Direct naar artikelinhoud
NieuwsApenpokken

Vaccinatie tegen apenpokken wordt uitgebreid: preventieve prik voor risicogroepen door tekort aan vaccins

Een medewerker zet de spullen klaar om een vaccinatie te zetten tegen het apenpokkenvirus.Beeld ANP

Terwijl het aantal besmettingen met het apenpokkenvirus in ons land blijft stijgen, is er een tekort aan vaccins. Daarom past de overheid de vaccinatiestrategie aan: bijkomende risicogroepen krijgen de kans om zich preventief te laten vaccineren. Maar daarmee is de verspreiding van het virus nog niet onder controle.

Video wordt geladen...

Ons land heeft op dit moment een beperkte stock van zo’n 3.000 dosissen. Om die vaccins zo efficiënt mogelijk in te zetten, kiest de overheid ervoor enkele risicogroepen preventief te vaccineren: mannelijke en transgender sekswerkers, mannen die seks hebben met mannen die hiv-positief zijn en die minstens twee soa’s hadden het voorbije jaar; personen met immuunstoornissen en een hoge kans op infectie; en laboratoriumpersoneel dat de virusculturen behandelt.

Een vaccin is dus niet langer alleen mogelijk na een hoogrisicocontact. Toch wil dat niet zeggen dat we hierdoor het virus snel kunnen indijken. “Idealiter zou in België iedereen ingeënt worden die een verhoogd risico op apenpokken heeft en zich wil laten vaccineren”, zegt Pierre Van Damme, professor vaccinologie aan de UAntwerpen en binnen de Hoge Gezondheidsraad lid van de werkgroep die advies geeft over vaccinatie tegen apenpokken. 

Extra vaccins tegen de herfst

Een bestelling van nog eens 30.000 extra vaccins wordt verwacht tegen de herfst. Vroeger is niet mogelijk. “De meeste Europese landen hebben geen voorraad werkzame vaccins omdat een epidemie van apenpokkenvirus niet voorzien was. Daarom beschikken ze enkel over een strategische voorraad van pokkenvaccins, maar die zijn niet werkzaam tegen dit virus”, zegt Van Damme. De uitzondering is Nederland dat wel over 60.000 werkzame vaccins beschikt. “Toevallig is Nederland twee jaar geleden haar stock beginnen vervangen met een nieuwe generatie vaccins”, legt hij uit.

Stigma

Sinds de uitbraak van eind mei zijn er in ons land 393 bevestigde gevallen. Dat cijfer stijgt elke week: “De verspreiding is niet onder controle”, zegt Laurens ­Liesenborghs, professor op­komende infectieziekten aan het Instituut voor Tropische Geneeskunde (ITG). Hij vreest dat de huidige besmettingscijfers een onderschatting is van de werkelijkheid. “De patiënten die we behandelen in onze polikliniek kennen heel wat mensen die symptomen hebben, maar zich niet laten testen uit schrik voor het stigma”, klinkt het.

Alles wat we nu weten over de apenpokken: van symptomen tot de verspreiding in België

Uit de besmettingscijfers blijkt ook dat patiënten bijna uitsluitend mannen zijn die seks hebben met andere mannen en meestal meerdere seksuele partners hebben. Homomannen zijn dan wel het ergst getroffen door apenpokken, toch zijn ze niet de oorzaak van de ziekte. “Het virus kan iedereen besmetten, dat staat los van iemands geaardheid. Een besmetting gebeurt voornamelijk via seksueel contact of dicht huidcontact”, zegt Liesenborghs. Volgens hem heeft het virus zijn ingang kunnen vinden in het homomilieu dankzij enkele massa-events waar nauw huidcontact mogelijk was. Het is belangrijk om die groep niet te stigmatiseren. “Het virus legt een zware last op die gemeenschap en we moeten hen betrekken bij het indijken van het virus. Ook roept de WHO hen op om het aantal contacten te minderen en waakzaam te zijn”, besluit Liesenborghs. Voor de bredere algemene bevolking wordt het risico als erg laag ingeschat op basis van de huidige wetenschappelijke informatie.

Sensibilisering

Preventieve vaccins in combinatie met sensibilisering is de weg uit deze epidemie. Het Vlaams expertisecentrum voor seksuele gezondheid Sensoa is gestart met een gerichte preventiecampagne gestart om de hoogrisicogroep van homomannen met frequent wisselende contacten te sensibiliseren. Zo verspreiden terreinwerkers affiches en kaarten in de homosekshoreca, dat zijn plekken zoals sauna’s waar homo’s seks kunnen hebben. “We willen niet stigmatiseren, maar we gaan persoonlijk met hen in gesprek om te vragen alert te zijn voor de symptomen en een test te laten uitvoeren als ze denken besmet te zijn”, zegt woordvoerder Boris Cruyssaert.

Volgende week is het de gaypride in Amsterdam en een week later ook hier bij ons in Antwerpen. Maar voorlopig roept Sensoa homomannen niet op om deze editie een jaartje links te laten liggen, tenzij de besmettingscijfers plots stijgen en het virus zich breder zou verspreiden onder de homogemeenschap.