Direct naar artikelinhoud
AchtergrondInsecten eten

Iemand nog een krekel? De voordelen van insecten eten zijn groot, de nadelen blijven achterwege. Waarop wachten we?

Iemand nog een krekel? De voordelen van insecten eten zijn groot, de nadelen blijven achterwege. Waarop wachten we?
Beeld Joris Casaer

Insecten bieden ons de voordelen van vlees, zonder de nadelen. Maar de consument lust er vooralsnog weinig pap van. Als de sprinkhaan en co. vaste kost moeten worden, blijven ze beter onzichtbaar.

“Waarom zou je krekels eten? Waarom zou je ze niet eten, is eigenlijk een logischere vraag.” Anneleen en Michiel Van Meervenne geloven in de kracht van krekels. Met hun tweemanszaak Kriket brengen de broer en zus onder meer graanrepen en granola met gemalen krekel op de markt. Een krekelreep bevat zo’n 5 procent krekeleiwit, het equivalent van een twintigtal krekels. Voor wie wat extra eiwit aan zijn gerechten wil toevoegen, is er krekelpoeder. De meer avontuurlijk aangelegde consument kan de tanden zetten in hele, geroosterde en gekruide krekels. “Een krekel smaakt vrij neutraal, nootachtig en een beetje umami”, zegt Anneleen. “Wij geven ze onder meer een paprika- of looksmaak.”

Net als een handvol andere bedrijfjes probeert Kriket insecten eten mainstream te maken. Op 15 mei streek de Belgische insectensector neer in de plantentuin van Meise, voor een conferentie met als centrale vraag of de consument daar klaar voor is. Momenteel zijn in ons land een twintigtal bedrijven actief die insecten kweken, verwerken of verkopen.

Michiel Van Meervenne raakte in 2016 in de ban van de krekel bij een bezoek aan de toenmalige Brusselse krekelkwekerij Little Foods. “Toen ik over de voordelen van insecten eten leerde, vond ik het verwonderlijk dat niet iedereen daarvan op de hoogte was, en dat ze niet overal in de rekken lagen. Daar wilde ik iets aan doen. Want insecten bieden alle voordelen van vlees, zonder de nadelen.”

Iemand nog een krekel? De voordelen van insecten eten zijn groot, de nadelen blijven achterwege. Waarop wachten we?
Beeld Joris Casaer

Insecten bevatten hoogwaardige eiwitten, met een aminozuursamenstelling die vrij goed overeenkomt met wat ons lichaam nodig heeft. “De eiwitten in insecten moeten niet onderdoen voor die in vlees”, zegt de Nederlandse insectenexpert Arnold van Huis, emeritus hoogleraar aan Wageningen Universiteit. “Bovendien bevatten insecten gezonde onverzadigde vetzuren – de vetzuren in een meelworm zijn vergelijkbaar met die in vis – en zijn ze rijk aan voedingsstoffen zoals ijzer, zink en vitamine B12. Daarnaast zijn er aanwijzingen dat het chitine waaruit het pantser van insecten is opgebouwd, positieve gezondheidseffecten heeft doordat het ons immuunsysteem versterkt.”

Om de veiligheid hoeven we ons volgens Van Huis geen grote zorgen te maken. “Als je ze voldoende verhit, is het risico niet groter dan bij het eten van vlees. Doordat insecten evolutionair verder van ons af staan dan vee, zijn we net minder gevoelig voor de eventuele ziekteverwekkers die ze bij zich dragen.”

Ecologische voetafdruk

Insecten – Van Huis’ collega-entomoloog Marcel Dicke noemt ze ‘minivee’ – leveren al die voedingsstoffen bovendien met een kleinere pootafdruk. Ze zetten voeder efficiënter om in ‘vlees’ dan gewoon vee. Dat komt onder meer doordat ze koudbloedig zijn en dus geen energie verspillen aan lichaamswarmte. Een krekel heeft voor de productie van een kilogram eetbaar product ongeveer tien keer minder voer nodig dan een rund, vier keer minder dan een varken en twee keer minder dan een kip. Daarnaast zijn het weinig kieskeurige eters en daardoor prima geschikt om wat voor ons oneetbaar is om te zetten in iets voedzaam.

Het West-Vlaamse Nusect in Deerlijk kweekt in oude kippenstallen onder meer meelwormen en sprinkhanen. De sprinkhanen eten gras, de meelwormen leven op het afval van bloemfabrieken. Wekelijks produceert het bedrijf zo’n 3 à 4 ton meelwormen en zo’n 250.000 sprinkhanen. “Die gaan nu grotendeels naar huisdiervoeder”, zegt zaakvoerder Alexander Maroy. “Slechts een paar procent wordt verwerkt in voeding. De vraag daarnaar is nog niet groot.”

Ecologische voetafdruk
Beeld rv

Finse wetenschappers becijferden dat vlees en zuivel in een typisch westers dieet vervangen door een combinatie van alternatieve eiwitbronnen waaronder insecten, de broeikasgasuitstoot en het water- en landgebruik van ons voedingspatroon met ruim 80 procent kan reduceren. In zijn boek The Insect Crisis wijst journalist Oliver Milman erop hoe de impact van onze landbouw, en dan vooral de veehouderij, aan de basis ligt van de achteruitgang van biodiversiteit en van insecten in het bijzonder. Het lijkt misschien contra-intuïtief, maar insecten eten is volgens Milman een manier om ze te redden.

Van Huis probeert ons al langer aan de insecten te krijgen. Hij wijst er graag op dat insecten eten voor een groot deel van de wereldbevolking de normaalste zaak van de wereld is. Wereldwijd staan volgens Van Huis meer dan 2.000 insectensoorten op het menu, kevers en rupsen op kop. Op zo’n uitgebreid gamma is het hier nog even wachten, want in Europa zijn vooralsnog enkel twee krekelsoorten, de Afrikaanse treksprinkhaan en twee soorten meelwormen voor menselijke consumptie toegestaan.

Ecologische voetafdruk
Beeld FAO

Insecten eten staat al een tijdje in de belangstelling. Maar ondanks de staalharde argumentatie loopt het vooralsnog niet storm voor krekel en meelworm. “Met argumenten bereik je weinig”, weet Van Huis. “De walging is bij veel mensen simpelweg nog te groot.”

Hemelgarnalen

Van Huis bracht Het insectenkookboek uit met recepten voor libellenlarven met pepermunt en krekellolly’s. Zelf houdt hij op zijn tijd wel van een handje geroosterde krekels of sprinkhanen die hij, om de pil te vergulden, liever ‘hemelgarnalen’ noemt. Maar de sector beseft dat slechts een minderheid van de consumenten daar vooralsnog warm van wordt.

De Zwitserse Christine Brombach, verbonden aan het Europese onderzoeksconsortium ValuSect, presenteerde op de conferentie in Meise resultaten van een bevraging in zeven landen, waaronder België. Daaruit blijkt dat 35 procent van de ondervraagden bereid is hele, zichtbare insecten weg te kauwen. Producten die insectenmeel bevatten, kunnen ongeveer 70 procent van de respondenten bekoren. Het gaat om een beperkte, niet representatieve bevraging bij 567 mensen, maar de resultaten liggen in lijn met eerder onderzoek.

Hemelgarnalen
Beeld Joris Casaer

Een recente bevraging door onderzoekers aan de HoGent bij 283 mensen leert dat iets meer dan 75 procent openstaat voor de consumptie van insecten. Een derde van de ondervraagden heeft ze al geproefd. Die kloof is volgens onderzoeker marketing en consumentenpsychologie Freek Van Baelen (HoGent) deels te verklaren door het feit dat insecten niet voor het grijpen liggen, maar ook door neofobie. “Het is toch een drempel die je over moet als zo’n beestje of een product waarin het is verwerkt effectief voor je ligt”, zegt Van Baelen. “Ik merk het ook bij mijzelf. Ik ben overtuigd voorstander, maar telkens als ik een nieuw insect moet proeven, schreeuwt mijn brein ‘Zot, wat ga jij nu doen?!’”  

Nieuwsgierigheid blijkt uit de bevraging de belangrijkste motivatie om de tanden in insecten te zetten. “Mensen zijn gewoontedieren, die hun winkelkarretje voor 95 procent met steeds dezelfde producten vullen”, zegt Michiel Van Meervenne. “Maar af en toe willen we ook iets nieuws proberen. Dat is een proces van lange adem, maar zo hebben we ook sushi leren eten, tenslotte toch ook rauwe vis met zeewier errond.”

Bij de redenen om géén insecten te eten, staat afkeer van hoe ze eruitzien afgetekend op één. Moet de massa aan de meelworm en co., dan blijven de beestjes dus beter onzichtbaar. Bij M-Food in Turnhout verwerken ze meelwormen tot een eiwitrijk poeder waar voedingsbedrijven mee aan de slag kunnen. Nu nog een paar honderd kilo per week als pilootproject, maar de ambitie is om op te schalen tot tientallen tonnen. “Met vleestechnologen werken we aan een worst op basis van insecten die we binnenkort op de markt hopen te brengen”, zegt Dave van der Pasch van M-Food. “Die moet eruitzien en smaken als een gewone worst. Je zal de beestjes niet zien en ze zullen niet kraken tussen je tanden. Lekkere producten, die makkelijk te gebruiken zijn, zijn de beste manier om de terughoudendheid van de consument te overwinnen.”

Nico Coen, voorzitter van de Belgische Insect Industry Federation (BIIF), merkt hoe de geesten langzaam rijpen. Zelf brengt hij met zijn bedrijf Nimavert onder meer meelwormravioli, krekelchips en -tapenade op de markt. “Op proeverijen merken we dat mensen steeds beter op de hoogte zijn van de voordelen en geïnteresseerd zijn om eens te proberen.”

Zeep met vliegenvet

Toch is de zich volop ontpoppende insectenbranche een riskante sector, met veel eendagsvliegen. “De voorbije jaren zijn veel bedrijfjes gestart, maar velen zijn ook weer snel gestopt”, zegt Sabine Van Miert, die aan de Thomas More Hogeschool het potentieel van insecten onderzoekt. Voor beginnende kwekers en productontwikkelaars is het volgens Van Miert niet altijd makkelijk om een afzetmarkt te vinden. Voedingsbedrijven zijn terughoudend om insecten in hun producten te verwerken, en als ze dat wel willen doen, hebben ze nood aan grote, constante volumes die de starters niet altijd kunnen leveren.

Van Miert en haar collega’s onderzoeken ook andere toepassingen van insecten. Want er zit meer in krekel dan je denkt. Insecten bevatten naast eiwitten ook interessante vetten. Samen met cosmeticabedrijf Mylène onderzoeken de wetenschappers of de vetten uit insecten geschikt zijn voor verwerking in cosmetica, als duurzamer alternatief voor kokosnoot- en palmolie. Vetten uit krekels, sprinkhanen en meelwormen blijken geschikt voor verwerking in producten zoals handcrème. Voor zepen blijkt vet uit de zwarte soldatenvlieg een valabel alternatief. Dat fascinerende beestje is het lievelingsdier van de insectensector, omdat het zich vliegensvlug voortplant en zich kan voeden met allerlei afval, kadavers en zelfs mest. Een kilogram vliegenlarven levert nadat de beestjes zijn vermalen en tot hun bestanddelen herleid, zo’n 150 gram vet op. De wetenschappers gaan momenteel na of ze met de insectenvetten cosmeticaproducten kunnen maken die niet van de gewone versie verschillen. 

Of mensen bereid zullen zijn krekel- en vliegenvet op hun lichaam te smeren is een andere vraag. Bij een bevraging van ruim 500 consumenten door Van Miert en haar collega’s zag ongeveer de helft geen graten in shampoo of verzorgende crème met een vleugje insect. “Al hoeft een producent dat in principe niet expliciet op de verpakking te vermelden”, weet Van Miert.

Wetenschappers kijken ook met interesse naar het chitine in het insectenpantser en het eruit afgeleide chitosan. Chitosan beschikt onder meer over antimicrobiële eigenschappen. Wetenschappers aan Wageningen Universiteit onderzoeken het potentieel ervan in antibacteriële verpakkingsmaterialen. In de scheepvaartsector is chitosan een mogelijk alternatief voor chemische middelen tegen algen- en schelpengroei op scheepsrompen. En uit onderzoek van het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) blijkt dat chitine in de bodem verwerken sla- en aardbeienplanten weerbaarder maakt tegen bepaalde ziektes en schimmels, en tegelijk dienst doet als traagwerkende meststof.

Vooralsnog wekken insecten vooral interesse als alternatieve eiwitbron in het voeder van minder kritische vissen, kippen en varkens. Daarin zouden ze vismeel en soja kunnen vervangen. De Europese Commissie zette vorig jaar het licht op groen voor de verwerking van insecteneiwit in veevoeder. Het Nederlandse Protix produceert in een kweekfaciliteit in Bergen op Zoom zo’n 15.000 ton soldatenvlieglarven per jaar. Een klein deel daarvan doet levend dienst als kippenvoer, de rest wordt herleid tot eiwitten en vetten die verdwijnen in huisdier- en varkensvoer.

Zullen insecten ooit kippen, varkens en koeien vervangen en wordt een krekelkroket even gewoon als een biefstuk? Van Huis blijft erin geloven. “We kunnen niet anders. De veeteelt neemt nu al driekwart van het landbouwareaal in beslag en heeft een enorme milieu-impact. Dat is niet houdbaar.” Daarom hoeven we natuurlijk niet per se aan de insecten. Er zijn ook plantaardige vleesvervangers en meer exotische alternatieven zoals kweekvlees, en eiwitten uit bacteriën en gisten zijn in volle ontwikkeling. Ten opzichte van die laatste hebben insecten volgens Van Huis een belangrijk stapje voor. “Van die hoogtechnologische alternatieven weten we nog niet wanneer ze  betaalbaar op de markt zullen zijn, en hoe duurzaam de grootschalige productie zal zijn. Insecten zijn er al, en klaar om te worden gegeten.”