Direct naar artikelinhoud
OpinieMarc Goethals

‘In de tuin zwemmen zonder zorgen? Die tijd zou voorgoed voorbij moeten zijn’

Zou het niet zinvol zijn een algemene vergunningsplicht én een belasting in te voeren op het installeren en het gebruik van een privézwembad, vraagt Marc Goethals zich af.Beeld Getty Images

Marc Goethals is cardioloog en milieuactivist.

Volgens Patrick Willems (KU Leuven) blijft de impact van privézwembaden op onze waterhuishouding relatief beperkt. Het vullen van zwembaden en siervijvers zou volgens de hoogleraar hydrologie en waterbouwkunde slechts instaan voor 1 procent van het jaarlijkse drinkwaterverbruik. 

Om te beginnen zou dit cijfer allerminst een hoerastemming mogen uitlokken omdat dit extraverbruik wordt veroorzaakt door een kleine minderheid van de woningen. Door het ontbreken van een algemene vergunningsplicht in Vlaanderen, hebben we helemaal geen idee welk percentage van de woningen voor deze 1 procent verantwoordelijk is. En nauwelijks een idee wat de toekomst brengt.

Ik lees dat de Belgische Federatie van Zwembad- en Wellnessprofessionals (BFZ) verwacht dat dit jaar ongeveer 5.225 nieuwe baden aangelegd zullen worden. In dat tempo liggen er tegen 2030 meer dan 47.000 nieuwe zwembaden. Als we de bouw van privézwembaden niet aan banden leggen, en veel meer mensen gebruikmaken van het recht op een privézwembad, dan stevenen we wel degelijk af op een onverantwoorde toename van het drinkwaterverbruik.

Je kunt je verder ook afvragen of de ecologische voetafdruk van privézwembaden niet veel verder reikt dan de hoeveelheid kraantjeswater om ze (eenmalig) te vullen? Een gemiddeld zwembad met een afmeting van 10 bij 4 meter beslaat met een betegeling van 1 meter eromheen al snel een verharde oppervlakte van 72 m², die daardoor voor regenwater dus ondoorlaatbaar wordt gemaakt. Aangezien een Vlaamse tuin gemiddeld een oppervlakte van 200 m² heeft, betekent dit dat ruim een derde van de tuinoppervlakte in aanmerking komt voor verharding door de aanleg van privézwembaden. 

Als er ieder jaar 5.225 nieuwe zwembaden worden aangelegd, zoals voor dit jaar wordt voorspeld, dan komt dit overeen met 55 voetbalvelden bijkomende verharding per jaar enkel en alleen door privézwembaden. Is het dan niet hypocriet om enerzijds te pleiten voor het ontharden van opritten (24 m²) en anderzijds geen rekening te houden met de verharding door privézwembaden? Het regenwater dat in een zwembad valt, draagt immers evenmin bij tot het aanvullen van onze watervoorraden. Het is bovendien gecontamineerd met chloor en bij overloop ook niet geschikt voor infiltratie in de bodem. En dan zwijgen we nog over bijkomende verharding door het eventueel bouwen van een poolhouse (ook zonder vergunning) en/of over het verwijderen van bomen in de nabijheid van het zwembad omwille van de bladval of de schaduw op het zwembad of de zonnepanelen voor de verwarming van het zwemwater... 

Bomen vertragen  het insijpelen van regenwater in de bodem waardoor minder regenwater wordt verloren naar de zee en ze werken luchtzuiverend en verkoelend. De wildgroei van privézwembaden, een luxeartikel voor de happy few, is dus geenszins banaal: het is slecht voor de waterhuishouding, er is energie nodig voor de verwarming van het water en het wordt – behalve in het weekeinde en tijdens de zomer – in het beste geval 60 minuten per dag gebruikt door enkelingen. 

Als men op zoek wil gaan naar een nieuwe fiscaliteit die sturend is naar een beter leefmilieu zonder de essentiële levensbehoeften te raken, zou het dan niet zinvol zijn een algemene vergunningsplicht én een belasting in te voeren op het installeren en het gebruik van een privézwembad? Dit geld kan dan gebruikt worden om de tekorten in de publieke zwembaden aan te zuiveren.