Sciensano definieert zogenaamde ‘long covid’ als het voortduren van ten minste één symptoom dat verband houdt met de coronavirusinfectie – en dat niet door een andere diagnose kan worden verklaard – ten minste drie maanden na de infectie.

Om het fenomeen te bestuderen, is het gezondheidsinstituut in april 2021 gestart met een follow-upstudie van besmette personen op basis van een cohort van de Belgische bevolking. Na een eerste verslag met de resultaten van de follow-up drie maanden na een besmetting in december, heeft het instituut nu ook de gegevens zes maanden na een besmetting verzameld. 

Die bevestigen de hardnekkigheid van het probleem: 30 tot 35 procent van de besmette personen heeft zes maanden na de positieve test nog steeds last van ten minste één symptoom. Dat percentage neemt af na verloop van tijd. Na drie maanden had immers bijna één op de twee besmette personen nog last van een symptoom.

Wie blijft kampen met problemen, ondervindt daar hoe langer hoe meer negatieve gevolgen van op zijn dagelijks leven. “Na zes maanden had 22 procent van de mensen met long covid depressieve stoornissen. Na drie maanden was dat nog maar 18 procent. Dat toont de ongunstige evolutie van de ziekte op de geestelijke gezondheid aan”, aldus de verantwoordelijke voor de studie, Pierre Smith.