Westerse landen stuurden al voor miljoenen, misschien zelfs miljarden, aan wapens en munitie naar Oekraïne. Door die wapenleveringen kunnen de Oekraïense strijdkrachten Rusland nog (relatief) tegenhouden. De Secretaris-Generaal van Interpol, Jürgen Stock, waarschuwt echter dat de wapens goed in de gaten moeten worden gehouden.

“Eens de kanonnen in Oekraïne stoppen met vuren, komt een stroom aan illegale wapens op gang. Dat gebeurde ook bij vorige conflicten”, verklaart de baas van de internationale politieorganisatie aan de Britse krant The Guardian.

Stock geeft aan dat criminele organisaties van de chaos die een oorlog achterlaat, gebruik zullen maken om de overvloedig beschikbare wapens te stelen. Zelfs het zwaarste militaire materiaal kan zo in het criminele circuit belanden. “Geen enkel land of geen enkele regio kan alleen optreden tegen de criminelen, aangezien dit een wereldwijd vertak netwerk is”, zegt Stock. “In Europa en daarbuiten kunnen we een influx van wapens verwachten. We moeten erop voorbereid zijn.”

Simpele oplossing?

De secretaris-generaal van Interpol schuift echter een simpele oplossing, die een groot deel van het probleem kan verhelpen, naar voor: “track and trace”. Interpol lobbyt bij de verschillende lidstaten om hun militaire leveringen te laten traceren, waardoor ze ook na het conflict nog een goed zicht hebben op de locaties waar die wapens zich bevinden.

Naast het stelen van wapens, waarschuwt Stock ook voor de diefstal van meststoffen en de namaak van landbouwchemicaliën op grote schaal. Verder is ook het stelen van brandstoffen de laatste tijd in opmars. “Deze producten zijn (door de oorlog en de nakende energiecrisis, red.) nu meer waard geworden”, klinkt Stock.

De topman van de internationale politieorganisatie werd ook gevraagd naar de betrokkenheid van Interpol in het onderzoek naar de geldstromen naar en van gesanctioneerde Russische oligarchen. Stock ontkende dat Interpol daaraan meewerkte. Dat zou ook gelden voor de onderzoeken naar vermeende oorlogsmisdaden in Oekraïne. Het reglement van Interpol bepaalt dat de organisatie wordt verboden zich in politieke activiteiten te mengen en ten allen tijde neutraal moet blijven.

Waar Interpol wel aan bijdraagt, is de identificatie van oorlogsslachtoffers, op vraag van Oekraïne. “We zijn momenteel niet ter plaatse in Oekraïne, maar kunnen hier wel aan meehelpen. Dit is klassiek identificatiewerk”, gaf de secretaris-generaal mee. “Onze communicatiekanalen blijven ook open voor andere landen voor de uitwisseling van informatie van oorlogsmisdaden. Maar aan het onderzoek naar dergelijke feiten neemt Interpol niet deel.” (mah)