Direct naar artikelinhoud
AchtergrondEuropese integratie

Hoe ver staat de deur van de EU open voor de landen van de westelijke Balkan?

De Kroatische vlag wordt binnengedragen op een bijeenkomst in Straatsburg ter verwelkoming van Kroatië als het 28ste lid van de Europese Unie in 2013.Beeld Vincent Kessler / Reuters

Nu Oekraïne en Moldavië een stap dichter bij het EU-lidmaatschap zijn, verliezen de zes landen op de westelijke Balkan hun geduld. Vandaag spreken hun leiders in Brussel met de regeringsleiders van de EU. Hoe liggen de kansen? 

Het water glinsterde in de haven van het Griekse Thessaloniki, waar de EU-regeringsleiders op 21 juni 2003 de handen schudden van de leiders van Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kroatië, Macedonië en Servië en Montenegro (toen nog één land). De boodschap van de Europese leiders was helder: ‘De toekomst van de Balkan ligt in de Europese Unie.’

Negentien jaar later is alleen Kroatië toegetreden, in 2013. De Europese Raad van regeringsleiders benadrukt voorafgaand aan de top met de westelijke Balkanlanden nog wel dat de EU ‘ondubbelzinnig voorstander is van de integratie van de westelijke Balkan in de Europese Unie’. 

Maar de leiders van Servië, Noord-Macedonië en Albanië dreigden dinsdag de top te laten schieten, omdat de EU het niet voor elkaar had gekregen de blokkade van onderhandelingen met Noord-Macedonië door EU-lidstaat Bulgarije op te heffen. Ze komen toch, met tegenzin. “We zullen niet veel nieuws horen”, twitterde de Albanese premier Edi Rama gisteren.

Het geduld raakt op in de westelijke Balkan, ook onder de bevolking. “Hoe langer het duurt, hoe minder enthousiast mensen worden”, zegt Balkan-historicus Niké Wentholt van de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht. “In Albanië en Kosovo is het enthousiasme nog groot, maar in Servië groeit onder de bevolking de scepsis tegenover de EU.”

Balkanlanden zijn inmiddels ook de andere kant op gaan kijken. De laatste jaren zijn er steeds meer investeringen van onder meer China, de Verenigde Arabische Emiraten én Rusland. “Als de EU niet instapt, doen anderen dat wel”, zegt Wentholt. 

De moeilijkheden die de EU heeft om antidemocratische processen in bijvoorbeeld Hongarije en Polen tegen te gaan, maakt dat de Unie veel voorzichtiger is geworden met het toelaten van nieuwe lidstaten. Van kandidaten kan de EU allerlei hervormingen eisen, eenmaal binnen verdwijnen die wortel en stok grotendeels. Wentholt: “Je verliest instrumenten om verandering aan te slingeren.”

Maar met het versnelde traject voor Oekraïne en de groeiende frustratie zien ook de EU-leiders dat ze de westelijke Balkanlanden meer perspectief moeten bieden. Niet voor niets bezocht EU-president Charles Michel onlangs alle zes de landen. Hoe is het gesteld met de Europese integratie van de zes genodigden in Brussel?

Servië, kandidaat sinds 2012

Aan een van de belangrijkste eisen die de EU stelde, heeft Servië al voldaan: het werkte mee aan het Joegoslaviëtribunaal. Maar sinds de onderhandelingen tussen de EU en Servië in 2014 begonnen, ziet de EU weinig progressie op gebied van de rechtsstaat en persvrijheid. 

De nationalistische president Aleksandar Vucic ligt zelfs op ramkoers met de EU. Hij weigert zich uit te spreken tegen de Russische invasie van Oekraïne en probeerde onlangs zelfs een gasdeal met Rusland te sluiten. De EU zal Vucic oproepen om mee te doen met sancties tegen Rusland en een keuze te maken. Kiest Vucic vandaag niet duidelijk voor Europa, dan worden de onderhandelingen met Servië mogelijk in de ijskast gezet. 

Montenegro, kandidaat sinds 2010

Ook Montenegro is aan het onderhandelen met de EU. Het land lijkt van de zes het dichtst bij het EU-lidmaatschap. De EU is enthousiast over hoe de jonge democratie zich ontwikkelt. Premier Dritan Abazovic beloofde in mei bovendien te stoppen met het uitgeven van de vermaledijde ‘gouden paspoorten’, die rijke buitenlandse investeerders (onder wie Russen) kunnen kopen om zo vrij door de Schengenzone reizen. 

Indien de voortgangsrapportage van de Europese Commissie, die in oktober verschijnt, positief is, kan Montenegro waarschijnlijk een volgende stap zetten in de onderhandelingen. 

Noord-Macedonië, kandidaat sinds 2005

Dat het land dat het langst kandidaat-lid is, nog altijd niet om de tafel zit met de EU, komt vooral door klagende buurlanden. Eerst was het Griekenland dat jarenlang gesprekken blokkeerde, maar nadat Macedonië zijn naam had gewijzigd in Noord-Macedonië, trok Griekenland zijn blokkade in.

Nu ligt Bulgarije dwars. Ook de Bulgaren hebben historische en culturele bezwaren. Zo wil Bulgarije de Macedonische taal niet erkennen. Er zijn signalen dat Bulgarije bereid is vandaag zijn blokkade op te heffen, maar gezien de instabiliteit van de Bulgaarse regering is dat nog onzeker.

Albanië, kandidaat sinds 2014

Hoewel armoede en corruptie nog volop aanwezig zijn in Albanië, is de EU positief over de democratische ontwikkeling van het land, dat er tevens in slaagt criminaliteit steeds verder terug te dringen. Het grootste probleem is dat het Albanese toetredingspad door de EU is gekoppeld aan dat van Noord-Macedonië. Een Europees gebruik – ook Bulgarije en Roemenië waren een duo – maar zonder concrete inhoudelijke reden. Zolang de twee landen gekoppeld blijven, is Albanië afhankelijk van het humeur van Bulgarije voordat het met de EU om de tafel mag.

Bosnië en Herzegovina, potentieel kandidaat sinds 2016

Wil Bosnië en Herzegovina officieel kandidaat-lid worden, dan moet het zijn staatsinrichting fundamenteel veranderen. Constitutioneel bestaat Bosnië uit een Bosniaks-Kroatisch en een Servisch deel, een onderscheid dat in tot in alle haarvaten van het land aanwezig is.

 Zo zijn er scholen en postkantoren voor beide etnische groepen. Bepaalde politieke functies zijn voor bepaalde etnische groepen niet toegankelijk. Historicus Wentholt: “Bij het tekenen van de vrede in 1995 is de oorlogsrealiteit de politieke realiteit geworden.”

Bosnië en Herzegovina sprak deze maand met de EU af zich in te zetten voor etnische gelijkheid, maar niets wijst erop dat fundamentele hervormingen aanstaande zijn. Bosnië en Herzegovina blijft zodoende ver van de EU verwijderd.

Kosovo

De EU heeft Kosovo in 2008 een potentiële kandidatuur in het vooruitzicht gesteld. Premier Albin Kurti wil dit jaar nog het lidmaatschap aanvragen en wordt daarin onder meer gesteund door de Duitse en Italiaanse leiders Scholz en Draghi. 

De prowesterse en hervormingsgezinde Kurti oogst lof in Europa, maar hij heeft één groot probleem: vijf EU-landen (waaronder Spanje en Griekenland) erkennen Kosovo niet. Zij zullen elke stap richting een EU-lidmaatschap tegenhouden. Bovendien verlangen de EU-leiders een betere relatie tussen Servië en Kosovo, iets waar Servië weinig trek in heeft.