Direct naar artikelinhoud
AchtergrondGezondheid

Met de apenpokken loert het stigma van de aidsepidemie weer om de hoek

Wetenschappers maken zich klaar voor onderzoek naar het apenpokkenvirus in de jungle van Congo.Beeld The Washington Post via Getty Images

Veel van de aangetroffen besmettingen met apenpokken zijn terug te leiden naar mannen die seks hebben met andere mannen. Het gevaar op sociale en medische stigmatisering loert om de hoek, waarschuwen de Verenigde Naties, die de parallel trekken met de uitbraak van hiv in de jaren 80. 

De benen strak tegen het lichaam geplooid, twee razendsnelle salto’s om de eigen as, en dan een doffe klap. Zo ging het ongeveer voor de Amerikaan Greg Louganis, die in de eerste rondes van het olympisch schoonspringen in 1988 met zijn achterhoofd tegen de springplank belandde. Louganis hield er vier hechtingen en een hersenschudding aan over, maar kwalificeerde zich even later moeiteloos voor de finale. Daar verlengde hij zijn olympische titel met straatlengtes voorsprong op de concurrentie.

Louganis ging evenwel door een hel. Enkel zijn directe entourage wist dat hij een half jaar eerder gediagnosticeerd was met hiv. De schoonspringer was - onterecht - doodsbang dat door zijn toedoen andere sporters het virus zouden oplopen via zijn bloed in het zwembadwater. Maar tegelijk durfde Louganis niets te zeggen, ook niet tegen de arts die zijn hoofd verbond, uit angst voor de sociale repercussies.

Het stigma rond aids en hiv was in de jaren 80 gigantisch. Een van de redenen daarvoor was dat hiv op dat moment zo ongeveer gelijk stond aan een doodvonnis - een effectieve behandeling was er niet, laat staan een vaccin. Het virus was aan het begin van het decennium uit het niets opgedoken, en zorgde jarenlang voor paniek en mysterie. Geruime tijd werd het door velen gezien als een ‘homoziekte’, omdat hiv opvallend vaak opdook bij mannen die seks hadden met andere mannen.

Die geschiedenisles baart de Verenigde Naties vandaag opnieuw zorgen, bij de Europese uitbraak van de apenpokken. UNAids, het VN-programma dat de strijd tegen hiv coördineert, waarschuwde het afgelopen weekend dat de stigma’s en sociale uitsluitingsmechanismen van de jaren 80 herhaald dreigen te worden.

Net zoals bij hiv/aids toen lijkt een aanzienlijk aantal van de besmettingen met apenpokken vandaag terug te voeren op mannen die seks hadden met mannen. In ons land zijn er aanwijzingen dat de ziekte zich verspreid heeft via Darklands, een fetisjfestival voor homomannen begin mei in Antwerpen.

“Toen ik hoorde dat het virus in eerste instantie aangetroffen werd bij homomannen, dacht ik toch ook even terug aan 1985, toen ik zelf hiv-positief bleek”, zegt Patrick Reyntiens van expertisecentrum Sensoa. “Wie hiv had, kreeg bij wijze van spreken een stempel op het hoofd. Dat heeft mij later ook zelf een ontslag opgeleverd, al was de officiële reden natuurlijk niet dat ik hiv had.”

Niet alleen sociale uitsluiting loerde in die beginjaren om de hoek, maar ook medische. Veel mensen durfden gewoon niet naar de dokter - uit angst voor de aftakeling door de ziekte, maar evengoed door schaamte en de vooroordelen in de samenleving.

Precies daarvoor waarschuwt UNAids vandaag opnieuw. “De aids-aanpak leert dat stigma en het afschuiven van de schuld op bepaalde groepen mensen heel snel het bestrijden van een ziekte-uitbraak kan ondermijnen.” Als mensen niet naar de dokter durven te gaan, blijft het virus onder de radar en wordt het moeilijker om verdere verspreiding efficiënt tegen te gaan. Al is er wel het belangrijke verschil dat er vandaag een goed vaccin beschikbaar is tegen de pokken.

Cruciaal is natuurlijk dat er helemaal geen intrinsiek verband is tussen hiv of apenpokken enerzijds en het geslacht van iemands bedpartners anderzijds. Aanvankelijk werden homoseksuele mannen dan wel harder getroffen door de hiv-epidemie, maar dat had te maken met de lossere, meer promiscue seksuele zeden onder de lgbtq+-gemeenschap op dat moment. Hiv of apenpokken kunnen net zo goed doorgegeven worden bij seks tussen man en vrouw. Dat Darklands een rol heeft gespeeld in de verspreiding van de apenpokken, lijkt in dat opzicht veeleer een toevalligheid. Te meer omdat seks tot nog toe niet bekend stond als een courante manier om de ziekte door te geven.

Belangrijk om stigma’s te voorkomen is volgens Reyntiens dat de lgbtq+-gemeenschap zelf het voortouw neemt. “Je kan er natuurlijk niet zomaar omheen dat een aantal gevallen uit die gemeenschap komen, maar dat wil natuurlijk niet zeggen dat het een homoziekte is. Men zal ook andere gevallen ontdekken. Darklands heeft het hier op de juiste manier aangepakt, door samen met Sensoa meteen informatie te verspreiden naar hun specifieke doelgroep: jullie zijn op het festival geweest, dus let goed op voor mogelijke symptomen.”

Reyntiens weet als geen ander hoe lang vooroordelen kunnen blijven doorwerken. Veertig jaar na de opkomst van het toen mysterieuze virus blijven veel mensen slecht geïnformeerd over de gevaren van hiv. Een doodvonnis is het al lang niet meer. Een vaccin is nog steeds niet gevonden, maar met de juiste medicijnen kan het virus wel onderdrukt worden. 

Meer nog: als de medicatie correct wordt ingenomen, kan het virus niet langer overgedragen worden, zelfs niet door seks zonder een condoom. Ondanks die enorme vooruitgang blijft volgens Sensoa het stigma overeind, en is er volgens het expertisecentrum wel nog sprake van uitsluiting in de zorgsector en moeilijkheden bij verzekeringen.