Direct naar artikelinhoud
NieuwsVoeding

Gepimpte tomaat maakt vitamine D aan, en kan ooit een vleesvervanger worden

Een kas van een bedrijf dat tomaten kweekt.Beeld Arie Kievit

Twee onderzoeksgroepen zijn erin geslaagd de tomaat te veranderen in een bron van vitamine D, net als vlees en vis. Met aubergine en aardappel moet dat ook lukken, vermoeden kenners.

Een sprong vooruit in het verminderen van onze afhankelijkheid van dierlijke voeding. Zo mag je de nieuwste ontwikkeling in tomatenland noemen, volgens een commentaar in vakblad Nature. Onafhankelijk van elkaar slaagden wetenschappers uit Groot-Brittannië en Zuid-Korea erin de aloude tomaat zodanig genetisch te kraken dat de vrucht, behalve van vitamine C, ook een bron wordt van vitamine D.

Ongeveer een miljard aardbewoners hebben gebrek aan vitamine D, een stof die nodig is voor botonderhoud en het bestrijden van infecties, en die verband houdt met minder kanker en minder dementie. Mensen maken de vitamine wel aan – of preciezer, een voorloperstof ervan die door zonlicht wordt omgezet in het echte spul – maar het meeste moet komen uit voeding. Eieren, vis en vlees, met name.

Gewassen zoals de tomaat maken weliswaar ook een beetje voorloper-vitamine D, maar gebruiken dat als grondstof voor andere stoffen. Eerdere experimenten waarbij men de vitamine D-knop probeerde open te zetten, resulteerden in zwakke, kleine plantjes, ongeschikt voor consumptie.

Vijf tomaten

Totdat de Britse planttechnoloog Cathie Martin, die eerder al eens een paarse tomaat tjokvol antioxidanten vervaardigde, zich ermee ging bemoeien. Door heel precies de genetica van de tomaat te herschrijven lukte het haar de afbraak van de voorlopervitamine te remmen. Met als gevolg dat het previtamine-D zich ophoopt, schrijft haar groep in Nature. In Korea deed biotechnoloog Sunghwa Choe van de universiteit van Seoel hetzelfde op een iets andere manier, met zelfs nog betere resultaten.

Daarmee is men er nog niet. Het grootste probleem is dat de vitamines vooral terechtkomen in de blaadjes van de plant: van de Britse tomaten zal je er vijf moeten eten om aan de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid vitamine D te komen, van de Koreaanse tomaten twee. Bovendien is het de vraag of de genetische precisie-ingreep niet ten koste gaat van andere eigenschappen van de plant, zoals haar vermogen om te overleven bij verschillende temperaturen of droogte.

Niet meteen in de supermarkt

Zie het vooral als een begin, schrijft de groep van Martin. Zo zijn de blaadjes wellicht te verwerken tot heel nieuwe, vitamine D-rijke producten voor veganisten. Bovendien zit de genetica van onder meer de aardappel en de aubergine ongeveer net zo in elkaar als die van de tomaat: goed denkbaar dat de truc daar ook werkt.

“Altijd weer smullen, hoe zo’n zeer precies aangebrachte, eenvoudige genetische verandering toch tot zo’n belangrijke verandering in eigenschappen leidt”, reageert desgevraagd plantenonderzoeker Jan Schaart (Wageningen Universiteit). Voor westerse landen, met voldoende zuivel, vis en vlees, zal het niet veel toevoegen, maar voor armere landen wel, schat hij in.

In de plaatselijke supermarkt zal de tomaat overigens niet snel liggen: in Europa valt de precisietechniek nog onder de zwaar aan regels gebonden genetische modificatie, waarschuwt Schaart.