Direct naar artikelinhoud
AchtergrondVoedselprijzen

Inflatie, honger en steeds rijkere voedselconcerns: is dit de cocktail voor wereldwijde voedselrellen?

Protest tegen het overheidsbeleid in Colombo, de hoofdstad van Sri Lanka. Het land heeft minder dan 1 miljoen dollar buitenlandse reserves en bijna geen brandstof meer over.Beeld AFP

Door hoge voedselprijzen belanden dit jaar een kwart miljard mensen in extreme armoede terwijl eigenaars van agroconcerns zoals Cargill zich verrijken, klaagt Oxfam aan. Wordt de groeiende ongelijkheid een brandversneller voor sociale onrust?

“De pandemie en nu de stijgende voedsel- en energieprijzen zijn een zegen geweest voor miljardairs die vandaag naar het Wereld Economisch Forum (WEF) in Davos komen. Tegelijk wordt de vooruitgang in de strijd tegen extreme armoede van de afgelopen decennia tenietgedaan en worden miljoenen mensen geconfronteerd met onhoudbare prijsstijgingen,” zegt Eva Smets, uitvoerend directeur van Oxfam België, over de globale ongelijkheid die pijlsnel toeneemt. 

Volgens een nieuw rapport van de internationale ngo zullen prijsstijgingen van essentiële goederen “263 miljoen mensen in extreme armoede duwen, terwijl de voedsel- en energiemiljardairs door dezelfde hoge prijzen hun fortuin om de twee dagen met 1 miljard dollar zien aanzwellen”.

Zes op de tien lage-inkomenslanden staan aan de rand van schuldennood. De groeiende inkomenskloof veroorzaakt toenemende sociale en politieke onrust, wat in steeds meer gebieden tot conflicten leidt. Volgens de conflictbarometer van International Crisis Group is er door inflatie, schaarste en hoge voedselprijzen al nieuw geweld op meerdere continenten.

Soedan

Een Afrikaans voorbeeld is Zuid-Soedan. Volgens de FAO, de VN-landbouworganisatie, kijkt maar liefst twee derde van de bevolking in het land aan tegen hongersnood tussen nu en juli. Ondanks een fragiel vredesakkoord tussen president Kiir en zijn vicepresident Riek Machar is er geregeld geweld, soms om veegronden, waarbij recent tientallen doden vielen en duizenden mensen werden ontheemd in het noorden.

Ook elders in Afrika duwen voedselschaarste en inflatie landen naar de afgrond. In Kenia vond vorige week een nationale demonstratiedag plaats tegen de hoge levenskosten. Volgens de VN leven er nu al 3 miljoen mensen in voedselonzekerheid. In Somalië, waar de graanimport uit Oekraïne tot stilstand kwam, worden 6 miljoen mensen (vier op de tien inwoners) bedreigd door droogte en hongersnood, zeggen de VN. In Zimbabwe bedragen de intrestvoeten 60 procent en de jaarlijkse inflatie al 72 procent. De vrees voor volksprotesten is reëel.

In Kenia vond vorige week een nationale demonstratiedag plaats.Beeld ANP / EPA

In Zuid-Azië is de situatie in Sri Lanka nijpend. Daar wordt al wekenlang gewelddadig geprotesteerd tegen het economische wanbeleid van president Gotabaya Rajapaksa en zijn broer Mahinda, die er als premier niet in slaagde de hyperinflatie van voedsel- en brandstofprijzen te stoppen. Er vielen al meerdere doden en luxe-eigendommen van de Rajapaksa-dynastie werden in brand gestoken. Ondanks Mahinda’s ontslag duurt het protest verder. Deze week raakte bekend dat het land minder dan 1 miljoen dollar in buitenlandse reserves en bijna geen brandstof meer over heeft, en de medische voorraden slinken.

In Centraal-Azië is sprake van een domino-effect. Als grote tarwe-exporteur stelde Kazachstan exportquota in vanwege de verstoorde markt door de oorlog in Oekraïne. Met name in Oezbekistan dreigt daardoor schaarste. Zij zijn voor hun voedselveiligheid voor meer dan een derde afhankelijk van Kazachse tarwe. De regering in Tasjkent moet vermijden dat er sociale onrust ontstaat, want extremistische groepen proberen daar munt uit te slaan. De Afghaanse IS-tak, Islamitische Staat Khorasan (ISIS-K), probeert zijn invloed uit te breiden naar het buurland. Onlangs vuurde het raketten af op een militaire basis in het grensdorp Termez. Ook in Iran braken de voorbije weken protesten uit omdat de prijzen van meelproducten verdrievoudigden. In Latijns-Amerika waren er al voedselprotesten in Argentinië, Chili, Peru en Honduras.

Arabische Lente bis?

De Arabische wereld is beducht voor een herhaling van de Arabische Lente zoals in 2011, brede protesten tegen overheidscorruptie die deels in gang werden gezet door hoge voedselprijzen. Vooral Libanon baart zorgen. Er is een broodcrisis door graantekorten, waardoor de barslechte economische situatie verergert. Elders in het Midden-Oosten bemoeilijken de hoge prijzen de voedselbevoorrading van miljoenen ontheemden in de oorlogen van Syrië en Jemen.

Niet alleen de oorlog in Oekraïne is de oorzaak van graantekorten, maar ook de protectionistische reflex van grote producenten van basislevensmiddelen zoals Indonesië en India. Zij geven hun eigen markt voorrang, uit vrees voor binnenlandse onrust. 

Oxfam klaagt ook aan dat de grote private landbouw- en voedselconcerns marktverstorend werken. Ze boeken recordwinsten door de hoge voedselprijzen. Deze opbrengst vloeit onevenredig naar de eigenaars, in plaats van te worden geherinvesteerd in de duurzaamheid en veiligheid van de globale voedselketen.

Volgens de Oxfam-berekeningen kwamen er 62 nieuwe miljardairs in de agro-industrie bij. Samen met slechts drie andere bedrijven controleert met name de Cargill-familie - die twaalf  miljardairs telt - nu 70 procent van de wereldwijde landbouwmarkt. Vorig jaar boekte Cargill de hoogste winst in zijn geschiedenis, met een netto-inkomen van 5 miljard dollar.

Oxfam pleit voor progressieve vermogensbelastingen en een einde aan de monopoliepositie van enkele grote bedrijven in ons globale voedselsysteem, ten voordele van kleinschaliger producenten. “Beleidsmakers moeten op het WEF in Davos kiezen”, zegt Smets. “Optreden als mandatarissen voor de miljardairs die hun economie plunderen, of ambitieuze actie ondernemen in het belang van de overgrote meerderheid.”