Videospeler inladen...

VRT NWS onderzoekt: hoe president Assad ongestraft chemische wapens inzette in de Syrische burgeroorlog

In de nieuwe driedelige reportage "Syrië, de giftige oorlog" onderzoeken VRT NWS-journalisten Rudi Vranckx en Inge Vrancken één van de grootste oorlogsmisdaden van de afgelopen decennia: het systematisch gebruik van verboden chemische wapens in Syrië. Hoe weten we zeker dat het regime van president Assad eerst saringas inzette, en later chloor? En vooral:  waarom blijft dat ongestraft? "Bij een chlooraanval lijkt het alsof de slachtoffers aan het verdrinken zijn: hun lichaam wordt blauw, ze happen naar adem."

In maart 2011 waait de Arabische Lente over naar Syrië. Duizenden mensen komen op straat om democratische en economische hervormingen te eisen. Het regime van de Syrische president Bashar al-Assad geeft geen duimbreed toe en slaat de protesten met geweld neer. Een jaar later lijkt president Assad de controle over zijn land verloren. De burgeroorlog wordt steeds grimmiger.

Eind 2012 wordt voor het eerst melding gemaakt van aanvallen met chemische wapens in Syrië. Op 21 augustus 2013 schrikken de inwoners van Oost-Ghouta, een verzameling voorstadjes van Damascus in handen van de rebellen, uit hun slaap op door verschillende raketaanvallen. De raketten zijn gevuld met sarin, een zenuwgas waarvan een druppeltje op de huid al genoeg is om iemand binnen 5 minuten te doden. 

Er vallen tussen de 300 en 1.700 doden bij de aanval, waaronder veel vrouwen en kinderen.  "Uit een enkel huis haalden we 17 lijken, bijna allemaal kinderen," getuigt een man die op de avond van de aanval ter plekke was. "In een ander huis vonden we een hele familie, allen dood." 

De VN en de OPCW, de organisatie die moet waken over de naleving van het verdrag op het verbod van chemische wapens, onderzochten de aanval en bevestigen dat het verboden saringas gebruikt werd. Hoewel het rapport geen dader mocht aanduiden, wijst vrijwel alles erop dat Assad achter de aanval zat.

De Amerikaanse president Barack Obama had Assad een jaar eerder al gewaarschuwd dat hij met het inzetten van chemische wapens een rode lijn zou overschrijden, en dat dit gevolgen zou hebben. Na de aanval op Ghouta is het diplomatieke krediet van Assad op. Een diplomatieke deal met Rusland dwingt Syrië in 2013 het  Chemische Wapenverdrag te ondertekenen en zijn volledige chemische wapenarsenaal te vernietigen, onder toezicht van de VN en de OPCW. 

Eind 2014 zijn alle aangegeven chemische installaties en wapens, waaronder de voorraad sarin, vernietigd. Maar intussen is het regime overgeschakeld op een ander chemisch wapen: vaatbommen gevuld met chloor, een verstikkende gas dat de longen ernstig kan beschadigen. Die worden vanuit een helikopter boven bewoond gebied gedropt. 

"Het lijkt alsof de slachtoffers aan het verdrinken zijn," beschrijft Mustafa Mustafa Sheikh Khali, verpleegkundige in een ziekenhuis in Sarmin, de impact van zo'n chlooraanval in 2015. "Het lichaam wordt helemaal blauw en men probeert naarstig naar adem te happen, vaak tevergeefs."

Er is melding gemaakt van honderden chlooraanvallen in enkele jaren tijd.  Chloor is geen verboden chemisch product, het wordt in Syrië onder andere gebruikt om water te zuiveren. Maar ook saringas wordt nog ingezet, zo blijkt: het is ondertussen bewezen dat het regime van Assad tijdens een aanval in Khan Sheikhoun op 4 april 2017 opnieuw sarin heeft gebruikt, en zich dus niet aan de afspraken heeft gehouden.

Chemische wapens zijn niet alleen verboden vanwege hun gruwelijke effecten, maar ook omdat ze op een willekeurige manier slachtoffers maken. Nochtans zijn het niet per se de meest dodelijke wapens. Het belangrijkste doel van het inzetten van chemische wapens op burgers is vooral psychologisch: angst en terreur zaaien onder de bevolking. Assads boodschap is duidelijk wanneer hij deze wapens inzet: wie zich blijft verzetten, wacht gruwelijke gevolgen. Hij wil zo burgers dwingen om rebellengebied te verlaten. 

Die strategie van "depopulatie" is eigen aan de Syrische oorlogsdoctrine. Het Syrische leger is al door verschillende mensenrechtenorganisaties beschuldigd van oorlogsmisdaden voor het systematisch en grootschalig bombarderen van ziekenhuizen, scholen en markten. Het leven in rebellengebied moet onmogelijk worden gemaakt. 

"Chemische wapens zorgen ervoor dat mensen zich nergens meer veilig kunnen voelen," duidt Tobias Schneider, analist bij het Global Public Policy Institute in Berlijn. "Wanneer ze ondergronds schuilen voor gewone bombardementen, moeten ze ook steeds een chemische aanval vrezen." De  dodelijk gassen die vrijkomen zijn namelijk zwaarder dan lucht en verspreiden zich dus snel ondergronds, in de schuilkelders. "Burgers weten na verloop van tijd niet meer waar bescherming te zoeken. De psychologische impact van die tactiek is niet te onderschatten."

Internationale onderzoeken door de VN en de OPCW, maar ook jarenlange rapportering door mensenrechtenorganisaties zoals Human Rights Watch of The Syrian Archive, verzamelden cruciaal bewijsmateriaal over de mogelijke daders van chemische aanvallen in Syrië. "We kunnen perfect traceren wie verantwoordelijk is voor de aanvallen," aldus Schneider. "We kennen de bevelstructuur bij de Syrische overheid en het Syrische leger en weten zelfs wie de piloot is die de aanvallen uitvoerde." 

Een kleine minderheid van de chemische aanvallen werd door terreurgroepering IS uitgevoerd. 

Er zijn enkele grote obstakels om tot gerechtigheid te komen voor internationale misdaden in Syrië. Veel van de daders bevinden zich nog in Syrië en worden beschermd door het regime.

Bovendien erkent Syrië het Internationaal Strafhof niet, waar oorlogsmisdadigers en verdachten van schendingen van het internationaal recht, zoals het gebruik van chemische wapens, aangeklaagd kunnen worden. 

In dat geval zou de VN-Veiligheidsraad ook een ad-hoctribunaal kunnen oprichten, zoals ooit voor Joegoslavië en Rwanda gebeurde. Maar Rusland gebruikt als permanent lid van de Veiligheidsraad steevast het vetorecht om zulke initiatieven tegen te houden. Door deze blokkering lijkt de kans erg klein dat de hoofdverdachten binnenkort voor een groot tribunaal verschijnen.

Juristen en experts hopen intussen ook via een andere weg tot gerechtigheid te komen: via lokale rechtbanken in landen met een vorm van universele jurisdictie. In landen waar dat principe is ingeschreven in het rechtssysteem, zoals Duitsland of Frankrijk, kunnen plaatselijke aanklagers of procureurs vermeende daders van internationale misdaden in Syrië aanklagen en berechten, op voorwaarde dat verdachten en/of slachtoffers zich op het grondgebied bevinden. 

Voor twee chemische aanvallen lopen momenteel in Frankrijk, Duitsland en Zweden dergelijke gerechtelijke onderzoeken die onder de juiste omstandigheden mogelijk ooit leiden tot de veroordelingen van individuele daders.

Vanaf vanavond kan je de driedelige documentaire "Syrië, de giftige oorlog" bekijken op Canvas en VRT NU. Hieronder vind je alvast enkele fragmenten:

Videospeler inladen...

Meest gelezen