Recessiespook terug van nooit volledig weggeweest: “Economische krimp tegen het einde van 2022 is waarschijnlijk”

De angst dat de Amerikaanse economie afstevent op een recessie zit er opnieuw goed in bij de beleggers. De beurzen kleuren opnieuw bloedrood. Onder meer de publicatie van de consumentenbestedingen in de Verenigde Staten weegt op het beleggersvertrouwen.

De beurzen krijgen het nogmaals zwaar te verduren. Zo sloot de Bel20 de laatste handelsdag van de eerste jaarhelft 1,2 procent lager af. De Eurostoxx50 dook 1,7 procent in het rood. Ook in de Verenigde Staten hebben de aandelenmarkten de eerste helft van 2022 in mineur afgesloten. Bij de S&P500 is er zelfs sprake van de sterkste daling gedurende de eerste jaarhelft sinds 1970.

Angst voor een recessie

De vernieuwde angst voor een recessie is de aanleiding voor de teleurstellende aandelenkoersen. Jerome Powell, voorzitter van de Federal Reserve, zei woensdagavond tijdens het zomerforum van de ECB in het Portugese Sintra dat hij een ‘harde landing’ voor de Amerikaanse economie niet uitsluit. “Er is geen garantie dat de centrale bank de inflatie onder controle kan brengen zonder een recessie te veroorzaken”, klonk het.

De Federal Reserve is al volop bezig met de rente te verhogen. Tijdens de rentevergadering van juni werd er zelfs beslist om de rente op te trekken met 75 basispunten. Dat was de grootste sprong in veertig jaar tijd. Beleggers vragen zich dan ook af wat Powell en zijn kompanen zullen beslissen tijdens de beleidsvergadering in juli. Het is zeker niet uitgesloten dat de Fed dan opnieuw uitpakt met een verhoging met 75 basispunten. Loretta Mester, de voorzitter van de Federal Reserve Bank of Cleveland, is daar alvast een voorstander van.

Amerikaanse consumentenbestedingen

Donderdag kwam daar ook nog eens de publicatie van de Amerikaanse consumentenbestedingen bij. De aankopen van goederen en diensten daalden met 0,4 procent na een groei van 0,3 procent een maand daarvoor. Dat liet het ministerie van Handel weten. Daarmee werd de eerste daling van dit jaar opgetekend.

“We wisten dat dat cijfer zou tegenvallen, gezien de reeds gepubliceerde verkoopcijfers uit de autosector en detailhandel”, merkt James Knightley, hoofdeconoom bij ING, op. “Maar we zijn een beetje teleurgesteld dat de dienstensector niet beter heeft gepresteerd. Uit de gegevens van Google over het personenverkeer en de luchtreizigersgegevens bleek nochtans dat mensen in beweging waren en geld uitgaven.”

PCE Price Index

Er is ook een klein lichtpuntje: de PCE Price Index, een van de favoriete indicatoren van de Federal Reserve om de (kern)inflatie te meten, bedroeg in mei 4,7 procent (op jaarbasis). Dat is lager dan verwacht. Economen bevraagd door FactSet gingen ervan uit dat de PCE Price Index in mei 4,8 procent zou bedragen. In april kwam dat cijfer overigens uit op 4,9 procent. Ter herinnering: de Amerikaanse centrale bank streeft een inflatie na van gemiddeld 2 procent.

Toch kijkt Knightley niet door een roze bril naar de toekomst. “Het consumentenvertrouwen is al broos, terwijl de huizenmarkt ook aan het afkoelen is en er nog meer renteverhogingen aan de horizon lonken. Bovendien zal de druk op de koopkracht niet snel afnemen als gevolg van de hoge brandstofprijzen. Dat verslechtert onze vooruitzichten voor de consumentenbestedingen in de tweede jaarhelft”, waarschuwt hij. “We vrezen dan ook dat een recessie eerder voor eind 2022 zal zijn in plaats van begin 2023.”

(lb)

Meer