Direct naar artikelinhoud
AchtergrondBrusselse jongeren

Opnieuw ophef door Brusselse jongeren: ‘Investeer in lokaal zwembad in plaats van extra politie’

De Blaarmeersen in Gent worden afgeschermd door hekken: aanvankelijk omwille van de coronamaatregelen, maar nu omwille van de veiligheid.Beeld Wannes Nimmegeers

Een trein van de kust waar Brusselse jongeren aan de noodrem trekken, een bus die wordt vernield in de buurt van de Blaarmeersen. Op vraag van De Lijn zal de politie busdiensten begeleiden, maar het verleden leert dat louter repressie weinig duurzaam is. ‘Dit gedrag komt vaak voort uit verveling.’

Een gebarsten busruit, geïntimideerde chauffeurs en een trein die onnodig tot stilstand komt. De eerste echt warme dagen van het jaar brachten weinig vreugde. Het mooie weer brengt meer reizigers op de been en dat zorgt meteen voor een toename van het aantal opstootjes. 

Op de route naar de Gentse Blaarmeersen greep de politie de afgelopen week verschillende keren in bij incidenten waarbij telkens Brusselse jongeren betrokken waren. Op basis van het gedrag van enkelen kreeg de hele jeugd uit de hoofdstad opnieuw de stempel van ‘gewelddadige heethoofden’ opgedrukt en dat is niet voor het eerst. 

De voorbije jaren zorgden gevechten in verschillende recreatiedomeinen ervoor dat heel wat stadsbesturen een strenger publiek beleid uittekenden. In Hofstade werd extra bewakingspersoneel opgetrommeld en in station Gent-Sint-Pieters stuurde de politie vorige zomer jonge treinreizigers zonder geldig ticket voor de Blaarmeersen prompt weer naar huis. Verschillende experts beschouwden dat als een vorm van discriminatie, maar het aantal incidenten nam wel af.

De recreatiedomeinen hebben zich misschien aangepast, maar ondertussen heeft het eigenlijke probleem zich gewoon verplaatst. De politieagenten zullen busdiensten van De Lijn begeleiden en er komt een toestemming voor systematische identiteitscontroles. Op de oorspronkelijke vraag van de vervoersorganisatie om agenten effectief te laten meerijden, gaat de politie niet in omdat de maximale capaciteit al bereikt is. Het risico blijft wel dat het geweld later weer op een andere plek zal opduiken. 

Zijn er naast repressie dan geen andere opties? Een langetermijnoplossing moet volgens Stefaan Kaberuka, coördinator van de Brusselse Jeugdhuizen, om te beginnen rekening houden met de problematische ruimtelijke ordening in de hoofdstad. 

Jongeren trekken in de eerste plaats naar de groene ontspanningsgebieden uit ander provincies omdat ze in hun eigen leefomgeving ontbreken. Zo is er maar één openluchtzwembad in Brussel en is de barrière om er binnen te geraken behoorlijk hoog: er wordt gewerkt met een reservatiesysteem en er is slechts plaats voor dertig bezoekers. “Jongeren worden nu gedwongen om zich naar plekken te verplaatsen waar ze zich minder thuis voelen. Ze gedragen zich daardoor ook minder verantwoordelijk”, zegt Kaberuka.

Kat-en-muisspel

De kritiek op het gebrek aan openbare ruimte in de hoofdstad klinkt bij meerdere experts, maar anderzijds kunnen bestuurders van andere steden er weinig mee. Als enkele Brusselse jongeren herhaaldelijk bussen of zwembaden op stelten zetten, hebben zij de verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat de levenskwaliteit van lokale inwoners niet in het gedrang komt. 

Alleen brengen massale politieacties volgens stadsgeograaf en cultuurfilosoof Eric Corijn (VUB) weinig zoden aan de dijk omdat alle Brusselse jongeren zich daardoor onnodig geviseerd kunnen voelen. “Als je denkt dat de politie sowieso tegen je is, kan dat een reden zijn om hen te testen en om een kat-en-muisspel op te starten.” 

Daarnaast hebben zulke ingrepen ook gevolgen voor de brede bevolking en is er geen garantie dat ze het algemene veiligheidsgevoel zullen versterken. Een groep Gentenaars betoogt dezer dagen bijvoorbeeld tegen een groot hek dat sinds enkele jaren rond de Blaarmeersen staat. De constructie werd oorspronkelijk opgetrokken om coronamaatregelen te handhaven en bleef staan om vechtpartijen tegen te gaan. Daardoor lijkt het domein nu meer op een burcht dan op een gezellig park. “Mensen zijn niet gemaakt om voortdurend gecontroleerd te worden, dat zag je ook al tijdens de pandemie. We mogen niet alleen aan symptoombestrijding doen”, zegt jeugdcriminoloog Johan Deklerck (KU Leuven).

In de zoektocht naar een adequatere reactie op de problematiek is het niet onbelangrijk om er rekening mee te houden dat de gemiddelde Brusselaar op socio-economisch vlak sterk verschilt van de Vlaming. Cijfers van Statbel geven aan dat 34,9 procent van de mensen in de hoofdstad het risico loopt op armoede of sociale uitsluiting . Volgens Deklerck komen relschoppers vaak uit kwetsbare milieus. 

Zoektocht naar eigen identiteit

Een deel van die adolescenten koppelt de zoektocht naar een eigen identiteit los van instituten als school of werkplekken. Ze beschouwen zichzelf daardoor vaker als buitenstaanders en dat heeft uiteindelijk ook een impact op hun gedrag. 

De jeugdcriminoloog gelooft daarom dat het belangrijk is om ervoor te zorgen dat ze zich meer betrokken voelen bij de samenleving. “Dit gedrag komt vaak voort uit verveling en omdat mensen zich ergens niet thuis voelen”, vindt ook Kaberuka. Een uitgebreide jeugdwerking met ruimte voor sport en spel kan zo soelaas bieden.

Tot zo’n beleid op punt staat, begrijpt professor criminologie Sofie De Kimpe (VUB) dat stadsbestuurders er alsnog voor kiezen om bijkomende politietroepen in te zetten op publieke plaatsen. Toch gelooft ze dat er naast de repressieve maatregelen vooral aan preventie gedacht moet worden. “Maar als ze mij vandaag zouden vragen of ik eerst in een politie of in een zwembad zou investeren, koos ik onmiddellijk voor het laatste. Daar los je op lange termijn meer mee op.”