© Jan Van der Perre

Met de fiets door Zeeland: langs oesterputten, boomgaarden én ‘Klein Antwerpen’

Wie aan Zeeland denkt, ziet mooie kustlijnen, pittoreske dorpjes en weidse natuurgebieden. Kortom, een ideaal fietsparadijs. Onze route op Zuid-Beveland voert ons langs mosselbanken, oesterputten, moeren en fruitbomen. Onverwacht passeren we zelfs langs ‘Klein Antwerpen’ en dronken we een sapje bij familiebedrijf De Plantage.

Tekst: Sandra Gasten

We hebben voor de start van onze fietstocht afgesproken aan de Tourist Shop Yerseke. Eigenaar Lennert heeft gids Marleen De Mot opgetrommeld, een Antwerpse die al 25 jaar in Yerseke woont. “Zijn jullie klaar voor de 51 kilometer?”, glimlacht ze. We hadden onze kuiten al ingesmeerd, maar dat bleek niet nodig. Eens we op de elektrische fat bikes zitten, rijden we met gemak van knooppunt naar knooppunt. Starten doen we aan de oesterputten. “De oesters worden in Zeeland gekweekt op de Oosterschelde en het Grevelingenmeer. De kwekers pachten een stuk van de zeebodem van de overheid”, vertelt onze gids. In het water zien we boomstammen die de percelen afbakenen. “Wanneer de oesters volwassen zijn, worden ze met netten van de bodem opgevist. Daarbij happen ze zand in. Om dat te verwijderen, gaan we ze ‘verwateren’ in de oesterputten. Ze worden in proper Oosterscheldewater gelegd, zodat ze het zand uitspugen. Daarna worden ze verwerkt in de loodsen rond de putten.”

Twee dames staan in een loods oesters te sorteren. “Van september tot april worden de Zeeuwse creuse en de platte Zeeuwse oester geoogst. Vanaf mei planten de oesters zich voort en oogsten we ze niet. Ze produceren dan melk, waardoor ze minder goed smaken”, legt Marleen uit. “De Yersekenaren kweken het hele jaar door wel tafeloesters, ook zomeroesters genoemd. Die planten zich niet voort, maar worden gekweekt uit oesterbroed dat we importeren uit Frankrijk. Zo kunnen de bezoekers ook in de zomer oesters eten in de restaurants op de Mosselboulevard.”

De jachthaven van Wemeldinge. Dit dorpje wordt vaak overspoeld door duikers die zeepaardjes en inktvissen in de Oosterschelde willen spotten. © Jan Van der Perre

Liefde voor de mossel(kweker)

Marleen is de ideale vrouw om over deze zilte zaligheden te vertellen. De liefde voor een mosselkweker haalde haar naar dit dorp. “Mijn ouders brachten hun vakantie vaak door op een camping op Yerseke. Bij het stappen in Goes leerde ik mijn man kennen. Omdat hij in de mosselsector werkte, was verhuizen naar Antwerpen geen optie.” Ook Marleen is nu actief in de sector. “Ik doe de verkoop aan supermarkten en groothandels. Export is belangrijk: 75% van de mosselen gaat naar België. 25% gaat naar Frankrijk, Duitsland en Nederland. De Nederlanders zijn niet zo’n grote mosselfans als de Belgen”, glimlacht ze.

We passeren de plezierjachten en houden halt aan de Julianahaven waar de mosselschepen liggen. “Elk schip kan zo’n 120.000 kilogram mosselen vervoeren. Een mosselperceel is zo’n 5 tot 10 hectare groot. Dat betekent dat er miljoenen mosselen op de Mosselveiling over de toonbank gaan.” Voor die veiling staat het standbeeld van de mosselman. “In het lied Zeg, ken jij de mosselman gaat het om een mosselman uit Scheveningen, terwijl er daar niet op mosselen wordt gevist. Dit standbeeld moest benadrukken dat Yerseke hét centrum van de mosselcultuur was.”

In enkele minuten legt ze uit hoe het er op de veiling aan toegaat. “Afhankelijk van de kwaliteit, de vraag en het aanbod wordt de prijs bepaald. In een slecht jaar, zoals 2020, gaat die prijs door de schaarste de hoogte in. Hoe het dit jaar wordt? Voorlopig zijn de verwachtingen goed, maar er kan nog veel veranderen onder invloed van de natuur. Wanneer het te warm wordt, zijn er te veel algen die de mosseloogst bedreigen.”

Aan de Nederlandse Mosselveiling staat het standbeeld van de Mosselman, een bewijs dat Yerseke hét centrum van de mosselhandel is. © Jan Van der Perre

Nationaal Kampioenschap Tegenwindfietsen

Via het strandje en langs vele grazende schapen rijden we naar Yerseke Moer. Kreken en landbouwakkers wisselen elkaar hier af. “Dit gebied werd duizend jaar geleden door een dijk van de zee afgesloten. Omdat dit gebied overstroomde met Oosterscheldewater, was het doordrongen van zout. In de middeleeuwen werd hier daarom aan zoutwinning gedaan”, vertelt Marleen. “Nu is de Moer een broedplek voor vogels.” We rijden verder naar de jachthaven van Wemeldinge en komen bij twee negentiende-eeuwse molens die over het beschermde centrum uitkijken. “Dit dorp is de hotspot voor duikers. Kreeften, inktvissen, naaktslakken en zeepaardjes: je vindt ze in de Oosterschelde.”

Op de dijken kan het flink waaien. Het is dan ook niet vreemd dat in Zeeland het Nationaal Kampioenschap Tegenwindfietsen bestaat. In februari nemen fietsers, énkel wanneer het stormt, het op de Oosterscheldekering tegen elkaar op, op een gewone fiets! Gelukkig hebben wij geen last van de wind. In een flink tempo rijden we voorbij Kattendijke en Goes, een ideaal stadje om iets te eten of drinken, tot we in het lieflijke Kloetinge onze fiets aan de kant zetten. Ook hier verwelkomt een negentiende-eeuwse molen ons, al staat hij in de steigers.

De Yerseke Moer: vroeger een zoutwinningsgebied, nu een broedplaats voor vogels. © Jan Van der Perre

Bruisend Hansweert

Via ’s-Gravenpolder rijden we naar Hansweert waar een sluizencomplex de binnenschepen de Westerschelde in loodst. “Het kanaal door Zuid-Beveland leidde de binnenvaart van de haven van Antwerpen naar Rotterdam. Hansweert groeide zo uit tot een belangrijk knooppunt van de binnenvaart in West-Europa”, legt Marleen uit. “Dat zorgde voor een bruisende economie: bakkers, slagers en vooral cafés deden gouden zaken door de vele schippers die aan wal kwamen. Daarom wordt dit dorp in de volksmond ‘Klein Antwerpen’ genoemd. Nadat in 1975 het Schelde-Rijnkanaal tussen Antwerpen en Volkerak werd gegraven, namen veel schepen die kortere route en werd een deel van het dorp gesloopt.”

Via het kanaal rijden we tot in Kruiningen waar we veel boomgaarden zien. Marleen wil stoppen bij fruitteeltbedrijf De Plantage. We bekomen hier even op het uitnodigende terras. “Het klimaat is hier ideaal voor fruitteelt”, vertelt eigenares Miriam. “Het is zacht en er is weinig nachtvorst. Bovendien is de mix van zoute zeelucht en kleigrond ideaal voor de fruitrassen. Vooral jonagold- en elstarappelen, en conferenceperen doen het hier goed.”

“Het klimaat in Zeeland is zacht en er is weinig nachtvorst. Bovendien is de mix van zoute zeelucht en kleigrond ideaal voor vele fruitrassen.”

Miriam Bruijnzeel van De Plantage

We nemen afscheid en rijden naar het eindstation: Yerseke. Via de Zanddijk arriveren we op onze startplaats. Lennert staat ons op te wachten. “Waarom sluiten jullie niet af met een ijsje? Bij Bakkerij De Gangmaker verkopen ze er eentje met de Zeeuwse bolussmaak.” Dat laten we ons geen twee keer zeggen!

Een schip wordt door het sluizencomplex van Hansweert geloodst, in de volksmond bekend als ‘Klein Antwerpen’. © Jan Van der Perre

INFO

* E-bikes, stadsfietsen, scooters, e-choppers of fatbikes kan je huren bij Scooter Huren Zeeland. Zij zitten in de Tourist Shop Yerseke, Kerkplein 14 in Yerseke. Prijs: vanaf 10 euro. Info: www.scooterhurenzeeland.nl of +31 113 75 0711.

* In Zeeland zijn er tal van fietscafés, herkenbaar aan een speciaal gevelbord. Je vindt er ook fietsroutes.

* Meer inspiratie om te gaan fietsen? Kijk voor een van de 35 fietsroutes op www.zeeland.com.

* Wil je je fiets opladen? Onder meer in Goes en Hansweert zijn er oplaadpunten (www.fietsoplaadpunten.nl)

Bijtanken onderweg

1. Eeterij Puur Juno (Wemeldinge)

Aan de jachthaven vind je dit familierestaurant. Proef er visspecialiteiten zoals de Oosterscheldekreeft (een delicatesse), mosselen en oesters, geserveerd met lamsoor en zeekraal.

www.puurjuno.nl, +31 113 621 048

 ©  rr

2. Theetuin Sequoiahof (Vlake)

Pauzeren kan in Theetuin Sequoiahof. De prachtige tuin wordt onderhouden door vrijwilligers en mensen met een beperking. Hou er halt voor een lunch, high tea of gebak.

www.stichtingzorghoevesequoiahof.nl, +31 113 820 301

3. Manoir Restaurant Inter Scaldis (Kruiningen)

Zeeland huisvest een restaurant met drie Michelinsterren. Chef-kok is Zeeuw Jannis Brevet die goochelt met lokale specialiteiten als zeebaars, kreeft, zuiglam en zeekraal. Ook de kazen uit de Bevelandse polder staan op het menu. Het restaurant heeft een hotel én een helipad waar internationale gasten landen.

www.interscaldes.nl, +31 113 381 753

Manoir Restaurant Inter Scaldis in Kruiningen. ©  RR

4. De Plantage

Sinds 1980 runt de familie Bruijnzeel in ’t Kaasgat haar fruitteeltbedrijf met appels, peren, pruimen en kersen. In hun Landwinkel vind je Zeeuwse lekkernijen, verse sappen en hun huisgemaakte honing. Op het terras kan je terecht voor een high tea, ijsjes of een boerentosti. Je kan er ook kamperen in een pipowagen tussen de fruitbomen.

www.deplantagefruit.nl, +31 113 381 627

Miriam is de tweede generatie van de familie Bruijnzeel die in het fruitteeltbedrijf De Plantage in Kruiningen werkt. ©  Jan Van der Perre

5. Zeeuwse ijsjes

Afsluiten deden wij met een ijsje bij Bakkerij De Gangmaker in Yerseke. Hier vind je huisgemaakt gebak en chocoladebonbons met vullingen, ook het Zeeuwse bolusijs op basis van kanaal en bruine suiker. Ook Maison Ticho is een aanrader. Daar kan je terecht voor schepijs en chocolade in de vorm van mosseltjes.

www.degangmaker.nl, +31 113 570 074

www.ticho-chocolade.nl, +31 113 268 018