Direct naar artikelinhoud
Blik op BelgiëCirculatieplan

De andere kant van het circulatieplan in Gent: ‘Onze straat is een steenweg geworden’

‘Het circulatieplan heeft inderdaad een aantal pijnpunten die moeilijk te verhelpen zijn’, geeft schepen van Mobiliteit Filip Watteeuw (Groen) toe.Beeld Stefaan Temmerman

Vijf jaar na de invoering van het circulatieplan in Gent zijn de pijnpunten van het plan glashelder. ‘Het verkeer is niet verdampt, maar verschoven en samengeperst’, zegt Josiane Tytens van het bewonerscomité Rozemarijn.

Zelf heeft ze geen auto, maar aan haar deur ziet ze meer auto’s voorbijkachelen dan haar lief is. “Zevenduizend per dag”, zegt Josiane Tytens van het bewonerscomité Rozemarijn. “Dat zijn er meer dan twee miljoen per jaar. Best wel wrang, als je Gent dan ziet afschilderen als het paradijs van de fietser. Sinds de invoering van het circulatieplan, vijf jaar geleden, is onze straat een steenweg geworden.”

De Rozemarijnstraat is vernoemd naar de lipbloemige heester die op zonnige hellingen langs de kusten van de Middellandse Zee staat. Hier woekeren echter vooral de auto’s. Josiane telt ze zelf met een toestel van Telraam. Aan de kalme Coupure - een steenworp verderop - staat wel een telpaal van de stad die het aantal fietsers bijhoudt.

Er wringt al een tijdje iets in Gent. Burgers klagen over een gebrek aan inspraak bij de inplanting van studentenhomes en het gat in de muur van het Gravensteen, dat even diep dreigt te worden als dat in de stadskas.

Als bewoner van de buurt ken ik de minder frisse kanten van het circulatieplan. “Het verdeelt de bevolking”, zegt Josiane. “Er is een onevenwicht gecreëerd en de ene straat is vaak de dupe van de andere. Op drukke dagen, als de centrumparkings vol zitten, schuiven auto’s eindeloos aan op zoek naar dat ene bovengrondse parkeerplekje.”

Voorwaarden

Intussen toert Filip Watteeuw (Groen), schepen van Mobiliteit, door Europa met zijn toonaangevende circulatieplan. “Ze roepen hoera”, zegt Josiane, “maar altijd op de kap van een ander. Je moet eens gaan kijken in de Papegaaistraat. Trams in beide richtingen, auto’s, vrachtwagens en daar doorheen drieduizend fietsers per dag. Maar geen spoor van een fietspad.”

Ondertussen pakt Gent wel uit met parkeervakken voor extra grote fietsen. “Ze blinken uit in initiatieven die in het oog springen”, zegt Josiane: “Gent, de meest bijvriendelijke stad en van die dingen. Maar intussen laten ze een deel van de bevolking stikken.”

Ze vindt het vooral schrijnend dat de stad de eigen principes niet naleeft. “Toen het circulatieplan werd ingevoerd, was het de bedoeling dat je alleen via de ring van de ene sector naar de andere kon rijden: geen doorstroming, alleen bestemmingsverkeer. In de praktijk is er een heleboel sluipverkeer dat het stadsbestuur oogluikend toelaat.”

Nog zoiets zijn de zogeheten ‘flankerende maatregelen’, die een voorwaarde waren bij de invoering van het circulatieplan. Josiane somt ze op uit een document van toen: P&R met shuttles naar het centrum, langer en meer openbaar vervoer, streng vergunningsbeleid, enzovoort. “Het blijkt een doekje voor het bloeden. Unizo klaagde er onlangs nog over dat de P&R onderbenut is. In de nieuwe parkeertoren in Ledeberg staat amper een auto en het vergunningsbeleid is juist weer versoepeld. Achteraf bekeken, blijken die ‘flankerende maatregelen’ zoethoudertjes.”

Ze noemt zich nog altijd een voorstander van het circulatieplan, maar niet in de vorm waarin het blijft hangen. “Het is vlees noch vis. Het verkeer is niet verdampt, maar verschoven en samengeperst. In het historische centrum is de auto teruggedrongen. Maar dat stuk beslaat 7,5 procent van de binnenstad en daar wonen amper Gentenaren. Dat zijn vooral handelaars die ‘s avonds naar hun huis rijden in Latem of de Pinte.”

Pijnpunten

“Het circulatieplan heeft inderdaad een aantal pijnpunten die moeilijk te verhelpen zijn”, geeft Filip Watteeuw toe in een telefonische reactie. “De Rozemarijn is er daar een van. Ik zit er zeer mee verveeld dat we daar niet echt een oplossing voor vinden.”

Toch roept de schepen op om het kind niet met het badwater weg te gooien. “Er zijn ook aantoonbare resultaten. Het aantal fietsers steeg met 60 procent, autodelen zit in de lift en binnen de stadsring zijn er een derde minder ongevallen.”

Volgens Watteeuw dringt de vraag zich op of alle centrumparkings nog verder zoals nu gebruikt moeten worden. “Het is politiek wel delicater geworden om oplossingen te vinden dan vroeger.” Hij wijt dat aan voorzichtigere, soms argwanende coalitiepartners.

“Die coalitiepartners hebben de flankerende maatregelen nochtans mee goedgekeurd”, zegt Josiane. “Onbetrouwbaarheid van de politiek verbetert de luchtkwaliteit niet.”