luchtkastelen zullen gebouwd worden. Als we een ernstige doorrekening door het Planbureau willen, moet de wet nu aangepast worden.

opinie
Stijn Baert
Stijn Baert is professor arbeidseconomie aan de Universiteit Gent.

26 mei 2024. Over twee jaar dus. Dan vinden vermoedelijk de volgende federale verkiezingen plaats. Vermoedelijk, aangezien een andere zondag in mei niet uitgesloten is. En, vermoedelijk, omdat ik eigenlijk niet zie hoe de federale regering het voorjaar van 2023 kan overleven. Ik legde het al uit in De Afspraak op Vrijdag: bij de tweejaarlijkse loonnormonderhandelingen dreigt een complete patstelling. Dan zal immers blijken dat de wensen van de politieke families die deze regering dragen – meer loonstijging dan de index voor de socialisten en behoud van concurrentiekracht voor de liberalen – niet meer te combineren vallen. 

Enfin, wanneer ze ook vallen, ik kijk reikhalzend uit naar die volgende verkiezingen. Mijn hunker gaat zo ver dat ik onlangs de hele VRT-verkiezingsshow van 1991 herbekeek – als een kind zo blij was ik, toen bleek dat die plots op YouTube stond.

Waar ik echter minder naar uitkijk, is naar de luchtkastelen die vele partijen opnieuw zullen bouwen in hun programma’s. Enorme uitgaven die gedekt worden door denkbeeldige inkomsten. Men raakt er telkens weer mee weg omdat een er geen ernstige doorrekening van de budgettaire impact van de verkiezingsprogramma’s naar Nederlands model is.

Enorme uitgaven die gedekt worden door denkbeeldige inkomsten. 

Het Planbureau heeft in 2019 toch een dergelijke doorrekening gedaan? Jazeker. Sterker nog: het Planbureau verdient respect voor de snelheid en accuraatheid waarmee meer dan 300 maatregelen werden doorgerekend.

Toch heeft deze oefening niet vermeden dat campagne bol stond van de lucht(kastelen). De 30-uren-werkweek van de PS of de vrijwillige werkloosheid van Groen, dergelijke illusies konden passeren zonder dat het Planbureau de rode en groene Jan Bardi’s van dienst voor de cijfers kon plaatsen.

De reden is simpel: het Planbureau lag aan de leiband van de politiek. De partijen mochten immers zelf kiezen welke maatregelen ze voorlegden voor doorrekening en welke niet. En als de cijfers tegenvielen, dan kon men de maatregel terugtrekken uit de oefening, zonder dat de kiezer ooit wist dat deze maatregel becijferd werd. Als een student die een slecht examen kan laten schrappen voor zijn (m/v/x) eindscore.

Dit leidde tot een complete onvergelijkbaarheid van de ernst van de programma’s. Omdat de partijen hun “prioritaire maatregelen” uit andere domeinen kozen en omdat het aantal doorgerekende maatregelen erg verschilde tussen de partijen, van een vijftigtal door Vooruit (toen nog SP.A) tot een vijftal door PVDA.

Daarnaast bleek het Planbureau, eens men politiek had afgebakend wat mocht en wat niet, niet bij machte om alles door te rekenen, omdat men nog onvoldoende rekenmodellen in stelling kon brengen.

Opties

Orange Pictures

Er zijn nu twee opties. Ofwel nemen we genoegen met wat in 2019 gebeurde. Ofwel past men de wet op de doorrekening zo aan dat het Planbureau beter zijn werk kan doen. Dat wil zeggen: dat de partijen een volledig programma moeten voorleggen, of toch minstens maatregelen op bepaalde domeinen, zodat deelprogramma’s vergelijkbaar worden. Minder leiband, meer munitie.

Enfin, er is ook nog een derde weg. De klassieker. Zeggen dat men voor een ernstige doorrekening is, maar talmen met het aanpassen van de wet. Het zou schuldig verzuim zijn, omdat het Planbureau deze oefening nu ongeveer moet beginnen voorbereiden en, naar Nederlands model, samenwerkingen met andere instanties moet kunnen opzetten om breder te kunnen doorrekenen.

Politici die redenen geven waarom de wet niet moet aangepast worden, of nu toch nog niet, kiezen er dus voor om het populisme straks de vrije baan te geven. En ze laten wie jong is, maar de budgettaire putten die momenteel gemaakt worden, zal mogen opvullen, in de steek.

Kiest men om alles bij het oude te laten, openlijk, of door nu te talmen?

De vraag stelt zich dus vandaag al wat het wordt.

Kiest men om alles bij het oude te laten, openlijk, of door nu te talmen? Om dan eventueel kort voor de volgende verkiezingen te kunnen vaststellen dat men het graag anders had gezien, maar, toegegeven, het hoogst mogelijke toch maar een mager beestje is.

Of zijn er politici die hun nek willen uitsteken voor een wetsvoorstel dat de beperkingen op de doorrekening aanpakt? Ik weet het, het geeft minder kleurrijke profilering dan zingen in een konijnenpak, maar ik sluit niet uit dat er een electoraat is bij wie het een gevoelige snaar weet te raken.

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen